DEN HAAG – Uit onderzoek van TNS Nipo blijkt dat 42 procent van de mensen zegt te willen gaan stemmen op 19 maart, een historisch lage opkomst voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Als we het onderzoek van TNS Nipo mogen geloven is na komende woensdag het minderhedendebat weer helemaal hot. Slechts 42 procent van de kiesgerechtigden in dit land, zo’n 5 miljoen burgers, zou nog de moeite willen nemen het lokale schoolgebouw aan te doen voor het gebruik van het onnozele rode kleurpotloodje. Vier jaar geleden was dat nog 54 procent en in 2006 58 procent. Er is dus sprake van een sterk dalende lijn, de burger wordt steeds slimmer.
Voornaamste reden voor de naar schatting 8 miljoen burgers om niet deel te nemen aan het derderangs lokale verkiezingscircus is dat men vindt dat stemmen toch geen zin heeft (33 procent). Andere redenen: ‘Ik weet te weinig van lokale politiek en partijen’ (20 procent), ‘Ik heb geen belangstelling voor (gemeente)politiek’ (18 procent), ‘Uit protest, onvrede over gevoerd beleid, gang van zaken’ (18 procent) en de beste ‘Ik ga nooit stemmen, heb nog nooit gestemd’ (11 procent).
Van de minderheid die wel gaat stemmen, geeft een groeiend aantal deelnemers de voorkeur aan een lokale partij. De lokale partijen, die nu samen al goed zijn voor een kwart van de raadszetels, groeien verder door en komen waarschijnlijk ruim boven een kwart van de stemmen. Zo zorgt in een stad als Rotterdam de partij van Joost Eerdmans van LR (Leefbaar Rotterdam, sorry RVD, zal het nooit meer doen) er voor dat gevestigde partijen vrijwel volledig zullen worden weggevaagd.
De zorg (jeugdzorg, ouderenzorg, gehandicapten) is volgens TNS Nipo het belangrijkste thema voor de kiezers, beduidend belangrijker dan vier jaar geleden. Ook sociaaleconomische onderwerpen als werkgelegenheid en armoedebestrijding zijn nu belangrijker dan vier jaar geleden. Zowel de langdurige zorg, de jeugdzorg als werk & inkomen worden na de drie grote decentralisaties belangrijker taken van de gemeenten.
Om het opkomstpercentage weer wat op te krikken, bedenken betrokkenen de meest maffe ideetjes. Zo heeft de Amsterdamse gemeenteraad geregeld dat bedrijven en instellingen op vertoon van de stemkaart korting geven. Politicoloog en Kieskompas-bedenker André Krouwel ziet graag dat de dag waarop we mogen stemmen een feestdag wordt, zoals koningsdag. “We moeten het feest van de democratie, het stemmen, veel meer vieren. Dat zal ook helpen om de opkomst te bevorderen. We zijn een slim landje, dus we kunnen dit.”
De reden dat ik niet stem moet niet opgevat worden als een motie van wantrouwen tegen welke partij of partijpoliticus dan ook, was het maar zo simpel, maar als een motie van wantrouwen tegen ons rivaliserende partijpolitieke bestel. Dit staat machteloos tegenover de partij- en landsgrenzen overstijgende problemen van onze mondialiserende tijd, die om een dito aanpak vragen. Vandaar dat ons bestel niet meer van deze tijd is en in het belang van het algemeen op de schop genomen dient te worden. Zolang partijen uit lijfsbehoud hieraan voorbijgaan en hun heil blijven zoeken in een uitzichtloze verkiezingsstrijd, geven zij met elkaar blijk van een schrijnend gebrek aan realiteitszin. Met alle moedeloos makende consequenties van dien, waar met name ons kroost – toch onze eerste zorg(!) – de rekening van gepresenteerd zal krijgen. Stemmen aanstaande woensdag? Kom nou!
Ter overweging: hoe lager de opkomst, hoe meer invloed de stemmen hebben die wèl zijn uitgebracht.
Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen Stemweigeraars en gewone Niet-stemmers.
Stemweigeren is een vorm van (anarchistische) politieke actie, een politiek statement zogezegd, waarbij men niet te belazerd is om naar het stemlokaal te gaan en daar het eigen stembiljet in te leveren met de mededeling “Ik weiger te stemmen. Wilt u hier proces verbaal van opmaken.” Let er op dat dit ook inderdaad gebeurt want de vrijwilligers achter de tafel weten tegenwoordig vaak niet eens meer wat hiermee aan te vangen en zwammen maar wat raak als ‘is niet nodig’. Desnoods vraag je het hoofd van het Stemburo erbij, want het is een politiek statement. Deze nadrukkelijk geweigerde stem wordt niet meegeteld in de uiteindelijke zetelverdeling.
Gewoon niet-stemmen wordt wel meegeteld bij de uiteindelijke zetelverdelingen en zijn geen politieke actie en zijn ook niet politiek te duiden. Gewoon niet-gaan kan behalve uit ‘protest’ ook voortkomen uit luiheid of onverschilligheid. Wie Stem-weigert stelt een politieke daad.
Je stem gaat nooit naar een partij waar je niet op stemt. Zowel de blanco stem als de stem van iemand die niet gestemd heeft wordt namelijk niet meegenomen in de zetelverdeling. Die stemmen worden in het geheel buiten beschouwing gelaten.
Wat mij betreft wordt de democratie afgeschaft.
De Knarfisten regelen het zelluf wel.