The unreal estate guide to Detroit is niet alleen een gids over en voor Detroit, maar tevens een lofzang op informele culturele, sociale en politieke mogelijkheden.
In Italo Calvino’s Onzichtbare steden vertelt Marco Polo een Tataarse keizer fictieve verhalen over steden waar hij doorheen zou hebben gereisd – tot groot plezier van beiden, misschien juist wel door de schijn van waarheid die ze blijven hanteren. Tegenwoordig hebben we daar het internet voor. Iedereen kan een serie foto’s van een stad als zijnde de essentie ervan presenteren, en velen doen dat ook. Het is aan de kijkers om te realiseren dat het een serie beelden betreft met een essentie, maar niet het enige beeld, de essentie.
Een stad die daar in het bijzonder onder heeft geleden is Detroit in de VS. De decennia durende aftakeling van de stad resulteerde afgelopen jaar in een faillietverklaring. Maar Detroit zelf is een hot spot aan het worden voor allerlei types, aangetrokken door diezelfde aftakeling. Of dat nu is vanwege de goedkope huizen, dito huren, de mogelijkheid om urban farming wat grootschaliger aan te pakken, of vanwege de kans om er de meest spectaculaire verval-fotografie, ruin porn, te ensceneren.
De Franse fotografen Marchand en Meffre gingen daarin tot nu het verst, en worden nadrukkelijk aangesproken door Detroiters die de liefhebbers van ruin porn eigenlijk liever kwijt dan rijk zijn. Want ruin porn bevestigt slechts wat ooit was en nooit meer zal komen, biedt geen mogelijkheid de toekomst te verkennen. Daarmee drukt het Detroit eigenlijk dieper in de problemen in plaats van bij te dragen aan mogelijke oplossingen.
En mogelijke oplossingen formuleren voor de waaier aan problemen (naast een faillietverklaring zijn dat armoede, analfabetisme, alcoholisme en drugsoverlast, segregatie, ontbreken van openbaar vervoer, afwezigheid van banen) die Detroit teistert, is dat nu juist wat een boel stedenbouwkundigen, architecten, social engineers, kunstenaars en conflict specialists naar de stad drijft. Vanzelfsprekend zijn zij (zeker in hun eigen ogen) geen ramptoeristen, maar tijdelijke inwoners van Detroit.
Ook Andrew Herscher – universitair docent architectuur aan de universiteit van Michigan – behoort tot die laatste groep. Met zijn specialisme op het vlak van post-conflict management, de rol van culturele monumenten en de beleving van identiteiten (hij werkte onder meer voor de Verenigde Naties op de Balkan) is hij iemand die een ander beeld van Detroit kan schetsen.
Herscher woont zelf in Ann Arbour, de intellectuele speelplaats op een uurtje rijden van Detroit, maar is vaak in de ‘gevallen stad’ te vinden. Hij onderwijst studenten in de stad, ontmoet graag de buitenlanders die professioneel in Detroit komen ‘rondhangen’ (waar ik er ook een van was), kent de verborgen parels van de stad en legt dwarsverbanden tussen zijn eerdere werk en zijn belevenis van Detroit.
Mede daarom is The unreal estate guide to Detroit een verademing om te lezen. Voor Herscher is de ‘creatieve klasse’ een marketing verhaal van Richard Florida, geen nastrevenswaardig ideaal voor stadsontwikkeling. In de inleiding van zijn boek beschrijft Herscher hoe stedenbouwkundige theorieën altijd gebaseerd worden op specifieke perioden van groei, en worden afgedankt zodra er een ander soort groei bepalend wordt.
Maar de groei wordt altijd in termen van financiële waardevermeerdering gedefinieerd. Volgens Herscher bieden die paradigmata nergens een valide basis voor echt inzicht in stedelijke ontwikkelingen, in Detroit al helemaal niet. Wat die theorieën namelijk miskennen is de mate waarin een stad ook gevormd wordt door de collectieve dromen, fantasieën en wensen van de inwoners. Door de manieren waarop stedelingen hun stad publiek maken – publiek als in voor elkaar en met elkaar, niet als decor voor ruin porn zoekers.
Daarmee is Herscher’s boek niet alleen een gids over en voor Detroit, maar ook een lofzang op allerlei steden waar informele culturele, sociale en politieke mogelijkheden worden uitgeprobeerd. Zoals Herscher zelf schrijft, is zijn boek daarmee geen kritiek op stedenbouwkundige praktijken, maar een beschrijving van een recht; het recht om als inwoners niet van je stad te worden uitgesloten. Het door hem omschreven informal urbanism is inderdaad een mondiaal verschijnsel, sla er voor een economische analyse Doug Saunders voor de culturele uitingen van pixacao of voor de veranderingen in Amsterdam Noord Merijn Oudenampsen maar eens op na.
De vele foto’s in Herscher’s boek komen, die informaliteit indachtig, van verschillende fotografen en spreken voor zich. Soms lijken de afbeeldingen op de hippe plaatjes van urban art, maar waar Herscher zijn academische duiding de ruimte geeft, lees je meerdere lagen op elke foto. Daarmee wordt je niet alleen verleid dit kleinood van een boek aandachtig tot je te nemen, maar ook de wereld om je heen kritischer te bevragen. Of, zoals een van de gefotografeerde teksten in het boek toont: The whole why world!
Friso Wiersum
titel The unreal estate guide to Detroit
auteur Andrew Herscher
uitgever University of Michigan Pres
isbn 978-0-472-03521-2
prijs 30 dollar
online hiero