w1

Sinds het overlijden van Wannes Van de Velde in 2008 ontbrak het nog aan een deugdelijke biografie over deze veelzijdige Vlaamse kunstenaar. Die is er nu, een oprecht en terecht monument voor een man die meer aandacht verdient.

     door Theo de Grood

De hoofdpersoon: Wannes wie?

Een paar maanden geleden, op de dag dat hij 79 jaar zou zijn geworden, werd in Antwerpen de biografie gepresenteerd van Wannes Van de Velde. Belg, Vlaming, Brabander, maar vooral Antwerpenaar. Wannes was een veelzijdig kunstenaar die voornamelijk bekend is geworden vanwege zijn centrale rol in de herleving van de Vlaamse folkloristische muziek.

Maar bekendheid is relatief. Bij de meeste Nederlanders is zijn naam volstrekt onbekend, terwijl hij voor Vlamingen op gelijke hoogte staat met landgenoten als Jacques Brel en Toots Thielemans. Hetgeen weer eens aantoont dat Nederland in cultureel opzicht net zo ver van Vlaanderen afstaat dan pak ‘m beet Wallonië. Doch dit terzijde.

w1-5Wannes wordt geboren als Willy (Wim) Cecile Johannes Van de Velde op 26 april 1937 aan de Zirkstraat in Antwerpen, vlakbij de Schelde in het levendige Schipperskwartier. Hij woont met zijn ouders boven een Spaans handelshuis, hetgeen later van grote betekenis zou zijn voor zijn muzikale ontwikkeling. Zijn vader werkt in de Ford-fabrieken en is daarnaast een verdienstelijk zanger van volksliederen. Willy’s moeder koestert theaterambities, maar verdient de kost als naaister.

De naam Wannes ontstaat pas later als een contaminatie van zijn voornamen Wim en Johannes, een idee van zijn grootvader, die ook al als zanger bekend stond in Antwerpen.

Als Wannes drie is, breekt de oorlog uit. Het worden zware jaren waarin het leven aanvankelijk zijn min of meer normale gang gaat, maar de situatie verslechtert. Als tegen het einde van de oorlog de Duitsers hun V1’s en V2’s uitproberen op Antwerpen wordt de situatie onhoudbaar. ,,We sliepen in één kamer, om samen dood te zijn als er iets gebeurde”, aldus Wannes in de biografie. Een groot deel van de wijk wordt vernietigd en het gezin vlucht naar Roeselare in West-Vlaanderen.

Na die traumatische jaren gaat Wannes, eenmaal terug in Antwerpen, naar de middelbare school waar hij in aanraking komt met muziek. Veelal Vlaamse folkloristische liederen maar, vanwege hun woonlocatie boven een Spaans handelshuis, ook met flamenco. Daarnaast blijkt hij een niet onverdienstelijk tekenaar, reden dat hij ervoor kiest om naar de kunstacademie te gaan waar hij vele geestverwanten en inspiratiebronnen ontmoet, zowel in de beeldende kunst als op muzikaal gebied.

w2Vooral de flamenco wordt zijn passie. Hij laat zich de geheimen bijbrengen door enkele Spaanse meesters en ontwikkelt zich tot een opvallend getalenteerde en gewaardeerde gitarist. Hij raakt er zo aan verslingerd dat hij zich later, wanneer de Vlaamse folk zijn repertoire zal gaan bepalen, beperkt tot zingen en doedelzak spelen, zozeer is het gebruik van de gitaar voor hem verweven met de Spaanse traditie.

Na deze creatieve hausse volgt echter een nieuw dieptepunt: in 1958 moet hij in militaire dienst. Zijn oorlogsherinneringen blijken onuitwisbaar en hij vergelijkt die periode met de film Het Zevende Zegel van Ingmar Bergman, waarin de hoofdpersoon het in een partij schaak moet opnemen tegen de dood en waarvan je per definitie niet kunt winnen omdat die altijd vals speelt. Die tien maanden leger hebben een blijvende invloed op hem. Hij had al een grote angst voor wapentuig en houdt er ook nog een intense aversie tegen gezag en macht aan over. Het enige dat hij in het leger geleerd heeft is haten, zo verwoordt hij het later.

