05

Afgelopen week bezocht de president van Rwanda, Paul Kagame, ons land. De wijze waarop de Nederlandse media over dit staatsbezoek hebben bericht, was over het algemeen negatief en tendentieus.

     door Jos van Oijen

De afgelopen week was de Rwandese president Kagame met een deel van zijn regering op bezoek in Nederland. Paul Kagame werd in 1994 beroemd toen hij als commandant van de RPF-rebellen een einde maakte aan de genocide tegen de Tutsi’s in Rwanda. Onderdeel van het Rwandese bezoek aan Nederland was Rwanda Day, een conferentie op zaterdag in de RAI te Amsterdam. De bijeenkomst was georganiseerd voor de Rwandese diaspora in Nederland en de omringende landen. Kagame zou zelf ook langskomen.

Als belangstellende had ik een uitnodiging weten te bemachtigen. Vanwege de negatieve teneur in de Nederlandse berichtgeving over Rwanda was ik nieuwsgierig waar de pers het accent op zou leggen in verhouding met mijn eigen observaties. Een artikel in het Algemeen Dagblad, waarin tussen neus en lippen door de genocide op de Tutsi-minderheid wordt ontkend, was een slechte start van het staatsbezoek. Journalist Anneke Verbraeken reduceert in het AD de genocide tot een burgeroorlog waar de verschillende bevolkingsgroepen van Rwanda in gelijke mate slachtoffer van, en schuldig aan zouden zijn geweest.

  Bagagescans

Om bij Rwanda Day binnen te komen, moest iedereen zich eerst laten registreren in een parkeerhal van de RAI om vervolgens een soort van luchthavenbeveiliging te ondergaan met detectiepoortjes en bagagescans. Toen ik de hal inliep stonden er al een paar duizend genodigden te wachten om door de poortjes te mogen. Het viel niet mee om die te bereiken. De laptops van de registratiemedewerkers werkten niet goed zodat ze uitgeprinte namenlijsten gebruikten om de uitnodigingen tegen te controleren. Mensen werden van de ene wachtrij naar de andere gestuurd, en weer terug. De cultuur van efficiëntie waar Kagame in Rwanda naar streeft, leek hier nog even zoek.

De gelatenheid van het lange wachten werd onderbroken door de komst van Anneke Verbraeken. Zij had geen uitnodiging en op Twitter gemeld dat ze toch zou proberen binnen te komen. De hashtag die ze hiervoor gebruikte [#journowithbadintentions] voorspelde niet veel goeds. Als een indiaan op oorlogspad liep ze rondjes door de hal totdat ze recht voor mijn neus stilhield en mij demonstratief begon te fotograferen met haar mobiele telefoon. Waarschijnlijk een pesterijtje omdat ik voor Ravage een paar kritische commentaren over het genocide-revisionisme in haar artikelen heb geschreven.

Het was overigens niet voor het eerst dat Verbraeken me lastig viel. Afgelopen zomer stond zij, samen met haar trouwe vriend Jan Hofdijk, onaangekondigd bij mij thuis op de stoep om verhaal te halen over mijn kritiek op de site van Ravage. Mijn adres was gelekt door Vrij Nederland waar ik informatie naartoe had gestuurd over extremistische Rwandezen in Nederland. Voor correspondentiedoeleinden had ik er – achteraf tot mijn spijt – mijn adres bij gezet.

Hofdijk is advocaat van Rwandese genocideverdachten en de belangrijkste bron voor Verbraeken’s schrijfwerk. In ruil voor zijn informatie voert ze klusjes uit voor de genocideverdachten en steunt zij hen bij rechtszaken. Het werd een bezoek met een hoog ‘familie Flodder’ gehalte. Hofdijk tierde op luide toon over zijn cliënten en beschuldigde me ervan onwaarheden te schrijven. Omdat hij geen voorbeeld van zulke onwaarheden kon geven, doofde het vuurtje snel uit. Verbraeken liet intussen doorschemeren dat ze als journalist de middelen had om… enzovoort.

