Jonathan Holslag beschrijft in zijn boek De kracht van het paradijs de naoorlogse economische geschiedenis van Europa dat niet langer de grootmacht is waar de rest van de wereld rekening mee houdt.
“We moeten allereerst bevreesd zijn voor onze eigen zwakheid”, zei Jonathan Holslag over Europa in het tv-programma DWDD. Holslag is verbonden aan het Brussels Institute of Contemporary China Studies. De man werd stevig aangekondigd: volgens tv-presentator Matthijs van Nieuwkerk zit er een Derde Wereldoorlog aan te komen, met China als tegenstander.
De Arabische Lente en de verovering van De Krim waren slechts opwarmertjes. China is fragiel, is een wapenwedloop begonnen en speelt steeds vaker de nationalistische kaart. Tegelijkertijd zit Europa op zijn handen en dreigt geen medespeler maar een speeltuin te worden. Holslag weerspreekt geen enkele bewering. Zijn dikke pil, De kracht van het paradijs, werd door Van Nieuwkerk aangekondigd alsof het een spannend jongensboek betreft.
Wie het boek leest ontdekt al snel dat snelle verkooppraatjes en werkelijkheid elkaar in de weg zitten. Allereerst schrijft Holslag: ‘De kans is klein dat de grootmachten in een oorlog verwikkeld raken, maar ze kunnen wel een tik uitdelen aan kleinere landen, elkaar via een omweg treffen of geleidelijk steeds dieper wegzinken in een conflict dat aanvankelijk nog beheersbaar leek.’ Op een spannende Derde Wereldoorlog moet DWDD dus nog even wachten.
Ook gaat het boek niet in de eerste plaats over China. Het is een warm pleidooi voor het omarmen, stroomlijnen en versterken van de Europese Unie. Holslag gaat op dat doel af via drie thema’s: economie, machtspolitiek en wereldorde (waarbinnen China) en praktische punten voor Europa in een poging ‘een paradijs tot stand te brengen uit een wel zeer somber wereldbeeld.’ Het is een ambitieus, eloquent en assertief boek dat veel plannenmakerij van eurofielen – door Holslag in DWDD ‘euro-idealisten’ genoemd – omvat.
Europese eenheid
Holslag beseft dat Europa geen eenheid is, zo blijkt uit zijn beschrijvingen van de situatie in verschillende landen. Europa is een bak met knikkers met verschillende kleuren en maten die maar moeilijk samen gaan in één spel. Sterker nog: zelfs binnen Europese landen spelen verschillende belangen. Het boek is zo omvangrijk dat alles wel ergens ter sprake komt, maar het dominante beeld van Europa als één instituut is bepalend. Dat instituut wordt heel vaak zwak en fragiel genoemd, maar die alarmistische opmerkingen zijn bedoeld om meer inzet en verantwoordelijkheid voor de EU op te roepen.
De Europese markt wordt slap en een schuldenmoeras genoemd, de politiek is kleingeestig. Wederom kwalificaties die tot meer dadendrang moeten leiden. Maar ‘ondanks de somberte is er geen reden Europa af te schrijven.’ […] ‘De beste manier om scepsis teniet te doen is laten zien dat een Europees paradijs bereikbaar is, en uiteenzetten hoe we kunnen toewerken naar een samenleving die veilig, veerkrachtig in haar diversiteit, creatief en ondernemingsgezind is.’
Hoofdstuk twee wordt welluidend afgesloten: ‘Zestig jaar van Europese integratie passeren als een snoer van crises en mislukkingen, maar bij elke kraal heeft het proces standgehouden en zich verdiept. […] De vraag is waarom het deze keer anders zou gaan. Waarom zouden we ervan uitgaan dat de crisis in de eurozone de ultieme ondergang inluidt van het eenmakingsproject, de neergang ervan versnelt en de Unie naar een plek aan de buitenrand van de Aziatische eeuw drijft?’
Deze tekst doet vanaf het begin denken aan de woorden van Guy Verhofstad, de leider van de liberalen in het Europees Parlement. In een debat, georganiseerd door het Belgische weekblad Knack, blijken Holslag en Verhofstad het dan ook volledig met elkaar eens. De schrijver behoort tot het redelijke midden, dat wordt bepaald door sociaal- en christen-democratie en liberalen. Deze groepen stemmen in 70 procent van de Europese resoluties hetzelfde.
