30

In de golf aan recent verschenen boeken over de aankomende wereldmacht China worden nogal eens wat superlatieven gebruikt: mondiale grootverbruiker van beton, de economie groeit er jaarlijks met 7 procent en het imperium bezit inmiddels al meer miljoenensteden dan Europa.

‘De omvang van China’s bouwproductie is moeilijk te bevatten. Onderzoekers voorspellen dat het land de komende twintig jaar tussen de twintig en vijftigduizend wolkenkrabbers van dertig etages of meer bouwt. In de Chinese bouwindustrie werken meer dan 40 miljoen arbeidsmigranten, evenveel als het totaal aantal inwoners van Argentinië’, schrijven Michiel Hulshof en Daan Roggeveen [blz 183] in hun zeer fascinerende boek De stad die naar meneer Sun verhuisde. Over nieuwe megasteden in China.

Hun insteek wordt snel duidelijk: ‘De Zwitserse investeringsbank UBS riep China’s vastgoedindustrie in maart 2011 uit tot ‘de belangrijkste sector van de wereldeconomie’.’ Want met de westerse kant van de wereldeconomie in crisis, mede veroorzaakt door een hypotheek-bubbel, lijken vergelijkbare ontwikkelingen in China het leeuwendeel van hun onderzoek te vormen. De crises en problemen die de enorme urbanisatie met zich meebrengt, staan centraal.

Onze reis naar het westen beschrijft de transformatie van twaalf ‘provinciestadjes’ in het hart van China tot potentiële wereldsteden.‘ De nadruk die op het woord potentieel ligt, is een logische. De mondiale concurrentiestrijd tussen steden speelt zich ook in China af. Elke stad wil een grote belastingvrije zone waar global players zich kunnen vestigen. Elke stad wil een centrum met hoogbouw waar de oude stad voor moet wijken. Elke stad wil een tweedeling tussen stadsbewoners en migranten in stand houden, anders moeten ze de kinderen van die migranten ook nog eens op scholen accepteren.

En zo reizen Hulshof en Roggeveen door China. Verbouwereerd door de bouwzucht, verbijsterd over de ecologische gevolgen, maar altijd gegrepen door wat er om ze heen gebeurt. Beide auteurs woonden een tijd in China en hebben zich ontzettend goed op hun reizen voorbereid. Chinese assistenten maakten de meest bizarre ontmoetingen mogelijk.

Een fantastisch boek voor iedereen die iets meer van China, en met name de bouwlust, wil begrijpen. Ze vergelijken de ontwikkelingen vanzelfsprekend met die in de rest van de wereld en schromen de grote greep niet: ‘De Amerikaanse theoreticus Mike Davis ziet in de opmars van ‘gated communities’ in zijn land zelfs ‘de vernietiging van de democratische stedelijke ruimte’. Als je die redenering mag omdraaien, passen de ommuurde wooneenheden juist prima bij het niet-democratische Chinese systeem.’ [blz 78].

De schrijvers besteden veel aandacht aan een van de meest bizarre verschijnselen van de Chinese economie: het verschil tussen de stedelingen en de plattelandsbewoners, zelfs in identiteitspapieren vastgelegd. Wie in de stad woont heeft toegang tot onderwijs en de stedelijke voorzieningen, wie op het platteland woont niet. Door die 40 miljoen arbeidsmigranten zijn er grote delen van het platteland naar de steden getrokken, echter zonder de bijbehorende rechten. De Chinese overheden verwachten nog steeds dat de rondreizende migranten uiteindelijk weer ‘thuis’ zullen eindigen.

Deze maatschappelijke tweedeling veroorzaakt allerlei aparte verschijnselen. Zo maken de dorpen die moeten wijken voor de stad, of die daardoor opgeslokt worden, officieel onderdeel uit van het platteland. In deze zogenoemde cheng zhong cun (een dorp in de stad) kunnen de arbeidsmigranten wél een woning huren, die de oorspronkelijke bewoners maar wat graag verhuren – zij verdienen tijdelijk even heel veel geld als huisbaas.

