Er moet in Nederland een Joint Intelligence Committee komen die boven de inlichtingendiensten staat. De onenigheid tussen de ministers van Defensie en Binnenlandse Zaken zal anders voortduren.
Politici in de Tweede Kamer en de media hebben zich eerder deze week gestort op de kwestie over het onjuist informeren van de Tweede Kamer door de ministers Plasterk en Hennis. De onenigheid tussen de ministers van Defensie en Binnenlandse zaken zal blijven voortduren zolang het parlement niet zijn verantwoordelijkheid neemt voor een grote reorganisatie van de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Die diensten moeten weg bij de ministeries.
Uit antwoorden op vragen van de Tweede Kamer blijkt dat de Nationale Sigint Organisatie (NSO) al in december 2012 de ‘beruchte’ 1,8 miljoen metadata heeft verzameld. Dat moet de minister van Defensie, Hennis, al die tijd hebben geweten. Maar nee, de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) zwijgt een jaar lang tegen zijn partner binnen de NSO, de AIVD, en de minister van Defensie houdt haar mond tegen collega Plasterk van Binnenlandse Zaken.
Dagblad Trouw concludeert: ‘Dat betekent dat een van de twee diensten geweten moet hebben dat minister Plasterk onterecht ontkende dat Nederland er iets mee te maken had’. Zonder twijfel was dat de MIVD onder verantwoordelijkheid van de minister van Defensie.
Gebrekkige samenwerking
Uit verschillende rapporten van de Commissie van Toezicht blijkt dat de samenwerking tussen de AIVD en MIVD binnen de NSO niet zonder slag en stoot verloopt. Gezagsmatig valt de verantwoordelijkheid over de NSO dan onder twee ministers. Maar beheersmatig bepaalt de MIVD welke ‘militaire gegevens’ deze dienst verzamelt en doet daar zeker niet zo maar spontaan mededeling over aan de AIVD.
De commissie Dessens adviseert de regering om maar weer eens een ‘nieuw ambtelijk apparaat’ in het leven te roepen dat de minister van Binnenlandse Zaken extra ondersteuning moet bieden op het gebied van inlichtingen. Onzin! Bob de Graaff, hoogleraar Intelligence & Security Studies, ondersteunt dit advies, maar het is niet de oplossing. Het grote mes moet er in, want er is meer aan de hand.
Hoogleraar Cyrille Fijnaut vindt het opvallend dat luchtmachtgeneraal en voormalig commandant der Strijdkrachten (CDS) Dick Berlijn door premier Mark Rutte is aangewezen om leiding te gaan geven aan een ‘Comité Verenigde Inlichtingendiensten’. Dan moet de samenwerking tussen de inlichtingendiensten MIVD en AIVD wel gebrekkig zijn.
Het is geen staatsgeheim dat er tussen medewerkers van de militaire en de civiele inlichtingen- en veiligheidsdiensten veel onderling wantrouwen heerst. Rapporten van Nederlandse ambassades maken geregeld melding van aanvaringen tussen MIVD en AIVD. Het onderling vliegen afvangen is tot sport verheven. Scoringsdrift gaat voor samenwerking, laat staan dat er gegevens worden gedeeld. De lange geschiedenis van de MIVD is daar debet aan.
Joint Intelligence Committee
De Kamer moet juist nu een commissie instellen die in één keer de hele machinerie van inlichtingendiensten in Nederland aanpakt. Want de kans op herhaling van aanvaringen tussen de MIVD en de AIVD, tussen diensthoofden en nog erger, tussen ministers onderling, blijft anders onverminderd groot. Er gaat te veel mis tussen die twee diensten.
Er bestaat ook een fundamenteel verschil tussen militairen en burgers, tussen de MIVD en de AIVD, dat neem je niet weg met een extra bureautje bij de Secretaris-Generaal (SG) van de minister van Binnenlandse Zaken. Zo’n ondersteuning is slechts een hechtdraad in een wond; een draad die zelfs langzaam oplost en alleen littekens achterlaat.
Een grote reorganisatie van de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten is dus noodzakelijk. Benoem naar Brits model een Joint Intelligence Committee, een overkoepelend en sturinggevend apparaat, ondergebracht bij Algemene Zaken, bij het kabinet van de minister-president. Doe het goed en breng daar niet alleen de AIVD, de MIVD en de NSO in onder.
Gelijksoortige diensten, zoals bijvoorbeeld het Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), horen daar ook thuis, evenals vertegenwoordigers van de ministeries van Buitenlandse en Economische Zaken. Er is nu sprake van een moderne vorm van incrowd. Teveel diensten op terrein van inlichtingen, terrorismebestrijding, cybercriminaliteit doen teveel hetzelfde. Een joint committee moet daar verbetering in aanbrengen.
Kees Jan Dellebeke