Een journalist van een groot landelijk dagblad wilde deze week meer weten over een stukje dat ik begin dit jaar schreef over de voormalige bestuursvoorzitters Sjoerd van Keulen van SNS Reaal en Erik Staal van de wooncorporatie Vestia. Twee megalomane mannen die een financieel Tsjernobyl veroorzaakt hebben waar wij nog jaren de lasten van dragen. Ondanks hun falen zit het duo er overigens zelf warmpjes bij.
Ik schreef dat Van Keulen en Staal in de wilde jaren ’60 bevriend waren en actievoerders die ‘de Snip en Snap van het linkse actiewezen’ werden genoemd. Daar was de journalist in geïnteresseerd. Maar het was een grapje, uit mijn duim gezogen. De twee bestuurlijke prutsers kennen elkaar waarschijnlijk niet. Dat heb ik verder niet uitgezocht omdat het onbelangrijk was. Sjoerd van Keulen heeft een linkse achtergrond. Als 19-jarige deed hij mee met de bezetting van het Maagdenhuis, studeerde politicologie aan de UvA, speelde in een bandje, had lang haar. Dus: Sex & Drugs & Rock and Roll. Van Erik Staal weet ik zijn politieke voorkeur niet. Zijn riante positie had hij wel te danken aan de PvdA.
Van nabij heb ik meegemaakt hoe linkse mensen uit mijn jeugd zijn doorgeslagen naar de andere kant. Vooral die van arbeiders komaf, waar ik ook toebehoor, leverde een stroming nieuwe gelovigen op van het type Back to the future. Filosoof John Gray schrijft in Zwarte Mis: ‘In weerwil van zijn aanspraken op wetenschappelijke rationaliteit is het neoliberalisme geworteld in een teleologische interpretatie van de geschiedenis met een voorbeschikte bestemming (…) en vertoont het sterke verwantschap met het marxisme.’ Want, schrijft Gray: ‘De neergang van het christendom en de opkomst van het revolutionair utopisme hangen samen.’ Zeloten blijven zeloten, bedoelt de filosoof.
Toen ze zich ontwikkelden aan de universiteit kregen ze te maken met culturele barrières waardoor ze vervreemd raakten (een begrip uit het marxisme dat toen mode was) van hun afkomst. Ze bevonden zich in een cultureel niemandsland, hun afkomst zagen ze als blokkade voor een carrière in het bestuur of bedrijfsleven. Daarbij schaamden ze zich voor hun eenvoudige familie. Dat leverde taferelen op gelijk een komedie van Molière. Van deftig praten, gemaakte maniertjes tot merkwaardige kledingcombinaties. Ze kwamen even belachelijk over als de huidige fanatieke Ajax-supporter uit Twente die plat Amsterdams praat.
Of ze nu wel of niet van arbeiders komaf zijn, voor hun actieverleden – destijds verbonden aan de arbeidersstrijd – schaamden ze zich eveneens. Zodra ze op bestuurlijke posities terecht waren gekomen, ruïneerden ze de arbeidsmarkt voor de lage inkomens, hun afkomst waar ze liever niet aan herinnerd wilden worden. Loon ver onder het minimum, tijdelijke contracten, geen WW, geen vooruitzicht, terwijl de bazen met drie keer Balkenende fluitend de deur uitliepen.
Dat werd geperfectioneerd door hun opvolgers. Zo creëerden ze een cultuur van armoede en een almaar groter wordende inktvlek van voedselbanken. De nieuwe multinational. Dat wordt dan afgedaan met: Je hebt het er zelf naar gemaakt. Wat vervolgens weer een versplinterd politiek landschap oplevert: mensen met een lage opleiding wijken uit naar de SP en PVV, met een afkeer van alles wat met de elite te maken heeft. Voor zover je dat nog elite kunt noemen.
Ron Kretzschmar