Regisseur Jia Zhang-ke heeft met zijn A Touch of Sin een ontluisterend beeld van het hedendaagse China afgeleverd.
Jia Zhang-ke is een regisseur die de hedendaagse ontwikkelingen in China verwerkt in zijn films. Het gaat dan om het doorgeschoten kapitalisme waarbij traditie en fatsoen het onderspit delven. Zijn vorige zes films haddden een sterke documentaire inslag. A Touch of Sin is een wraakfantasie van mensen die ervaren dat ze slecht behandeld worden, het heeft iets weg van een actiefilm. Gebaseerd op waar gebeurde feiten toont Zhang-ke ons de steeds gewelddadiger wordende Chinese samenleving.
A Touch of Sin, die in China zelf niet mag worden vertoond, is opgedeeld in vier episodes gesitueerd in verschillende delen van China: een uitgebuite mijnwerker probeert verhaal te halen bij zijn werkgever, een zwervende jongeman steelt van de rijken, een hostess steekt een lastige klant dood en een zwervende fabrieksarbeider zoekt liefde en geluk. Al deze personages zijn gegriefd door hen aangedaan onrecht en proberen hun gram te halen.
De regisseur heeft overigens zijn voorkeur voor de documentaire niet geheel los gelaten. Zo bevat deze film redelijk wat verrassende details gegrepen uit de dagelijkse Chinese realiteit. In zijn werk toont Jia ons het snel veranderende China waar het individu ondergeschikt is gemaakt aan het algemeen belang. In de praktijk komt dat algemeen belang neer op de belangen van grote bedrijven en de elite met hun megalomane plannen. De filmmaker komt op voor de verschoppelingen in de samenleving zonder in loos pamflettisme te vervallen.
Zijn Still Life (2006) is misschien wel zijn meest treffende verbeelding van de kloof tussen de machthebbers en de bevolking. Die film toont in documentaire stijl hoe een tweeduizend jaar oude stad onder water wordt gezet om er de grootste dam en waterkrachtcentrale van de wereld te kunnen bouwen. Ruim een miljoen mensen werden gedwongen om te verhuizen. Ondanks het berustende verdriet en de wanhoop ervaren we in deze film vleugjes van hoop en vreugde.
In A Touch of Sin is daarvan weinig te merken. Tegen het eind zijn we getuige van iets luchtigs in de vorm van een fragment in een bordeel, voor het overige is het een sombere en bijna nihilistische bespiegeling over China geworden. Degenen die zich schuldig maken een machtsmisbruik worden in de film dan wel op een bloederige wijze afgeslacht, het levert bepaald geen opbeurend gevoel op.
Toonde de filmmaker in zijn eerdere werk nog enig begrip voor de radicale ingrepen van de overheid op het leven van velen, inmiddels lijkt het erop alsof hij inmiddels zijn geloof in een goede afloop van de opbouw van het ‘nieuwe’ China is kwijt geraakt. De verwoesting van het land in zijn nieuwe film is immens, de gekoesterde tradities worden zomaar weggevaagd door de regenten. De alliantie tussen de regerende klasse en de grote bedrijven zorgen enkel maar voor wanhoop en ellende onder de bevolking.
Gelukkig is de film, ondanks alle somberheid, geen loodzwaar drama geworden. A Touch of Sin bevat genoeg speelse observaties die het tot een aantrekkelijk kijkspel maken. Het vertoonde brute geweld in deze film van de humanist in hart en nieren Jia Zhang-ke is wel even wennen.
Ulrik van Tongeren
A Touch of Sin (Cinéarte, 2013), nu in de bioscopen.