In muzikaal opzicht verdiept hij zich steeds meer in het oude Vlaamse lied, teruggaand tot de middeleeuwen, en de flamenco verdwijnt naar de achtergrond. Door zijn ouders hoort hij de liederen van Karel Waeri, Kees Pruis en Louis Davids. Hij leest strijdbare dichters als Rik van Offel en Dree de Weerdt, en benoemt later ook Georges Brassens, Ewan McColl, Martin Carthy en, opmerkelijk, The Incredible String Band als belangrijke inspiratiebronnen.

w3In deze periode ontmoet hij veel gelijkgestemde collega-muzikanten en komt zijn Groep Wannes Van de Velde tot stand. Violist Flor Hermans, accordeonist Bernard van Lent en fluitist Walter Heynen worden zijn naaste kompanen en ze zullen hun leven lang blijven samenwerken. Samen met hen zal hij vele albums opnemen, nog veel meer optredens verzorgen en zijn naam vestigen als een van de belangrijkste protagonisten van de nieuwe Vlaamse folkloristische golf van de jaren ’60 en ’70.

Als voertaal wordt voor het onvervalst plat Aentwaerps gekozen. Doordat het in die jaren in Vlaanderen juist in de mode is om zo Nederlands mogelijk te spreken, wordt hem dat aanvankelijk niet in dank afgenomen. Maar hij voelt zich het meest op zijn gemak in zijn eigen dialect. Al is hij daar ook weer niet al te principieel in, wanneer de omstandigheden daarom vragen. Echter tegen pogingen van Vlaamse nationalisten om hem tot een voorbeeld te torpederen verzet hij zich met venijnige teksten:

Wanneer er in gelid de straat wordt opgegaan,
in Uilenspiegels naam ‘t fascisme blijft bestaan,
als ik ze zie marcheren met Hitlerjugendgesten,
spreekt dan maar Frans en zwijgt me van de Vlaamse kwestie.

Hij bouwt een indrukwekkend oeuvre op van eigen nummers, vaak geëngageerd van aard. Niet zozeer in politiek opzicht, maar hij blijft zich wel verzetten zich tegen sociaal onrecht, uitbuiting, machtsmisbruik en de in zijn ogen lelijke en nutteloze modernisering van de stad. In zekere zin een conservatieve opstelling, terwijl hij in zijn muziek vaak juist de randen opzoekt van wat volgens puristen is toegestaan binnen het folkloristische repertoire. Er zijn overlappingen met jazz en wereldmuziek, hoewel hij dat laatste begrip verfoeit.

w4Naast zijn muzikale carrière zal Wannes vele zijwegen inslaan. Hij maakte en vertaalde teksten en liederen voor theater, bijvoorbeeld voor Mistero Buffo van de Italiaanse toneelschrijver Dario Fo, uitgevoerd door de invloedrijke Internationale Nieuwe Scene. Het wordt een groot succes, tot op het festival in het Franse Avignon toe. Een ander telkens terugkerend fenomeen in zijn werk is ‘De Poesje’, de Antwerpse verbastering van de Italiaanse ‘Pulcinella’, het traditionele (volwassen) poppentheater. Hij schrijft er teksten voor, bewerkt en vertaalt een stuk van Lorca alsmede het Gilgamesj-epos in het Antwerps. Ook maakt en bedient hij zelf de poppen en de decors en uiteraard levert hij de muzikale omlijsting.

w5Hij ‘verklankt’ Shakespeare’s Richard III in het Antwerps voor theater en schrijft muziek voor theateruitvoeringen van Hugo Claus. Tien jaar lang is hij columnist voor het opinieblad Knack, en werkt veelvuldig mee aan diverse projecten van de Vlaamse omroep: Het Zwarte Goud, een hommage aan de mijnwerkers, Vivelegeus, een programma met geuzenliederen uit de Tachtigjarige Oorlog en De Liedboeken, waarin oude Vlaamse liederen opnieuw werden uitgebracht.