Framen
‘Wanneer Europeanen denken aan eenheid, denken ze aan procedures en processen’, zo wil Holslag ons zoals zovelen doen geloven. Hij ontneemt daarmee de heersende kritiek zijn daadwerkelijke inhoud door ze te framen als zijnde onvrede met de bureaucratie en minder als een ideologische belangenstrijd. Laat ik voor mezelf spreken, als ik aan Europa denk dan denk ik aan het de vrije markt, krappe financieringspolitiek door het zogenaamde beteugelen van nationale begrotingstekorten en -schulden en het ondergraven van arbeidsrechten.
‘Elke werker moet een ondernemer zijn die streeft naar excellentie’, schrijft Holslag om mij te sterken in mijn mening. Wat met de werkers die nu al door het ZZP-moeras geen toekomst meer zien? Holslag ziet geen probleem, mits je ze maar de vrijheid en mogelijkheden geeft en stopt met de betutteling. Pensioengelden moeten worden gebruikt om de interne markt te versterken, zo wakkert hij mijn wantrouwen aan. Omdat hij niet aangeeft aan welke voorwaarden dit zou moeten voldoen om te verzekeren dat het niet ten koste van rendementen en dus uitkering zal gaan.
De constatering dat de politieke partijen geen antwoord hebben op ‘onze’ onzekerheid, lijkt me een stuk belangrijker. Dat ‘onze’ zegt veel over de schrijver. Hij zegt ook: ‘een samenleving die geen gemeenschappelijke bestemming heeft, keert zich tegen zichzelf.’ Alsof we in amorfe landen leven met één bestemming. Zal dat dan die van de middenpartijen zijn die allen de vrije markt als uitgangspunt nemen?
De economie
Er is sprake van een vertrouwenscrisis en er heerst angst, aldus Holslag. De verzorgingsstaat staat onder druk. De sociaaldemocratie heeft het moeilijk zodra die minder sociaal wordt, constateert de schrijver. Hij noemt het een worsteling tussen noodzakelijke bezuinigingen en sociale wensen. Het zou regeringen verscheuren. Toch blijft de Europese kiezer een gematigde politiek meer trouw dan wordt verondersteld. De traditionele partijen verloren in Europa gemiddeld 6 procent van hun aanhang tussen de periodes 1990-2000 en 2000-2012.
Maar al die zwaktes en het falen van Europa worden toch ook een beetje opgepoetst door de feiten die Holslag zelf opdist. ‘De gezamenlijke Europese landen hebben een handelsoverschot met de buitenwereld. Witgoed komt voor meer dan 90 procent uit Europa, evenals de meeste auto’s en zo’n 30 procent van de tv-sets. In de jaren ’90 namen de 27 EU-landen 31 procent van de mondiale economische output voor hun rekening, in de afgelopen tien jaar nog 29 procent – ondanks de crisis, de opkomst van China etc. Bovendien is Europa goed voor 33 procent van de wereldwijde export.’
‘Europa genereert 29 procent van ‘s werelds rijkdom met 8 procent van de wereldbevolking en op 3 procent van het aardoppervlak.’ […] ‘De economie van Europa blijft per slot van rekening de grootste’, zo stelt de schrijver naast zijn kommer en kwel.
Militaire zaken
Holslag is politicoloog (internationale betrekkingen) en historicus. Beide beroepen zorgen voor een wijde blik op de wereld. Toch gaat er regelmatig iets mis. Denemarken zou zich niets gelegen laten liggen aan ‘piraten in de Middellandse Zee’. Drie cruciale fouten in een bewering. Denemarken is een scheepvaartnatie van de eerste orde, denk bijvoorbeeld aan rederij Maersk. Bovendien zijn de piraten in de Middellandse Zee al ruim een eeuw vertrokken en zijn momenteel de meest nabije actief voor de West- en Oost-Afrikaanse kust. Daarbij neemt de Deense marine deel aan de militaire vloot voor de kust van Somalië. Dergelijke argumenten uit de hoge hoed zijn er wel meer.
De schrijver staat uitgebreid stil bij militaire zaken, maar dat deel van het boek rammelt. De grove schetsen die hij tekent zijn echter wel van waarde om te denken over een richting die de EU militair uit zou kunnen gaan. Momenteel neemt de gedachte aan een Europees leger steeds sterkere vormen aan in delen van het Europese Parlement. (zie bijvoorbeeld deze publicatie).
