Op de dag dat de 150 leden van de Tweede Kamer werden geïnstalleerd, is een voorstel aangenomen om de EU aan te sporen campagneactiviteiten van Turkse politici buiten eigen land tegen te gaan.

De op donderdag geïnstalleerde Tweede Kamerleden willen dat de Europese Unie één lijn trekt tegen campagneactiviteiten van Turkse politici op Europees grondgebied. Het voorstel van CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt kreeg bijval van vrijwel de gehele Kamer, met uitzondering van de radicale moslimpartij Denk. Ook op het voorstel om niet langer Europees geld beschikbaar te stellen aan het Turkse gevangeniswezen stemde enkel Denk tegen.

Het is hoogst ongebruikelijk dat de Tweede Kamer het kabinet op de dag van installatie al met marsorders op pad stuurt. In dit geval werd een uitzondering gemaakt, omdat het de laatste Kamerzitting was voorafgaand aan een bijeenkomst van de Europese Raad, waar demissionair minister-president Rutte bij aanwezig is. Omtzigt pleit tevens voor een nieuwe wet waarmee toekomstige campagnebezoeken door politici uit ondemocratische regimes worden verhinderd.

Omtzigt wijst op artikel 16 in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daar staat dat landen de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering mogen inperken als het gaat om politieke activiteiten door vreemdelingen. Volgens Omtzigt moet Nederland deze mogelijkheid gebruiken. „Waarom zou je toestaan dat vreemdelingen onze vrijheid gebruiken om onvrijheid te creëren?”, aldus de CDA-politicus die bij de verkiezingen van vorige week met een kleine 100.000 voorkeursstemmen werd herkozen.

Omtzigt wil een wet die specifiek geldt voor ondemocratische regimes. Volgens hem zijn er bruikbare criteria om het democratisch gehalte van een land vast te stellen. Hij zit zelf in de toezichtcommissie van de Raad van Europa, de organisatie van landen die ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens hebben ondertekend. „Turkije staat daar onder de zwaarste vorm van toezicht. Het is duidelijk dat er problemen zijn.”