La Grande Bellezza (De Grote Schoonheid) is een beeldschone ode aan de Italiaanse stad Rome. Qua onderwerpkeuze en stijl herinnert de film aan Federico Fellini’s meesterwerk La Dolce Vita (1960). Beide films belichten de jetset van Rome, de rijke bovenlaag die zich te buiten gaat aan uitzinnige feesten.
Groots en meeslepend, zo valt deze epische film van Paolo Sorrentino te omschrijven. Tegelijkertijd is het een scherp en sarcastisch commentaar over het hedendaagse Italië. Daar waar La Dolce Vita nog een vertederende blik op de beau monde van Rome opleverde, presenteert La Grande Bellezza een halve eeuw later een aanzienlijk minder onschuldig beeld.
In het middelpunt van de film staat Jep Gambardella, een 65-jarige journalist die niet vies is van een feestje. Maar de man is tevens een cynische melancholische observator van de lege wereld der vermaak. De oorverdovende en oogverblindende feestpartijen vormen de ankers van de film. Sorrentino heeft ze meeslepend vormgegeven, als toeschouwer wordt je meegezogen in de hossende massa. Met als verrassend detail dat ze daar in Rome ook de polonaise dansen.
De feestvarkens zijn voornamelijk steenrijke senioren die middels plastische chirurgie hun eeuwige jeugd proberen vast te houden. Behalve al dat feestgedruis, zit de film vol betoverende beelden van de eeuwige stad Rome, de fraaiste zijn vanaf het water door de camera vastgelegd. En we maken kennis met allerlei buitenissige personages, types die zo in een film van Fellini zouden passen.
La Grande Bellezza is in feite een opeenstapeling van episodes van het rijke Romeinse leven. De film mist de strakke structuur van Il Divo (2008), een eerder theatraal politiek drama van Sorrentino. Zijn nieuwste productie is losser gemaakt en voelt soms als een improvisatie. Het is aan de fantastische acteur Toni Servillo, die Jep vertolkt, te danken dat alles toch strak in elkaar past.
Het filosofische en melancholische gemijmer van Jep vormt het kloppende hart. Ooit was hij na een veelbelovende debuutroman een succesnummer, dat tweede boek kwam er nooit. Jep is passief, heeft misschien al de hoop opgegeven. Nu leeft hij van het schrijven van artikelen over cultuur, en zijn we getuige van een hilarisch interview met een pretentieuze performance artieste.
Er zitten nogal wat stekelige verbeeldingen van die hedendaagse Italiaanse cultuurwereld in de film verwerkt. De nakende ondergang van de corrupte staat Italië is evenzeer tastbaar. En religie heeft een briljante persiflage opgeleverd in de persoon van Kardinaal Bellucci, die in de running zou zijn om Paus te worden. De satirische verbeelding van dat rijke Romeinse leven, wat ronduit leeg is, en de droefgeestige toon van verloren illusies, worden briljant aan elkaar gekoppeld.
Dat is te danken aan het meesterschap van Sorrentino. Hij neemt de tijd om zijn verhaal over Rome en de decadentie van de Italiaanse samenleving te tonen. Dan is een twee en half uur durende film geen bezwaar, er valt genoeg te genieten en te bewonderen. En steeds is daar weer die magnifieke Toni Servillo die in zijn vierde samenwerkingsverband met regisseur Sorrentino ons bij de les houdt. La Grande Bellezza is groots, meeslepend en onvergetelijk.
Ulrik van Tongeren
La Grande Bellezza (Cinemien, 2013), vanaf 7 november in de bioscopen.