Rio de Janeiro [foto: Friso Wiersum]

Het afgelopen jaar zoemde de internationale media over de veranderende wereld: sinds een paar jaar woont meer dan 50 procent van de wereldbevolking in steden, een percentage dat de aankomende decennia alleen maar zal groeien. Talloos zijn de publicaties en beschouwingen die de 21ste eeuw daarmee tot de eeuw van de stad bestempelen. Of tot die van de megapolis om precies te zijn.

São Paolo in Brazilië herbergt nu al meer dan 20 miljoen mensen binnen haar diffuse stadsgrenzen – maar niemand die dat aantal precies weet. Wél is São Paolo een voorbeeld van de vorm die de megapolis van de toekomst kan gaan aannemen: de rijken verplaatsen zich met helikopters ver boven de stad en verschansen zich in gated communities met computer-gestuurde bewakingscamera’s.

De middenklasse leeft in de buitenwijken van de stad en zo goed en kwaad als het gaat in de wijken rondom het stadscentrum. De grote wijken daaromheen en de eindeloze vlaktes met zelfgebouwde huizen eromheen, de Zona Azul van São Paolo, worden bevolkt door hen die nog niet officieel tot de urban fabric zijn doorgedrongen.

Zelfredzaamheid

Hoewel de mensen die in deze wijken wonen met een idee van hoop, op een baan, op bestaanszekerheid, op een toekomst, naar de stad zijn getrokken, komen zij lang niet altijd toe aan de realisering van hun dromen. De Canadese auteur Doug Saunders schreef in zijn boek Arrival City hoe deze migranten de toekomst van de stad belichamen, als nieuwe werknemers, als nieuwe civil leaders, en met hun manieren van zelforganisatie misschien zelfs wel een nieuw model voor het organiseren van de stad.

De nadruk die moderne stedebouwkundigen en ontwikkelingswerkers leggen op de zelfredzaamheid van de burger is daar een voorbode van. Dat er aan die zelfredzaamheid ook een schaduwzijde zit, wordt echter ook meer en meer duidelijk: zij die de politiek en economie aansturen hebben namelijk ook baat bij deze zelfredzaamheid – het ontslaat hen van de verantwoordelijkheid zorg te dragen voor deze urban dwellers.

Zo zorgt een neoliberaal systeem voor een altijd voorhanden zijnd reservoir aan arbeidskrachten. Precariteit, inderdaad. En dat speelt zich niet alleen mondiaal af, maar ook dichtbij huis. Onze voorheen Vogelaarwijken heten nu weer Krachtwijken – het mechanisme blijft hetzelfde, dáár wonen zij die niet meer volop meedraaien in de samenleving.

Al zijn de verschillen met de plekken die de Franse socioloog Loïs Wacquant in de Verenigde Staten en in Frankrijk bezocht en onderzocht gelukkig groot. In een interview met de Volkskrant [31 maart 2012] waarschuwde hij ons echter wel: “Amerika exporteert zijn oplossing voor sociale problemen.”

Nu is die oplossing natuurlijk helemaal geen oplossing, eerder een bijzonder onfraai staaltje van struisvogelpolitiek: concentreer de kanslozen in een bepaalde wijk en laat ze lekker aan hun lot over. Wacquant onderzocht de politiek in Chigaco, een stad met slechte wijken. Ik zag het vorig jaar in Detroit, een stad zonder hart, met ontelbare uitgerangeerden. Mannen die hopen op een baantje voor een dag, en anders troost zoeken in een verdovend middel.

Wacquant herkent de politiek die achter het idee zit om deze mannen en vrouwen tot het precariaat te veroordelen ook in de retoriek van Europese politieke leiders. Zijn boek Paria’s van de stad valt te lezen als een duidelijke waarschuwing tegen de overname van Amerikaanse sociaal-economische politiek. Want alhoewel hij ook enkele verschillen tussen de Amerikaanse getto’s en Franse banlieues benoemt, is zijn vrees voor Amerikaanse toestanden meer dan terecht.

Waar die verschillen volgens hem nog in bestaan: de Europese slechte wijken kennen meer dan de Amerikaanse enige heterogeniteit in hun bevolkingssamenstelling en deelname aan de politiek. De Europese wijken met ‘afgedankten’ kennen nog de strijd die vakbonden en andere organisaties voor en met hen streden: voor zichtbaarheid, erkenning en een menswaardig bestaan. In Amerika zou de erfenis van de civil rights movement door de culture wars al te bedoezeld zijn geraakt. Er is dus enige hoop.

Mechanismen

Wacquant geeft enkele mechanismen aan om te helpen voorkomen dat ook Europa valt in de neiging om getto’s tot hypergetto’s te laten doorzieken. Hypergetto’s – in zijn woorden – zijn gevangenissen voor wie er wonen, plekken die geen binding meer hebben met de omringende samenleving en ondergaan aan non-organisatie, drugs, misdaad en bevooroordeelde controlediensten.

In dit verband wijst hij op het feit dat een op de vier zwarte Amerikaanse mannen tijdens hun leven in de bak terechtkomt. Wat zijn nu die mechanismen? De eerste is even simpel als slim: weet welke woorden je gebruikt als je spreekt over minder welvarende wijken: het woord getto draagt bij aan de verwording van een wijk tot een getto.

Een tweede wat lastiger: laten we onderscheid blijven maken tussen wijken, aangezien elke wijk een specifieke geschiedenis heeft, een specifieke ordening, een politieke constructie. Hij haalt hier Bourdieu aan die stelde dat ‘effecten van plaats’ meewegen in wat iemand van zijn leven maakt, maar verandert dat licht. Die effecten van plaats zijn namelijk niet zomaar ontstaan, die zijn ontstaan door socio-politieke ordening. Wacquant pleit dan ook voor het hanteren van ‘effecten van de staat geprojecteerd op de stad’.

Een derde mechanisme is een aanbeveling aan iedereen die zich buigt over het precariaat: praat met hen, doe veldwerk, leef hun leven, want alleen dan kan je onderscheid maken tussen gradaties van uitsluiting [mechanisme 4]. Ten vijfde benadrukt hij dat in de analyse van gettos, favela’s, banlieues de rol van de staat met haar apparaten [politie, belastingdienst, sociale werkplaats] grondig dient te zijn. De verdeling die hij maakt tussen de linkerhand van de staat [de opvoedende, de begeleidende] en de rechterhand [de bestraffende, de corrigerende] is daar illustratief voor.

In het boek Paria’s van de stad gebruikt Wacquant een boel termen die wij in ons alledaags taalgebruik niet hanteren. Je kan goed merken dat hij een boel van Bourdieu heeft opgestoken. Maar het maakt zeker de inleidende hoofdstukken tot nogal pittige leeskost. Leeskost die in de hoofdstukken met beschrijvingen van zijn veldwerk gelukkig wat behapbaarder wordt. In een wereld die in verstedelijking de oplossing ziet voor veel problemen, moet een boodschapper die verkondigt dat we in steden de Noord-Zuid verdeling van de wereld in het klein, maar des te dringender, terugzien, gehoord worden.

Friso Wiersum

 

 

 

titel Paria’s van de stad. Nieuwe marginaliteit in tijden van neo-liberalisme.

auteur Loïc Wacquant

uitgeverij EPO Uitgevers, 2012

uitgave paperback (15 x 22,5 cm) – 384p.

prijs € 26.50

isbn 9789491297212

 

 

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

1 Reactie
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
hans
11 jaren geleden

interessant artikel..