Gabrielle belicht de strijd van een jonge vrouw met een lichte verstandelijke beperking die zich onder ‘normale’ mensen wenst te begeven. Hierdoor ontdekt zij haar tekortkomingen. Haar omgeving bemoeit zich ermee, ze hebben het beste met haar voor. De Franstalige Canadese film van regisseuse Louise Archambaut wil de toeschouwer met een warm gevoel de bioscoop doen verlaten. Het is dan ook een innige film geworden, een gepassioneerde verdediging van het recht van mensen met een verstandelijke beperking op een menswaardig bestaan.
Gabrielle (Gabrielle Marion-Rivard) is een levenslustige 22-jarige vrouw. Ze heeft het Williams syndroom, een erfelijke ziekte die voor een ontwikkelingsstoornis zorgt. Muzikale begaafdheid schijnt een uitvloeisel van dit syndroom te zijn. Gabrielle zingt op een dagcentrum voor verstandelijk gehandicapten in een koor dat zich voorbereidt op deelname aan een muziekfestival. Daar ontmoet ze Martin (Alexandre Landry) en wordt verliefd.
Claire (Marie Gignat), de moeder van Martin, ziet de vriendschap niet zitten, de zus van Gabrielle daarentegen wel. Hiermee komt het hete hangijzer, seks en liefde tussen gehandicapten, aan bod. Dat is eigenlijk niet de kern van de film. Het gaat in de eerste plaats om het recht van Gabrielle haar leven zo te leiden zoals zij dat zelf wil. Ze wil op eigen benen komen te staan en een appartement huren. Hoe dit tot stand kan worden gebracht, past niet in haar denkraam.
De wanhopige strijd van Gabrielle om bij de ‘normale’ mensen te horen, levert de meest aangrijpende, soms zelfs komische momenten op. Telkens weer stuit de vrouw op haar beperkingen. Op haar manier is ze weliswaar slim, maar niet toegerust op de ingewikkelde eisen die de samenleving stelt. De film oogt als een rijk gedetailleerde documentaire, maar bevat fictieve elementen.
Gabrielle Marion-Rivard als Gabrielle is zelf verstandelijk gehandicapt, al beklemtonen de makers dat ze niet haar eigen leven speelt. De rest van de cast bestaat uit een mengeling van professionele acteurs en mensen die zichzelf zijn. Dat geeft het geheel een authentieke uitstraling. Groot gevaar van een dergelijke film is dat het al gauw te politiek-correct wordt.
De film bruist van idealisme en hoop, en geeft daardoor een enigszins schematische voorstelling van zaken. De moeder van het vriendje van Gabrielle wordt nogal eenzijdig neergezet, zij is kunstmatig de slechterik in het stuk. Helemaal vreemd is het niet dat zij twijfels heeft bij de kersverse liefdesrelatie van haar zoon. De moeder van Gabrielle speelt vrijwel geen rol in de film.
Goed beschouwd is het een simpel verhaal, waarbij de complexiteit van het thema soms onderbelicht blijft. Daarom heeft Gabrielle een nogal onbestemd einde. Het thema van het zelfbeschikkingsrecht van licht verstandelijk gehandicapten blijft een lastig probleem. De dunne grens tussen gehandicapt en normaal wordt wel overtuigend verbeeld, het zorgt voor de emotionele lading in de film. Het gevecht van Gabrielle tot een menswaardig bestaan laat de traanklieren niet onberoerd. Een aangrijpende film die tot nadenken stemt.
Ulrik van Tongeren
Gabrielle (Cinéarte, 2013), vanaf 31 oktober in de bioscopen.