De plannen van TenneT om de bestaande 220 kV-verbinding tussen Eemshaven en Vierverlaten in de provincie Groningen te vervangen door een ‘landelijke stroomsnelweg’ stuit op verzet onder de lokale bevolking.
De bezwaren tegen de bouw van 380 kV (kilovolt) bipole-masten klinken steeds luider. De gemeenten Loppersum, Zuidhorn en Bedum, alsmede de Provinciale Staten van Groningen moeten er niets van weten. Deze week sloot de Statenfractie van GL zich aan bij tegenstanders. De zorgen hebben betrekking op de aantasting van het landschap in het Reitdiepdal en Middag-Humsterland, en de mogelijke gevolgen voor weidevogels. GL-statenlid Harrie wil dat een gedeelte van de ‘stroomsnelweg’ ondergronds wordt aangelegd, meldt het Dagblad v/h Noorden.
De nieuwe gecombineerde hoogspanningsverbinding, door energietransporteur TenneT zelf de ‘landelijke stroomsnelweg’ genoemd, dient er te komen omdat ‘de Eemshaven een van de belangrijkste locaties voor elektriciteitsproductie in Nederland is en een schakelpunt in Noord-Europa.’ Transport zal in de toekomst alleen maar toenemen. Aanvankelijk was het project onderdeel van project Noord-West 380 kV van Eemshaven naar Diemen. ‘Door ontwikkelingen in de energiesector is in 2014 gebleken dat de realisatie van Noord-West 380 kV tussen Vierverlaten en Ens in de nabije toekomst niet meer noodzakelijk is.’
Buurtvereniging Westerdijkshorn in Bedum plaatste in 2009 al de nodige vraagtekens bij de bouw van de dubbele rij 380 kV masten die 60 meter hoog worden en waarvan de palen drie meter breed zijn, geplaatst op 27 meter van elkaar. De Groningers willen dat de kabels ondergronds worden aangelegd, zoals in de randstad reeds het geval is. Wegens kostenbesparing wil TenneT in Groningen slechts 10 van het 40 kilometer lange traject ondergronds aanleggen. Een ander argument is dat bij volledig ondergrondse aanleg de benodigde 100 procent leveringszekerheid niet gegarandeerd kan worden.
,,Of het nou om gas gaat of om elektriciteit, veel Groningers hebben de indruk dat ze geen enkele invloed hebben op wat het ministerie van Economische Zaken in hun leefomgeving aanricht”, meldt Westerdijkshorn. ,,Er is een algemeen gevoel van onmacht. Het leefgebied is een beefgebied geworden en nu wordt er binnenkort ook nog eens een enorm hekwerk aangelegd.” Een voorlopig plan ligt nu voor aan Provinciale Staten en de betreffende gemeenteraden en gaat deze zomer de inspraak in. Bij aanvaarding vangen de bouwwerkzaamheden in de tweede helft van 2017 aan waarna de verbinding in 2019 voltooid zal zijn.