DEN HAAG – Nederland heeft het Zeerechttribunaal in Hamburg ingeschakeld om een oordeel te vellen over de kwestie van het Nederlandse Greenpeace-schip de Arctic Sunrise.

De Staat vraagt vrijlating van de 30 bemanningsleden van het schip en vrijgave van de Arctic Sunrise. Naar verwachting volgt er binnen 2 à 3 weken in Hamburg een zitting waar Nederland en de Russische Federatie hun visie op het juridische geschil kunnen bepleiten. Het tribunaal velt naar alle waarschijnlijkheid eind november een oordeel.

De procedure wordt gevoerd op basis van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties uit 1982, waarbij de Russische Federatie en Nederland zijn aangesloten. De procedure in Hamburg is mogelijk omdat de Staat eerder, op 4 oktober, een arbitrage is begonnen tegen de Russische federatie. Dat was de verplichte eerste stap. Omdat Nederland vrijgave van schip en vrijlating van de bemanning spoedeisend vindt, is er een vervolgstap gezet.

Tegelijk wordt de arbitrageprocedure voortgezet. De Russische federatie moet voor 3 november een arbiter hebben benoemd. Nederland heeft dat inmiddels gedaan. In totaal zijn er vijf arbiters nodig. Als Rusland niet voor die dag een arbiter benoemt, dan kan Nederland de president van het Zeerechttribunaal vragen de overige vier arbiters te benoemen.

De dertig opvarenden van het Greenpeace-schip worden inmiddels 33 dagenlang gevangen gehouden in de Russische havenstad Moermansk. Hun schip werd 19 september geënterd tijdens een protestactie bij een olieplatform van Gazprom dat naar olie boort in de Pechora Zee. De voltallige bemanning van het schip is aangeklaagd voor piraterij. Daarop staat een celstraf van maximaal vijftien jaar.