De spanningen die permanente baanonzekerheid veroorzaakt op de werkvloer gaat op den duur ten koste van de gezondheid van de werknemers.
Wat er mis is met de ‘onderbuik van de jobmarkt?’ Er zouden minder uitzendkrachten binnen een bedrijf moeten werken, en die er werken zouden eerder moeten kunnen doorstromen naar vaste contracten. Je kan beweren dat er op dit moment sprake is van een koude oorlog tussen werkgevers en werknemers, die trouwens niets vergeleken is bij de concurrentiestrijd tussen werknemers onderling dat zich uit in collega’s pesten zonder dat er enige aanleiding voor is. Kortom, permanente baanonzekerheid veroorzaakt spanningen die op den duur funest is voor de gezondheid van veel werknemers.
Dit zijn enkele conclusies over het leven aan de ‘onderkant van de arbeidsmarkt’ die zijn te lezen in het boek Wegwerpmens van Tuur Viaene. Na drie jaar geleden zijn masterdiploma Geschiedenis te hebben behaald aan de Universiteit van Gent, ging hij zonder zich eerst te oriënteren voor een baan op zijn vakgebied onmiddellijk aan de slag om als jonge vader geld te verdienen voor zijn gezin. Hij moest ook wel, want in België geldt in tegenstelling tot Nederland een ‘beroepsinschakelingstijd’: iemand die net is afgestudeerd heeft een jaar geen recht op een uitkering. Hoewel ons land deze regeling niet kent, is de carrièreloop van een jonge hoogopgeleide werkzoekende tegenwoordig veelal hetzelfde. Ook bij ons geldt dat hoogopgeleide jonge mensen steeds meer ‘opgesloten raken’ in de wereld van de tijdelijke laaggeschoolde arbeid.
Nepvacatures en flitsjobs
Viaene hopt als ‘interimmer’ rap van job naar job – soms al na een dag – zoals werknemer aan de lopende band, lader, losser, inpakker, sjouwer en soortgelijke functies die meestal vallen onder zwaar, vies werk. Vacatures die in de mooi opgemaakte etalages van de uitzendbureaus onveranderlijk worden aangeprijsd als ‘operator’, ‘floormanager’, ‘logistiek medewerker’ en altijd voor ‘onbepaalde tijd’ met ‘uitzicht op vaste aanstelling voor een kanjer die weet wat hij wil’.
In het begin liep hij hoopvol de uitzendbureaus binnen, maar kwam er achter dat het veelal om nepvacatures gaat. Een praktijk die bij wet verboden is, maar ‘niemand van Sociale Zaken die ze er op aan spreekt’. Integendeel, beleidsmakers en (pseudo)deskundigen weten niet meer te zeggen dan: ‘Wie werkloos is heeft dat aan zichzelf te danken’ of ‘Blijven zoeken en blijven werken aan jezelf’. Waarom de bureaus zich schuldig maken aan windowdressing? Viaene geeft hierop geen pasklaar antwoord, maar je zou kunnen denken dat een bureau met meer inschrijvingen sterk denkt te staan op de werkmarkt ten opzichte van de concurrenten.
Na enkele ‘flitsjobs’ krijgt hij zijn twijfels over de politiek van de bedrijven. Waarom plant een bedrijf de werkzaamheden niet beter? De ene week een bestelt het wegens grote drukte een groep uitzendkrachten, terwijl het niet lang daarna werknemers naar huis stuurt omdat er geen werk is. Dat komt, denkt Viaene, omdat bedrijven elkaar ‘beconcurreren op het vlak van flexibiliteit’ wat samenhangt met de kosten. Waarbij opgemerkt moet worden dat een uitzendkracht per uur meer kost dan een vaste kracht, terwijl de laatste veel meer verdient dan een uitzendkracht. De gedachte er achter is dat bij makkelijk ontslag per dag uiteindelijk toch goedkoper is en de maatschappij toch wel betaalt in de vorm van uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid.
Onvermijdelijk bureaucratisch doolhof
Totdat het moment aanbreekt dat de eerste symptomen van een depressie zich aankondigen bij deze interimmer: ‘Zo komt het dat ik gedurende de mooie lentemaand mei de rolluiken al naar beneden laat wanneer het nog dag is’. Want de problemen op de arbeidsmarkt zullen steeds meer zijn gezinsleven gaan bepalen en uiteindelijk is hij financieel genoodzaakt, nadat hij voor de zoveelste keer onvrijwillige baanloosheid is geraakt, zijn gang te maken naar de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), zeg maar de Vlaamse UWV. Na een jaar heeft hij immers recht op een uitkering.