Naast dat alles is daar altijd weer die flamenco en ook blijft hij onverdroten en niet onverdienstelijk aan het tekenen en schilderen en neemt deel aan diverse exposities. Verder brengt hij diverse gedichtenbundels uit en met wisselende regelmaat verschijnen er platen van zijn Groep Wannes van de Velde. Samen met muzikaal oudgediende en vriend Ronald Van Campenhout gaat hij op tournee onder de noemer ‘Nomaden van de Muziek’, waarin een doorsnee van de muzikale en poëtische voorkeuren van beiden wordt gepresenteerd.

w6Wannes was, zoals veel artiesten van kaliber, geen gemakkelijke man. Hij was op alle terreinen veeleisend en kritisch, niet op de laatste plaats voor zichzelf, maar ook voor zijn omgeving: zijn relaties, degenen met wie hij werkte en voor zijn publiek. Evengoed wordt hij gekarakteriseerd als ‘een grote meneer die boos op de wereld kon zijn, maar niet op de mensen die hem bevolken’.

In 2000 wordt hij ziek en al snel volgt de diagnose ‘chronische lymfatische leukemie’. Toch blijft hij, voor zover mogelijk, tijdens de chemokuren en andere behandelingen doorgaan met musiceren, schrijven, tekenen, exposeren en, zij het in mindere mate, optreden. In 2006 komt het album In de maat van de seizoenen uit dat zijn laatste zal blijken te zijn. Na een periode van opleving komt de ziekte met complicaties terug en weet hij dat het einde in zicht is. Bij de feestelijke onthulling van zijn borstbeeld in Antwerpen zal hij al niet meer aanwezig zijn.

Op 10 november 2008 overlijdt hij, 71 jaar oud. Er wordt een indrukwekkende door duizenden bezochte afscheidsdienst gehouden. Wannes is een onuitwisbaar hoofdstuk in het Vlaamse en vooral Antwerpse erfgoed geworden.

De auteur: Dree Peremans sr.

w7Bovenstaande is een wel heel beknopte levensbeschrijving, vergeleken met het 550 pagina’s tellende monument dat Dree Peremans voor deze universele artiest oprichtte.

Peremans (1949) was in zijn werkende leven producer, presentator en regisseur bij de VRT-radio. Hij begon zijn carrière in de jaren ’60 als muzikant in folkgroep De Vlier. Uit die tijd dateert ook zijn kennismaking met Wannes. Voor de VRT produceerde Peremans een aantal folkprogramma’s, maar ook documentaires over reizen, geschiedenis en muziek. Tevens publiceerde hij al eerder boeken over deze onderwerpen.

Hij produceerde niet alleen een aantal van de albums van Wannes en diens muziekgroep, maar ook diverse theaterstukken. Aan sommige daarvan nam hij ook zelf deel.

Peremans maakt de hele loopbaan van Wannes dus van nabij mee en ze raken hecht bevriend. De basis voor dit boek wordt gelegd tijdens lange gesprekken die ze samen voerden tijdens treinreizen naar Berlijn en Warschau. Daarnaast ontleent hij uiteraard veel onschatbare informatie aan voormalige collega’s uit muziek- en theaterwereld. Ook waren er lange gesprekken met de weduwe van Wannes, de Duitse actrice Christa Bernhardt, via wie Peremans ook toegang kreeg tot het persoonlijke archief.

Het boek: Hier Is Hem Terug

Sinds het overlijden van Wannes in 2008 ontbrak het nog aan een deugdelijke biografie, maar naar nu blijkt heeft Dree Peremans daar al die tijd aan gewerkt. Doorgaans is een biografie, samengesteld door een vriend en/of bewonderaar, nogal voorspelbaar. Objectiviteit en kritisch vermogen zijn dan immers vaak ver te zoeken. Verwacht ook geen literair hoogstandje, het leest meer als een commentaar bij een documentaire.

Gelukkig geen psychologische bespiegelingen over de mens achter de artiest, maar een plezierig lezende kroniek van leven en werk. Het is Peremans gelukt om een juiste en aangename mengeling van betrokkenheid en afstand te hanteren. Het boek is daardoor niet alleen een boeiend levensverhaal geworden, maar ook een eerbetoon en vriendschappelijk manifest, terwijl dat elkaar niet in de weg staat.

