BRUSSEL – Een drietal vredesactivisten heeft afgelopen donderdag de toegang tot de wapenconferentie EDA in Brussel een ‘bloederig’ aanzien gegeven.
Europese defensiemedewerkers en directeuren van wapenbedrijven keken donderdagochtend vreemd op bij het gadeslaan van het tafereel voor de ingang van de Albert Hall in Brussel. Drie als zakenlieden verklede actievoerders, behorend tot de organisatie Vredesactie, zaten hinderlijk in de weg op de stoep in een plas van rode verf terwijl ze stoïcijns de Financial Times aan het lezen waren.
Met de nodige moeite wisten de deelnemers aan de jaarlijkse conferentie van het Europees Defensieagentschap (EDA), met dit jaar European Defence Matters als slogan, zich een weg naar binnen te banen, verfsporen achterlatend op de loper die daardoor nog roder werd. Agenten hadden nogal wat moeite de actievoerders te verwijderen, waarna personeel van de Albert Hall met gezwinde spoed het eigen stoepje schoonveegde.
Met de actie protesteren ze tegen de buitensporige invloed van de Europese wapenbedrijven op het Europees veiligheidsbeleid. CEO’s van dit soort bedrijven krijgen op de conferentie een podium om hun verlanglijstjes aan de EU over te maken. “De wapenindustrie bepaalt waar de EU haar middelen aan spendeert”, meldt Tom Cox van Vredesactie. “Voor de wapenindustrie zijn gewapende conflicten wereldwijd een bron van inkomsten. Met rode verf maken we het bloedvergieten zichtbaar waarmee de wapenindustrie winst maakt.”
Toekomstige investeringen in de ontwikkeling van wapentechnologie stonden centraal op de tweedaagse conferentie European Defence Matters. Drie van de vijf panelleden in een discussie over dit thema waren bedrijfsleiders uit de Europese defensie-industrie. “De wapenindustrie wil in de eerste plaats winst maken. […] Het is dan ook bijzonder zorgwekkend dat wapenbedrijven de voornaamste plek innemen aan tafel als het gaat over de gewenste investeringen in nieuwe wapentechnologie”, aldus Cox.