zuchtend door de dagen
die voorbij gaan in ‘t moment
klaag ik duizend vragen
wanneer zal het zijn
en als het dan al is
is dan in ‘t voorbij
het gevrijwaard zijn
van pijn een tijdelijkheid
op weg naar sterfelijkheid
bomen hebben het zwaar
wanneer wind hun tak
en blad verdrukt
onzeker het bestaan van het
insect dat dwarrelt
door de lucht
de vogel zit al klaar
met opengesperde bek