Integendeel, het soms grillige karakter van deze universele kunstenaar komt goed tot uiting, en ook zijn ‘kleine kantjes’ worden zeker niet uit de weg gegaan. ‘Ach wat, die zijn niet erger dan die van ieder ander mens, maar niet ieder ander mens heeft zoveel moois nagelaten.’ Het is dan ook meer dan een biografie geworden. Al lezende krijg je bijna het gevoel er steeds zelf bij te zijn geweest, of in ieder geval te wensen dat je dat was.

Doordat Peremans behalve met Wannes zelf veel mensen uit zijn periferie heeft gesproken, komen er soms dubbelingen voor, al kun je die ook beschouwen als positieve indicaties voor het waarheidsgehalte van allerlei zaken. En naast de accuraat overkomende levensbeschrijving levert ook de context waarbinnen die zich afspeelt soms een feest der herkenning op, en dat is niet per se voorbehouden aan Vlaanderen of Antwerpen.

w8Wannes – Hier Is Hem Terug is een kolossaal document geworden, voorzien van veel beeldmateriaal, met name de sfeervolle zwart-witfoto’s van Herman Selleslags. Verder bevat het een keur aan uniek beeldmateriaal, foto’s, knipsels, tekeningen van Wannes zelf en fragmenten van lied- en theaterteksten. Soms zijn die in sappig Antwerps dialect zodat je ze hardop moet lezen om te laten doordringen wat er precies staat. Het enige dat eigenlijk ontbreekt is, met name voor de Nederlandse markt, een CD met een soort van ‘Best Of’-selectie. Uiteraard komen in de tekst veel van Wannes’ liederen aan de orde en die wil je er eigenlijk meteen bij kunnen beluisteren.

Platenzaken zijn er nauwelijks meer, laat staan zaken die gesorteerd zijn in dit repertoire. Online is er met name via de bekende webwinkels wel nog veel te koop, waaronder een aangenaam geprijsde fraaie box met alle officieel uitgebrachte albums, aangevuld met radio-opnames, live-concerten (waaronder De Nomaden van de Muziek met Roland Van Campenhout), flamenco-werk, en veel zeldzame obscuriteiten die ook in het boek ter sprake komen en verder nergens meer te vinden zijn.

Voor de ongeduldigen onder ons is er natuurlijk ook YouTube waarop een aantal van Wannes’ liederen zijn terug te vinden, het intypen van zijn voornaam volstaat. Luister naar zijn bekendste nummer ‘Ik Wil Deze Nacht In De Straten Verdwalen’, maar ook naar ‘Hier Is Hem Terug’, te vinden op zijn laatste album, gemaakt nadat hij weer was opgekrabbeld na de behandeling van leukemie. Het verscheen twee jaar voor zijn dood en leverde, heel passend, de titel voor dit boek:

Hier is hem terug
Met zijne moed
En zijn twee handen
Hier is hem terug
Hier is de zanger
met z’n stem en z’n verhaal;
‘ne muzikale Don Quichot
der lage landen
op zijnen doortocht
langs de wegen van de taal.

Wannes was al ereburger van Antwerpen, er staan teksten van hem op Antwerpse gevels, hij heeft er een borstbeeld, er is een reus naar hem genoemd en in Bornem draagt een straat zijn naam. En ook dit boek is een oprecht en terecht monument voor een man die, ook buiten Vlaanderen, meer aandacht verdient en niet mag worden vergeten. En hopelijk zal het ook voor velen een posthume kennismaking kunnen betekenen.

Bovenstaande illustraties zijn niet afkomstig uit het boek. Meer info over Wannes Van de Velde hier, muziek en filmpjes hier en alle liedteksten hier.
w10

 

titel  Wannes – Hier Is Hem Terug
auteur  Dree Peremans sr.
uitgeverij  EPO, Berchem 2016
uitgave  hardcover (15 x 22,5 cm) – 552p.
isbn  978 94 6267 064 8
prijs  € 39,90

 

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties