Na Pacific Rim van vorig jaar is er nu een nieuwe grote monsterfilm om de bioscoopbezoekers de stuipen op het lijf te jagen. De Britse regisseur Gareth Edwards heeft zich gewaagd aan een Amerikaanse remake van Godzilla. Het klassieke filmmonster heeft Japanse wortels, het land waarin maar liefst 28 versies van Godzilla zijn gemaakt. In 1998 ging er ook een Amerikaanse versie in roulatie.
In tegenstelling tot het knotsgekke en domme Pacific Rim is de nieuwe Godzilla een serieuze monsterfilm. De makers hebben met intelligentie een monsterepos met enige diepte en finesse samengesteld. Grote kracht van regisseur Edwards is dat hij subtiel met de verwachtingen van de toeschouwer speelt. Het duurt wel even voordat de monsters op het toneel verschijnen.
Eerst is er sprake van een uitvoerig voorspel met wetenschappers die vreselijke dingen ontdekken. Bryan Cranston speelt een nucleaire professor die veel weet over onverklaarbare fenomenen, maar niemand luistert naar hem. Vijftien jaar later neemt zijn zoon als bomexpert het stokje over om de mensheid te redden. Behalve Godzilla zijn er nog twee monsters die dood en verderf zaaien. Deze gigantische op insecten lijkende wezens voeden zich met kernenergie. Climax van de film is wanneer Godzilla het gevecht aangaat met de andere monsters.
Als filmdrama kan de nieuwe Godzilla niet tippen aan de oorspronkelijke versie en klassieker van Ishiro Honda uit 1954, waarin het monster is ontsproten aan atoomproeven in de Stille Oceaan. Deze film ademt de trauma’s van de Tweede Wereldoorlog en de angst voor de nucleaire ondergang in het Japan van 1954. De urgentie van die film is 60 jaar later onverminderd groot. Ondanks de nu tamelijk verouderde trucages blijft de eerste versie een film vol suspense, gedragen door tergende sociale kritiek. Een overtuigende aanklacht tegen nucleaire energie. Met beperkte middelen gemaakt is het nog steeds een van de beste monsterfilms.
De nieuwe Godzilla mist een dergelijke dramatische insteek. Er klinken welluidende woorden over de arrogantie van de mens ten opzichte van de natuur die onze ondergang zal inluiden. Het menselijk drama is tamelijk vlak, met inzet van bekende acteurs die te weinig te doen krijgen. Edward is er wel in geslaagd de monsters lang buiten beeld te houden, waardoor de suspense slim wordt opgebouwd. Er gebeurt veel buiten beeld. In het laatste half uur barst de totale destructie pas echt los.
Godzilla is een fraai gecreëerd filmmonster, zijn gebrul is waarlijk indrukwekkend. De overige monsters zijn minder geslaagd vormgegeven, maar de gevechten ogen gedegen bloedstollend. Merkwaardig trouwens dat Godzilla zelf een bijrol lijkt te vervullen, hij komt pas laat in actie. De makers werken opzichtig aan een vervolgfilm, mogelijk dat Godzilla daarin dan werkelijk los zal gaan.
Voor de liefhebbers van het genre is er genoeg destructie om te aanschouwen. Las Vegas en San Francisco veranderen in rokende, platgetrapte puinhopen. Mooi is het dat de mensheid in Godzilla gereduceerd wordt tot een wriemelende mierenhoop waar de monsters zich niet om bekommeren. Het idee van de mens als heerser over de natuur wordt in de film overtuigend onderuit gehaald. Godzilla is hier een God die ons wakker schudt.
Ulrik van Tongeren
Godzilla (Warner, 2014), nu in de bioscopen.