DEN HAAG – De man die op Prinsjesdag 2010 een waxinehouder naar de Gouden Koets gooide, moet een jaar worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Dat eiste de aanklager in hoger beroep vrijdag bij het gerechtshof in Den Haag.

De verdachte Erwin Lensink kwam, na 637 (!) dagen in voorarrest te hebben gezeten, in november vrij omdat het hof er ‘ernstig rekening mee houdt dat de straf minder zwaar zal uitvallen dan de tijd die verdachte nu al heeft uitgezeten.’ Hij werd eerder volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard. De rechtbank veroordeelde hem daarom al eerder tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Maar Lensink ging daartegen in beroep.

Als reden voor zijn actie op Prinsjesdag 2010 gaf hij op dat koningin Beatrix volgens hem onrechtmatig op de troon zit. Om zijn frustratie hierover kenbaar te maken gooide hij een minuscule aluminium waxinehouder tegen de Gouden Koets met de woorden “Oplichters, dieven, nazi’s, fascisten, verraders!” De vederlichte kaarshouder ketste af tegen de kogelvrije ruit. Lensink werd vervolgens door een horde agenten tegen de grond gewerkt en voor een kleine twee jaar achter tralies gezet in de zwaar beveiligde gevangenis te Vught.

Het OM beschuldigt Lensink van belediging van leden van het koningshuis, poging tot zware mishandeling van de lakeien naast de Gouden Koets, vernieling en bedreiging. Deze zaken zijn volgens het OM te bewijzen, maar ze kunnen niet aan de verdachte worden toegerekend. Op het moment dat hij de kaarshouder gooide, zou hij namelijk hebben geleden aan een waanstoornis. Daarom moet hij worden ontslagen van rechtsvervolging, hetgeen betekent dat hij ‘vrijuit’ gaat.

Maar het OM vindt ook dat Lensink nog steeds aan wanen lijdt en dat hij gevaarlijk is voor zichzelf en voor anderen. Daarom wil de aanklager dat de man gedurende een jaar ook nog eens in een psychiatrische kliniek behandeld wordt. Lensink probeerde eerder in hoger beroep tevergeefs de rechters van het hof in Den Haag te wraken, omdat de rechters door de kroon zijn benoemd. Volgens Lensink moesten ze daardoor als partijdig worden beschouwd.

Lensink, die niets tegen het koningshuis an sich heeft, kwam tot zijn daad omdat hij betwijfelt of Beatrix wel echt koningin is. Volgens de man was koning Willem III, de vader van koningin Wilhelmina, onvruchtbaar. Wilhelmina kan volgens Lensink dus niet zijn dochter zijn, waardoor ook Beatrix niet van hem afstamt. Erfopvolging leidt in zijn ogen tot een dictatoriale macht. Het hof in Den Haag doet uitspraak op 1 februari.