Lingdou

De lokale bottom up economie in deze dorpen binnen de stad lijkt in veel aspecten op die van andere wijken of stadsdelen die we arrival cities [de term is van Doug Saunders] noemen. In deze stadswijken wonen allerlei Chinese migranten – het land is natuurlijk veel diverser dan we ons kunnen voorstellen – tezamen, totdat ook deze dorpen in de stad moeten wijken voor geplande nieuwbouw.

Het is zo’n dorp binnen de stad alwaar de jonge antropologe Miriam Driessen een tijdlang verbleef voor een studie-onderzoek, of eigenlijk een serie van persoonlijke reportages over de kleurrijke inwoners van het dorp Lingdou. Het resulteerde in de publicatie van haar boek Het verloren dorp. China aan het begin van de 21ste eeuw. Nu ingesloten door de stad Xiamen is dit traditionele dorp ten dode opgeschreven.

Driessen verbleef er in de jaren waarin de inwoners van Lingdou zich voorbereidden op dat einde, en er hartstochtelijk op los leefden. Keuterboertjes werden plotseling miljonair, omaatjes eigenaresse van pop-up restaurantjes, dochters van arbeidsmigranten maakten ineens onderdeel uit van de urban fabric. Het is zo’n cheng zhong cun waar we met onze neus bovenop de ontwikkelingen zitten die de urbanisatie in China veroorzaakt.

Driessen besteedt veel minder aandacht aan de achtergronden van deze transformaties dan Hulshof en Roggeveen, maar pretendeert ook niet een uitputtend overzicht te bieden. Haar doel was om de bewoners van een dorp in de stad te portretteren voordat het dorp verdwenen zou zijn.

Zuid-Korea

Nog een stapje verder uitzoomen op specifieke stedelijke ontwikkelingen in Zuidoost-Azië wordt gedaan door een zestal kunstenaars in de Expodium/SpaceBeam uitgave CSSTC (Circle Square Star Triangle Cross). In het kader van een residentie-project onderzochten de Nederlandse kunstenaar Joris Lindhout en vijf Koreaanse collega’s (Yoo Gwangsig, Lee Saem, Chun Bokyung, Jung Sangsup, Jin Narae) een mogelijke toekomst.

Net als in China wordt er in Zuid-Korea ontzettend veel gebouwd. Net als in China verliezen de traditionele stadswijken, de urban villages, het daarin altijd van de op de tekentafel ontworpen nieuwe steden, de vertical villages. Maar in tegenstelling tot de eerder beschreven twee boeken over China wordt in deze uitgave volop gefantaseerd.

De auteurs beelden zich in dat zij archeologen zijn die in de nabije toekomst een net gebouwde maar door mysterieuze redenen weer omgevallen new town blootleggen. In hun analyse komt een boel van de door Hulshof, Roggeveen en Driessen benoemde problemen en scenario’s aan bod.

In combinatie biedt dit drieluik een niet altijd vrolijk stemmend beeld van de stedelijke ontwikkelingen in China (en Zuid-Korea). De lessen die op dit moment in de westerse wereld worden opgedaan over het einde van de modernistische stedenbouw, zijn kennelijk nog niet doorgedrongen tot de architectonische tekentafels in China. Maar misschien past de zucht naar authentieke stedenbouw wel bij een werelddeel als Europa, dat al lang geen dromen meer heeft.

Friso Wiersum

 

cover roggeveen hulshof
titel   De stad die naar meneer Sun verhuisde. Over nieuwe megasteden in China
auteurs   Michiel Hulshof en Daan Roggeveen
uitgeverij   Sun Architecture
prijs   € 19.50
isbn   978-94-6105-0281
Bij het boek behoort deze website.
cover driessen
titel   Het verloren dorp. China aan het begin van de 21ste eeuw
auteur   Miriam Driessen
uitgeverij   Wereldbibliotheek
prijs   € 15.50
isbn   978-90-284-2385-5
Lees hier enkele hoofdstukken uit het boek.
cover  csstc
titel   CSSTC (Circle Square Star Triangle Cross)
auteurs   Chun Bokyung, Jin Narae, Joris Lindhout, Jung Sangsup, Lee Saem, Yoo Gwangsi
uitgave   Eigen beheer. Te bestellen hier. Bij deze publicatie behoort dit weblog.

 

 

 

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties