23

Vroeger had je politici die het beste ervan maakten en de leegloop uit de stemlokalen verklaarden door te roepen dat niet-stemmen eigenlijk betekent dat mensen heel tevreden zijn. Volgevreten en bevredigde mensen hoeven hun stem niet meer te laten horen, die vinden het wel best zo, was de gedachtegang. Tegenwoordig, zo’n beetje sinds de Fortuyn-shock, begrijpen ze dat er wat meer aan de hand is.

Niet stemmen is niet zeiken, chanteert de Amsterdamse burgemeester Van der Laan bijvoorbeeld. Hij begrijpt donders goed dat al die mensen die ‘met de voeten stemmen’ en weglopen van ‘het democratische proces’, de legitimiteit van zijn bestuur aantast. De stemmen zijn plotseling meer dan ooit nodig. Een demagogische vorm van morele dwang kan dan misschien helpen, moet Van der Laan hebben gedacht.

Stemmen wordt nu dus kennelijk wél gezien als een uiting van tevredenheid met het bestuur. Als beloning mag je zelfs zo nu en dan een beetje komen klagen en zeuren. Maar wie de bestuurders niet sanctioneert met zijn symbolische gang naar het stemlokaal, verliest het privilege dat hem door koning Eberhardt gegeven is om te zeiken. Van der Laan bedoelt eigenlijk met ‘zeiken’: klagen, suggesties aandragen voor dingen die niet goed gaan, meepraten. Niet dat de burger mee mag beslissen als hij eenmaal gestemd heeft, dat recht blijft uiteraard voorbehouden aan de bestuurders zelf.

Zelf zie ik de zaken meer van de andere kant: wie stemt, stemt in, en heeft dus zijn recht op klagen verspeelt. Juist van de mensen die autonoom zijn gebleven, de niet-stemmers, is het begrijpelijk en redelijk dat zij hun wantrouwen in het apparaat bijstaan met allerlei vormen van weerstand.

Ons soort democratie verloopt via het marktmodel. De partij stelt zich op als een bedrijf met een beleidsproduct en bijbehorende managers die dat uitvoeren. Aan het einde van het productieproces mag de kiesconsument uit het aanbod kiezen. Als een product wordt aangeboden kun je dat wel of niet aanschaffen. Niet aanschaffen lijkt me dus een hele legitieme optie waarbij ik verder geen enkel recht inlever om te zeiken, klagen of anderszins van leer te trekken tegen het product. Ik heb namelijk een reden het niet te kopen.

Wat mij betreft mag dit circus van bedrog worden afgeschaft. Sluis het geld dat vrijkomt maar door naar een professioneel ambtenarenapparaat dat nuttige voorzieningen levert en stel een formele verlichte dictatuur in. Dat kan eenvoudig door deze schijnvertoning neer te halen. Ik vraag me af of mensen verandering zouden merken, behalve dan dat die vierjaarlijkse poppenkast niet meer op tv verschijnt en je op de markt niet langer lastig gevallen wordt met rozenverkopers die een vervelend soort interesse in je tonen.

Er zou niet veel veranderen. Een petitie indienen, bij de baas met suggesties komen of de boel saboteren kan ook in een dictatuur of onder slavernij. Als we ze echt zat zijn, volgt er wel een stevige correctie via de straat. In Oekraïne kregen de stemmers ook ongelijk. Wat daar kan, kan hier natuurlijk ook.

Hector Reban

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties