Hoogtepunt van het Imagine Film Festival is Moebius van de Koreaanse regisseur Kim Ki-duk. Dit subversieve meesterwerk kent geen dialoog, de film is woordloos. Gegrom, gekreun en pijnkreten slaken zijn de enige geluiden die de acteurs produceren. De provocerende regisseur is op zijn best als hij taboe doorbrekend te werk gaat. Dat heeft hij met films als The Isle (1998), Bin jip (2004) en Pietà (2012) reeds bewezen.
In dit tergende familiedrama komen incest, castratie en mutilatie aan de orde; het is een film waar je naar blijft kijken terwijl de verschrikkelijkste dingen gebeuren. De plot is simpel: de moeder des huizes raakt in razernij wanneer haar echtgenoot overspel pleegt en als wraak probeert ze hem te castreren. Wanneer dat niet lukt castreert ze haar zoon en slikt zijn penis in.
Net wanneer de zoon leert om seksueel genot te beleven zonder penis doneert zijn vader zijn eigen penis aan zijn zoon. Het klinkt totaal krankzinnig, maar in zijn beste films weet Kim Ki-duk de meest onwaarschijnlijke dingen geloofwaardig in beeld te brengen. De film is krachtig vormgegeven en heeft geen dialogen nodig om een betoog op te bouwen, want de mimiek van de acteurs levert genoeg dramatische spanning op.
De essentiële vragen die gesteld worden zijn: wat is familie? Wat is een penis? En: Hoe dicht liggen pijn en genot bij elkaar, is de verontrustende vraag die gesteld wordt. De film balanceert daardoor soms op de grens van het belachelijke, desondanks is het een bedachtzame verkenning van taboes. Het taboe van seks tussen moeder en zoon is al sinds de oude Grieken een heet hangijzer, dat tot een bloederig einde leidt van de film.
Moebius is een moeilijke film om te ondergaan, de humor maakt het draaglijk. Het is een gitzwarte komedie die moeiteloos macabere extremen toont. Het wrede universum van Kim Ki-duk is niet voor iedereen bestemd, tijdens filmfestivals liepen mensen kotsend de zaal uit. Gelukkig zijn de bezoekers van Imagine wel gehard wat betreft geweld en horror.
Een andere regisseur op Imagine Film is de Chileense visionair Alejandro Jodorowsky, bekend van cultfilms als El Topo (1970) en Holy Mountain (1973). In de jaren ’70 deed de regisseur een poging om de sciencefictionroman Dune van Frank Herbert te verfilmen. Met medewerking van Pink Floyd, Salvador Dali, Orson Welles, Mick Jagger had dit een groots spektakel moeten worden. Dit surrealistische meesterwerk kwam nooit tot stand omdat de geldschieters zich terug trokken.
In de documentaire Jodorowsky’s Dune van Frank Pavich wordt uit de doeken gedaan wat er allemaal mis ging. De charismatische Jodorowsky komt uitvoerig aan het woord, en er zijn interviews met betrokkenen. Deze ‘niet gemaakte film’ blijkt een van de meest invloedrijke films aller tijden te zijn. De schetsen en ontwerpen van Jean Giraud, Chriss Foss en H.R Giger leven voort in talrijke sciencefiction films.
De regisseur heeft niet het gevoel gefaald te hebben, hij was zijn tijd ver vooruit. Het idee om het bewustzijn van de kijker te veranderen was te subversief om werkelijkheid te worden. Deze documentaire bewijst dat de beste films soms niet te stand komen, en toch een enorme invloed kunnen hebben. Volgens Jodorowsky is het najagen van je dromen het belangrijkste wat er is. Dat bewijst de 85-jarige regisseur met zijn jeugdig elan, hij is nog steeds actief en maakte vorig jaar de film La Danza De La Realidad.
Ulrik van Tongeren