  ‘Anneke Anneke’

Op Rwanda Day kwam Verbraeken zoals verwacht niet door de beveiliging heen. Een aantasting van de persvrijheid, meldde ze via Twitter. Volgens haar twitter-berichten raakte ze even later haar telefoon kwijt aan een niet nader geïdentificeerd persoon die ermee in de menigte verdween. Een dag later was het verhaal uitgegroeid tot een gewelddadige aanval door een groep beveiligingsagenten van Kagame die ‘Anneke Anneke’ zouden hebben geroepen. Het was voldoende om alle kranten te halen. ‘Ze maakten van Amsterdam een onvrije stad’, was de conclusie in Vrij Nederland. Slim van haar, dacht ik: een minimale inspanning met een maximaal effect. Met een geschreven artikel zou ze nooit zoveel publiciteit hebben gehaald.

Eenmaal binnen was de sfeer een stuk minder overspannen, eerder saai. Cafeïne was hard nodig om een paar paneldiscussies op het grote podium te ondergaan. De eerste discussie was nog in het Engels, de tweede in het Kinyarwanda en zonder tolk voor mij niet te volgen. Gelukkig ging het bloed weer stromen zodra de politici werden ingewisseld voor Rwandese popartiesten. Paul Buckley, de verslaggever van nrc.next, was toen al verveeld vertrokken. ‘Geen zin om naar onverstaanbaar gezwets te luisteren’, schreef hij op zijn persoonlijke blog. Hij miste daardoor onder meer een indrukwekkend optreden van Sophie Nzayisenga die een traditionele harp bespeelde. Volgens mijn Rwandese buurman is zij de laatste muzikant die dit instrument nog kan bespelen.

Terwijl er werd gedanst op de Afrikaanse klanken, maakte verslaggever Peter Verlinden van de Vlaamse televisie op straat een reportage met een geheel andere toonzetting. Verlinden is, net als Verbraeken, een felle tegenstander van Kagame en steekt dat niet onder stoelen of banken. In september schreef hij mij dat hij de propagandastukken van het voormalige regime serieus neemt. Het zal geen verbazing wekken dat ook hij niet was uitgenodigd op het Rwandese feestje. Gelukkig voor Verlinden had zijn cameraman een opstootje weten vast te leggen zodat hij nog iets had om uit te zenden. Op het Belgische journaal toonde hij hoe de politie een paar verhitte voor- en tegenstanders van Kagame uit elkaar hield. ‘Rwanda Day verdeelt Rwandezen’ luidt de titel van de reportage.

De commentaren die Verlinden en Verbraeken op het internet plaatsten deden surrealistisch aan. ‘De agressie en meedogenloosheid van de veiligheidsmensen van Kagame, massaal aanwezig, voelt angstaanjagend’, schrijft Verlinden over het opstootje, dat op het oog niet veel om het lijf heeft gehad. En Verbraeken meldde op haar website: ‘Zelfs in Rwanda maakte ik niet mee dat de sfeer zo agressief en gespannen was als gisteren bij Rwanda Day in Amsterdam.’ Ze zullen het vast niet zo bedoelen, maar een nuchtere lezer zou hieruit kunnen afleiden dat het dan wel meevalt met de onderdrukking in het Centraal-Afrikaanse land. Op een doorsnee zaterdagavond in Amsterdam is er meer opwinding te bespeuren op straat.

  Stand-up show

06Binnen in de RAI was president Kagame intussen gearriveerd. Na de introductie door zijn ambassadeur in Nederland begon hij bedachtzaam te spreken met een vermoeide, gefronste blik. Hij benadrukte het belang van discipline en roemde zijn land als voorbeeld van hoe je iets voor elkaar kunt krijgen als iedereen zijn schouders er maar onder zet. Na tien minuten verdween de ernst van zijn gezicht en kreeg hij de lachers op zijn hand. Het vervolg had soms iets weg van een stand-up show. Ik verbaas me dan ook over een artikel van Babah Tarawally in OneWorld deze week, die net als Peter Verlinden de nadruk legt op een sfeer van angst. Heeft Tarawally dezelfde Rwanda Day bezocht als ik?

Het laatste onderdeel van de dag was een vragenuurtje. Medewerkers liepen de zaal in met microfoons om het publiek in de gelegenheid te stellen de president en zijn ministers te ondervragen. Onderwerpen als het verleden en de moeilijke periode van opbouw na de genocide ontweek Kagame. Het moest vooral gaan over het heden en de toekomst, creativiteit, kansen pakken en hard werken. Een vertegenwoordiger van de Afrikaanse Unie sprak schande van de lauwe ontvangst van Afrikaanse leiders in Nederland. Geslijm van de Italiaanse consul, die de politieke stabiliteit en geringe corruptie in Rwanda vergeleek met de omgekeerde situatie in zijn eigen land, leek bij Kagame alleen irritatie op te wekken. De burgers in de zaal stelden in hun vragen praktische problemen aan de orde, zoals de prijzen van internetdiensten in Rwanda.

