ANKARA – De mijnramp in Soma, die inmiddels 238 dodelijke slachtoffers heeft geëist, leidt in verschillende Turkse steden tot demonstraties.

De ME in de hoofdstad Ankara is woensdag met traangas en het waterkanon in actie gekomen tegen betogende studenten. Ongeveer 800 jongeren wilden naar het ministerie van Energie optrekken om hun woede te uiten over de mijnramp in Soma. De oproerpolitie blokkeerde de campus van de Technische Universiteit Midden-Oosten (ODTÜ) waar de demonstranten zich hadden verzameld.

In Istanboel hebben zich honderden demonstranten verzameld voor het hoofdkantoor van de eigenaar van de mijn, Soma Holding. Sommigen hadden hun gezicht zwart geverfd om hun solidariteit met de mijnwerkers te tonen. Ze beschuldigen de eigenaar van het slecht naleven van de veiligheidsvoorschriften. In Soma zelf werd de ME met stenen bekogeld, terwijl premier Erdogan werd uitgemaakt voor ‘moordenaar en dief’.

In de kolenmijn van Soma zijn volgens de laatste officiële cijfers inmiddels 238 mijnwerkers om het leven gekomen en 80 gewond geraakt na een explosie op dinsdag. Na de ontploffing brak brand uit in de mijn waardoor veel mijnwerkers zijn gestikt. Om de overlevingskansen van de vermiste mijnwerkers te vergroten wordt zuurstof in de mijn gepompt. Volgens de eigenaar van de mijn zijn tot nu toe bijna 450 mijnwerkers gered.

Het is een van de grootste mijnrampen uit de Turkse geschiedenis. De grootste was in 1992 in Kozlu, bij de Zwarte Zee, waarbij 263 doden te betreuren vielen. Decennia lang werken Turkse arbeiders onder abominabele omstandigheden op zoek naar kolen. Per jaar vinden er in de mijnen ruim duizend bedrijfsongelukken plaats. Volgens vakcentrale DISK stijgt dit aantal als gevolg van privatisering en uitbesteding aan hoofd- en onderaannemers.