01

De Raad voor de Journalistiek (RvdJ) heeft Frits van Exter tot nieuwe voorzitter benoemd. Dit terwijl de man door diezelfde Raad onlangs is veroordeeld voor ‘tendentieuze journalistiek’.

     door Jos van Oijen

Op 14 april presenteerde de Raad voor de Journalistiek Frits van Exter als nieuwe voorzitter. Op de website van de Raad staat een lovend bericht over de journalist. ‘We verheugen ons op een voorzitter met veel ervaring, gezag en een groot engagement voor de journalistiek’, aldus de Raad. Wat daarin niet vermeld wordt, is dat Van Exter nog niet zo lang geleden als hoofdredacteur van Vrij Nederland door diezelfde Raad is veroordeeld voor tendentieuze journalistiek.

Als reactie op deze veroordeling stelde Van Exter de normen van de Raad ter discussie. Dat was in februari, slechts twee maanden voor zijn verkiezing als voorzitter. Op de website van de Raad zegt Van Exter over zijn benoeming: ‘Goede journalistiek onderscheidt zich ook in de wijze waarop ze verantwoording wil afleggen, klachten serieus neemt en eventuele missers rechtzet.’

Maar verantwoording afleggen en missers rechtzetten is blijkbaar alleen voor anderen weggelegd, want aangaande zijn eigen zaak heeft Van Exter het oordeel van de Raad naast zich neergelegd. Het gewraakte artikel staat nog steeds ongewijzigd on-line. De onwaarheden waarover een klacht was ingediend en feiten die achteraf verzonnen bleken te zijn, heeft hij niet gecorrigeerd.

  De genocide tegen de Tutsi’s

Het schrijnende van de leugens in het VN-artikel Ik een moordenaar? Integendeel is dat ze betrekking hebben op een uiterst gevoelig onderwerp: de genocide tegen de Tutsi’s in Rwanda. Zo wordt een bejaarde vrouw belasterd die tijdens de genocide vrijwel haar hele familie op een gruwelijke manier is kwijtgeraakt. De onderzoeker die zestien jaar geleden haar ervaringen documenteerde, brak de lijst vermoorde familieleden na 33 namen af met ‘etc.’. Zelf is zij destijds ternauwernood aan de dood ontsnapt. In Vrij Nederland wordt dit slachtoffer echter zonder enige vorm van wederhoor of feitencontrole afgeschilderd als een meineed plegende gelukszoeker.

Het gewraakte artikel is onderdeel van een serie waarin verdachte genocideplegers als de ‘echte’ slachtoffers worden neergezet. In dit geval zouden er ontlastende getuigenverklaringen bestaan en zou de verdachte dader in werkelijkheid het slachtoffer zijn van politieke vervolging. Maar uit publicaties van de rechtbank blijkt precies het tegenovergestelde. Volgens de rechters is op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat er politieke of andere overwegingen achter de aanklacht zitten, of dat er iets mis zou zijn met de bewijslast. Ontlastende verklaringen zijn er niet.

De onderzoekscommissie van de Raad, die werd voorgezeten door een persrechter, heeft het gewraakte artikel beoordeeld als ‘niet-waarheidsgetrouw en tendentieus’. De auteur heeft volgens de commissie misbruik gemaakt van haar positie als journalist. Maar gerechtigheid is kennelijk een vluchtig fenomeen bij de Raad. Genocide-overlevende Christian Mundele, die als vertegenwoordiger van de genocideslachtoffers de klacht tegen Vrij Nederland had ingediend, is dan ook uit het veld geslagen door het nieuws over de verkiezing van Van Exter als voorzitter van de Raad. ,,Het is een democratisch genomen besluit, maar zonder enige logica”, merkt Mundele op.

  ‘Kern van zelfregulering’

Van Exter, die nooit excuses heeft gemaakt voor de leugens, zal het een zorg zijn. Folkert Jensma, die afscheid neemt als interim-voorzitter, zit er ook niet mee. In een schriftelijke reactie laat hij weten dat de zaak van de genocideslachtoffers weliswaar in de marge is meegewogen, maar niet relevant wordt geacht. De normen van de Raad moeten volgens Jensma ook niet zo serieus genomen worden. Dat zijn volgens hem meer discussiepunten die in onderling debat tot stand komen en in vrijwel elke zaak opnieuw ter discussie worden gesteld.

,,Het is de kern van zelfregulering”, aldus Jensma. ,,De houding van VN en diens hoofdredacteur was dan ook volstrekt gebruikelijk.” Dat Van Exter in zijn (afgewezen) herzieningsverzoek de normen ter discussie stelde zou hem, volgens Jensma, eerder nog geschikter maken als voorzitter van de RvdJ.

Merkwaardig genoeg melden enkele bestuursleden dat zij niets van de zaak van de genocideslachtoffers tegen Vrij Nederland afweten. Niet dat het iets uitmaakt want veel interesse wordt er niet getoond. ,,Geen tijd om me in de details te verdiepen”, aldus bestuurslid Pieter Sijpersma. Hij doet tenslotte de suggestie om de kwestie maar aan Van Exter zelf voor te leggen. Die wenst niet te reageren.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

3 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Egbert
7 jaren geleden

De Raad voor de Journalistiek zegt zelf in het bericht over de benoeming van van Exter tot voorzitter over zichzelf: “De Raad voor de Journalistiek wordt gefinancierd door de dagbladen, tijdschriften, omroepen en nieuwssites en heeft als sanctie de kracht van het gezamenlijk oordeel, dat betrokken media overnemen ter publicatie.”
Iemand die dat gezamenlijk oordeel niet publiceert en geen rectificaties doet is ongeschikt als voorzitter lijkt me. Schande deze benoeming!

Harry
7 jaren geleden

Mooi! Dat weten wij dan ook weer, namelijk dat de raad voor de journalistiek een corrupte bende is.

G. Ottevanger
7 jaren geleden

De gehele Nederlandse journalistiek is door en door rot. Niveau De Balie. G. J. Ottevanger, filosoof, lijstrekker van T’Era International, direct democratische politieke partij.