Na afloop stond ik als eerste buiten. Van demonstranten, Verlinden en Verbraeken was geen spoor meer te bekennen. De laatsten vulden deze week de bladen en beeldschermen over dit onderwerp. Verontwaardiging voerde de boventoon en hun verhalen gingen vergezeld van grandioze beschuldigingen over de Rwandese betrokkenheid bij de oorlogen in Congo. Verbraeken twitterde dat in het gezelschap van Kagame een door Interpol gezochte oorlogsmisdadiger was meegereisd. Tot mijn verbazing zag ik dat Jan Kooy van Human Rights Watch de berichten klakkeloos door twitterde. Op de website van Interpol wordt de door Verbraeken genoemde naam niet vermeld.

Terug in België was Peter Verlinden nog niet helemaal tevreden. Op woensdag liet hij in een interview weten dat de overwinning van Kagame op het genocidale regime in 1994 volgens hem een ordinaire militaire coup was geweest. Joop, het online opinieblad van de VARA, nam de verhalen van Verbraeken over, inclusief het stuk met de genocide-ontkenning. Een e-mailtje daarover aan de redactie kwam mij op een dom en beledigend antwoord van hoofdredacteur Francisco van Jole te staan: ‘Kom niet aan mijn vriendjes’, was de boodschap. Dagblad Trouw lijkt als een van de weinigen nog wel de benen op de grond te hebben door naar een lang interview te verwijzen met Kagame dat de krant eerder, op 31 maart, had gepubliceerd.

Achteraf gezien dus eigenlijk een doorsnee week waarin niemand naar elkaar heeft geluisterd. Een gemiste kans.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

4 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
De Boer
8 jaren geleden

Prima stuk, Van Oijen laat zich geen zand in de ogen strooien door journalisten die eerder lobbyisten genoemd moeten worden.

8 jaren geleden

De heer Van Oijen is tenminste zo correct om de links waar hij kritiek op geeft toe te voegen aan dit artikel. Wie de moeite doet om alvast naar mijn oorspronkelijk journalistiek werk en commentaren te gaan zal zelf vaststellen dat dit intentieproces op niets ernstigs gebaseerd is. Goede journalistiek vergt correct geciteerde bronnen, wat hier niet het geval is. Verder mag ik elke geïnteresseerde lezer de lectuur aanraden van mijn nieuwste boek MARIE – OVERLEVEN MET DE DOOD (Davidsfonds Uitgeverij, Leuven, 2015), waarin zeer veel informatie te vinden is over de rol van de heer Kagame en zijn regime bij de tragedie en de genocide op de Tutsi’s die Rwanda overkomen is van 1994 tot vandaag.

Jos van Oijen
8 jaren geleden
Antwoord aan  Peter Verlinden

Geïnteresseerden kunnen beter beginnen bij het standaardwerk van Human Rights Watch: “Leave None To Tell The Story”, (on-line te lezen via deze link: https://www.hrw.org/reports/1999/rwanda/) en de boeken van Romeo Dallaire, Philip Gourevitch, Mahmood Mamdani en Linda Melvern, die vanuit verschillende invalshoeken een betrouwbaar – en leesbaar – overzicht geven van de gebeurtenissen in 1994. Ik zal het boek van Peter Verlinden binnenkort lezen en recenseren.

Jos van Oijen
8 jaren geleden
Antwoord aan  Jos van Oijen

Naschrift: Ondanks toezeggingen van de uitgever van Verlinden heb ik tot op heden geen recensie-exemplaar van zijn boek ontvangen, misschien zijn ze bang dat ik er teveel fouten uithaal. Aan geïnteresseerden die geen gelegenheid hebben om boeken over dit onderwerp te lezen kan ik de documentaire “Ghosts of Rwanda” aanraden. Daarin komt o.a. het handjevol Westerse ooggetuigen van de genocide aan het woord. https://www.youtube.com/watch?v=2xS65zyT4D8