Daar komt hij van de wereld van nepvacatures met wervende teksten en de slecht betaalde flitsjobs van de uitzendbureaus als een Alice in Wonderland terecht in de autistische wereld van de ambtelijke bureaucratie, waar hij van het kastje naar de muur wordt gestuurd door de ongeïnteresseerde medewerkers aldaar. De korte opleidingen die men hem aanbeveelt, men is er helemaal niet in geïnteresseerd dat Viaene al hoge scholing heeft genoten, en de vacatures blijken even nep als die van de uitzendbureaus. Kortom, een martelgang die eindigt in totale teleurstelling en die hem een gevoel van ultieme vernedering bezorgt.
Viaene schreef met Wegwerpmens een vlot journalistiek verhaal over de respectloosheid en rechteloosheid die heerst aan de onderkant van de arbeidsmarkt waarin je bittere uitspraken kunt lezen die uit zijn tenen lijken te komen. Zoals deze: ‘Uitzendkrachten zijn de walmende darmen van de arbeidsmarkt’. Een leven dat op den duur ook een weerslag krijgt op zijn sociale leven. Want wanneer je zo machteloos rond hopt tussen uitzichtloze jobs van ‘vandaag hier, morgen daar’ krijgt hij te maken met onbegrip van familie en vrienden, tegenover wie hij zich steeds onzekerder gaat voelen. Een vraag hoe het op het werk is ‘betekent meestal het begin van een pijnlijke stilte’. Waaruit hij weer het oordeel kan afleiden dat hij niet in staat is een baan vol te houden, dus het zal wel aan hemzelf liggen.
Publicist Paul Verhaeghe, die veel over de problemen op de arbeidsmarkt heeft geschreven, neemt het voorwoord voor zijn rekening: ‘Wie nog gelooft in het idee van duizenden jobs (waarmee hij verwijst hij naar de beleidsmakers) die maar niet ingevuld raken (oftewel de nepvacatures van de uitzendbureaus circuleren eveneens bij de VDAB) omdat werklozen liever lui dan moe zijn, leert een andere realiteit kennen’. Verhaeghe haalt daarbij een recent onderzoek aan om aan te tonen dat deze mentaliteit een verwoestende uitwerking heeft op mensen: ‘Volgens een EU-rapport uit 2012 komt een stijging van de werkloosheid met 1 procent overeen met een stijging van 0,8 procent in het aantal zelfdodingen, en met een verdriedubbelingen van het aantal depressies en angststoornissen’. Wat duidelijk maakt wat dit inhoudt voor het leven van een jonge interimmer.
Ron Kretzschmar
titel Wegwerpmens – Lief en leed van een interimmer
auteur Tuur Viaene
uitgave Paperback (12,5 x 20 cm)
uitgever Epo Antwerpen
prijs € 17, 95
isbn 9789491297656
Fijn geschreven recensie, duidelijk verhaal.
Wel een beetje jammer van het gebruik van het woord ‘autistisch’. Dat is een psychiatrische diagnose, niet een bijvoeglijk naamwoord dat je maar plakt op iedereen die jou niet bevalt. Bovendien kan ik uit eigen ervaring zeggen dat de gemiddelde autist een stuk beter functioneert dan de UWV- en ambtelijke bureaucratie.
Dank je Petra voor je reactie.
Ik bedoel ‘autistisch’ niet als psychiatrische diagnose, en gebruik de term ook niet om autisten te beledigen. Ik ben geen televisiepsychiater die diagnoses plakt op mensen die hij nooit gesproken heeft. Ik bedoel ‘autistisch’ op de wijze hoe het ziektebeeld in zwang is geraakt in de dagelijkse spreektaal. Hier in de betekenis van een ‘in zich zelf gekeerde organisatie’ die mensen van het kastje naar de muur stuurt. Om er van af te zijn omdat hun taak niet helder is, of om mensen af te poeieren. Met mijn eigen ervaring als achtergrond.
Een aantal boeken lezen als “Der Untergang des Dollar-Imperiums” of “Wat heeft de overheid met ons geld gedaan?” en je geeft nooit meer een werkloze de schuld van zijn werkloosheid. Alle crises zijn bewust geënsceneerd door The Money Trust (Morgan, Rothschild, Rockerfeller, Citibank e.d.) en voor de paniek komen ze dan met een ‘oplossing’, waar de bevolking op de lange duur niets heeft en deze kliek alles. En o ja, dat soort parasieten kijkt niet op een generatietje en zijn zelfs best bereid een ‘Wirtschaftswunder’ in gang te zetten. Lees je in in de materie en verban elke gedachte als dat het gewone volk schuldig is aan zijn eigen ellende, naar het rijk der fabelen.