‘s GRAVELAND – Als Frisia Zout BV toestemming krijgt om zout te gaan winnen uit de Waddenzee, zal op den duur een kwart van het aantal kanoeten en bergeenden verdwijnen.
Ook andere steltlopers en bergeenden zullen onaanvaardbaar lijden onder de gevolgen van zoutwinning en de daarmee gepaard gaande bodemdaling, zo stellen Natuurmonumenten, de Waddenvereniging en de Vogelbescherming. Dit blijkt uit onderzoek van het NOIZ dat vandaag wordt aangeboden aan Kamerleden voorafgaande een overleg over zoutwinning in de Waddenzee. Kanoeten en bergeenden behoren in Nederland tot beschermde diersoorten.
Frisia Zout BV, onderdeel van multinational K+S Salz, onderzoekt de mogelijkheid om vanaf land onder het eiland Ballastplaat in de Waddenzee zout te winnen. Nu haalt de zoutfabriek nog een miljoen ton uit de bodem in Noordwest-Fryslân. Als de Tweede Kamer de winning onder de Waddenzee goedkeurt, zou daar nog decennia zout gewonnen kunnen worden. Volgens directeur Durk van Tuinen zit er ongeveer 23 miljoen ton in de zeebodem.
Volgens de ingediende Milieu Effect Rapportage (MER) zou de winning geen aantoonbaar effect hebben op beschermde wadvogels. Maar in de MER is belangrijk, openbaar gepubliceerd, ecologisch onderzoek niet meegenomen. Natuurmonumenten en de Waddenvereniging hebben daarom het NIOZ ingeschakeld om de ecologische consequenties van de verwachte bodemdaling door deze zoutwinning te onderzoeken.
Het verplaatsen van de zoutwinning van land naar zee kan rekenen op steun van veel bewoners in Noordwest-Fryslân, omdat het winnen van zout de afgelopen jaren heeft geleid tot bodemdaling. Dat zal op het land nu stoppen, zo is de verwachting. Om diezelfde reden is echter ook zoutwinning onder de Waddenzee omstreden. Natuurbeheerders vrezen dat zandplaten en het eiland Griend door bodemdaling mogelijk kleiner worden of verdwijnen.
Frisia Zout heeft toegezegd uiterlijk in 2021 de winning van zout onder het Friese platteland te zullen beëndigen, zodra het een vergunning krijgt voor winning in de Waddenzee. Het is de bedoeling dat daar in 2015 voor het eerst zout omhoog wordt gepompt, een kleine vier kilometer van Harlingen vandaan waar de fabriek van Frisia staat. Het zout wordt overigens aangeboord vanaf het huidige terrein van Frisia in de Harlinger haven.
In de ogen van de natuurorganisaties gaat de winning van bodemzout niet samen met de kernwaarden van de Waddenzee. “In een gebied dat is aangewezen als Unesco Werelderfgoed en een cruciale schakel vormt voor de internationale vogeltrek, moet je investeren in duurzame economische ontwikkelingen”, aldus regiodirecteur Wilfred Alblas van Natuurmonumenten. Ze dringen er bij de staatssecretaris Dijksma (PvdA) op aan om in te zetten op duurzame ontwikkeling van de Waddenzee en de vergunning definitief in te trekken.