De Amerikaanse regisseur Quentin Tarantino heeft weer een woeste wraakfantasie gemaakt, dit keer in de vorm van een western.
Na zijn visie op de Tweede Wereldoorlog met het epos Inglourious Basterds duikt Tarantino opnieuw de geschiedenis in met het slavernijdrama Django Unchained. Hiervoor putte hij zijn inspiratie uit talrijke spaghettiwesterns als Django (1966) en het beruchte slavernij-epos Mandingo (1975) van Richard Fleischer.
Met Django Unchained maakt hij wederom een uiterst intrigerende en originele uitstap in de Amerikaanse geschiedenis, met inbegrip van zijn onnavolgbare gebruik van humor en grof geweld. Tarantino is een regisseur die zijn eigen weg gaat, een eigen universum creëert. Dat heeft zo z’n voor- en nadelen. De film heeft tevens een serieuze ondertoon: een grimmige aanklacht tegen slavernij en racisme.
Het verhaal speelt zich af in 1858, drie jaar voorafgaande de Amerikaanse Burgeroorlog. Dr. Schultz (Cristopher Waltz) koopt de vrijheid van slaaf Django (Jamie Foxx) om met diens hulp drie notoire slavendrijvers op te kunnen sporen. Beiden gaan vervolgens op pad om de vrouw van Django, als slavin werkzaam op een plantage, te bevrijden. Op zich is het een simpel verhaal, desondanks duurt de film bijna drie uur.
Wanneer Django uiteindelijk in het huis van plantage-eigenaar Calvin Candie (Leonardo DiCaprio) aanbelandt, volgt een klassiek Tarantino-nummer waarbij zich een briljant verbaal steekspel ontspint tussen de belangrijkste personages. Leonardo DiCaprio zet een amusant slijmerige en dreigende gastheer neer, maar het is Samuel L. Jackson die excelleert als lugubere butler, meedogenloos en bloeddorstig als de man is tegenover zijn zwarte ondergeschikten.
Het is een van de meeste kwaadaardige zwarte personages uit de filmgeschiedenis, een uiterst moedige rol van Jackson. Het laatste half uur van de film bestaat uit een excessieve orgie van bloederig geweld, alsof Tarantino geen maat weet te houden. De regisseur ging onlangs zelf over de scheef in een interview met Channel 4 News. Hij is het kennelijk zat om steeds doorgevraagd te worden over de hoeveelheid geweld in zijn films, en de invloed daarvan op de kijker.
Als filmmaker is Tarantino uiterst bedreven in het tonen van ongeremd en soms zelfs sadistisch geweld. Na ruim twintig jaar moet de man toch inmiddels een fatsoenlijk antwoord hebben op dergelijke vragen? Vrijblijvend is het geweld in Django Unchained zeker lang niet altijd. Ook de gruwelijke behandeling van slaven wordt getoond, waarmee Tarantino juist niet in exploitatie vervalt. De suggestieve en ingetogen wijze waarop hij de mensonterende taferelen in beeld brengt, kan als een pluspunt worden beschouwd.
Django Unchained is een onevenwichtige film. Tarantino weidt nu eenmaal graag uit in allerlei terzijdes die soms te lang duren. Daarin komt overigens zijn zwarte en subversieve humor volop tot bloei, geuit in de vorm van politiek incorrecte humor. Dit levert onder andere een hilarische scène op over de Klu Klux Klan, uitgebeeld als mannen met maskers waar ze niet doorheen kunnen kijken. De scène roept herinneringen op aan de onvergetelijke western-satire Blazing Saddles (1974) van Mel Brooks.
De nieuwe Tarantino mag weliswaar onevenwichtig en excessief zijn -het mist de strakheid van zijn eerste drie films- het is wel degelijk een meeslepend epos geworden over een zwarte bladzijde in de Amerikaanse geschiedenis. Over de gehele linie wordt er uitstekend geacteerd en de film zit vol memorabele, verrassende en amusante momenten. Als regisseur kan Tarantino zeker nog niet worden afgeschreven.
Ulrik van Tongeren
Django Unchained (Sony Pictures, 2012)