De wereld geschetst
De wereld is in de ogen van Europa door Holslag als volgt schematisch ingedeeld: er is één ware wereldmacht en er zijn twee regionale grootmachten met mondiale ambities, China en de EU. Bovendien is er nog een legertje aan regionale (groot) machten, zoals Brazilië, India (met de potentie van supermacht), Japan, Zuid-Korea en Zuid-Afrika die de pretenties van de grote drie op de proef kunnen stellen. De terminologie grootmacht of regionale macht wordt nogal rommelig gebruikt, dat maakt het niet duidelijker.
De opmerkelijkste categorie bestaat uit de strategische sjacheraars. Daarmee worden Turkije, Rusland, Iran en Saoedi-Arabië bedoeld die door hun geografische positie als eerste profiteren van het handelsverkeer tussen Oost en West. Dat stelt ze in staat een autonome rol te vervullen in de internationale politiek.
Met die landen dient de EU banden aan te knopen om de stabiliteit te handhaven en onnodige conflicten om invloed te voorkomen. De Unie wordt verder omringd door een gordel van onzekerheid die loopt van Marokko, via het Midden-Oosten naar de Oekraïne. Bezuiden van de Sahara en naar het Oosten (van Birma tot Iran) ligt de ‘Wig van Ontberingen’ waar oorlog, honger en armoede de dienst uitmaken.
De geopolitieke aanpak van Europa komt, samengevat, op het volgende neer: ‘eerst consolideren we onze positie in de gordel van onzekerheid, daarna benaderen we de strategische sjacheraars, waarna nieuwe synergieën met hen opnieuw onze positie in de gordel van onzekerheid verstevigen; vervolgens duiken we dieper in de wig van ontberingen, waardoor we onze banden met de vier strategische sjacheraars zullen versterken, en daarmee ook onze betrekkingen in de gordel van onzekerheid, waarna we enkele partnerschappen verder van ons vandaan gaan prioriteren.’
Of Holslag de banden met bijvoorbeeld Turkije een dienst bewijst met de volgende typering van de Turkse premier Erdogan, is nog maar de vraag: Hij ‘marcheert als een krijger, met de stuurse blik van een slavendrijver en de droeve ogen van een straathond.’ Hoe hij erbij komt dat Europa geen partner van Saoedi-Arabië is geworden? Zowel militair als economisch is Riyad een belangrijke partner voor veel Europese landen. Lees de ex- en importcijfers er maar op na.
Met betrekking tot sjacheraar Rusland waarschuwt Holslag ervoor dat Moskou niet wil dat de Oekraïne binnen de westerse invloedssfeer valt. Europa moet daarom de autonomie van Kiev verdedigen, stelt hij. Europa deed dat nogal overenthousiast met bijvoorbeeld bezoekjes aan de extreem-rechtse demonstranten op het Majdanplein en een handelsakkoord. Waar dat toe heeft geleid, is inmiddels duidelijk. Europa zal een volwassen relatie met Rusland moeten krijgen, schrijft hij, anders blijven staten in het Oosten zich vastklampen aan de VS. Maar wat meer ‘politieke empathie’ is dan wel gewenst.
Zachtmoedige kijk
Holslag beschrijft de kracht van onderhandelingen, internationale organisaties, diplomatie en gesprek, maar ook een versteviging van de Europese militaire macht is in zijn ogen noodzakelijk. Nu is Europa, volgens de schrijver, vooral een continent dat een zachtmoedige kijk heeft op de wereld om zich heen. De EU was de eerste speler waarvan het gehele buitenlandse en veiligheidsbeleid op idealisme werd gebouwd, stelt hij met misnoegen, aangezien dit niet past in de harde wereld van de machtspolitiek.
Het gegeven dat Europa een neutrale bemiddelaar is, kan ook voordelig zijn. De neiging bestaat wel eens de zwakte van Europa te overdrijven. Vaak blijkt dan dat de sterkte van de VS als uitgangspunt genomen wordt (en iedereen weet in hoeverre de VS zich daarvoor in de schulden heeft gestoken). Bijgaande grafiek laat bovendien zien dat dit wel mee valt.
De door Holslag beschreven zwakte wordt opgevolgd door aanbevelingen. Ten eerste dient Europa zijn nucleaire afschrikking te handhaven. ‘Een vloot van acht strategische onderzeeërs is het absolute minimum’, stelt Holslag. Hij gaat mee met modieuze onderwerpen als cyber-security, wil een raketschild, carrier battle groups (een vliegdekschip met een omringende vloot) voor de kust van West-Afrika, in de Middellandse Zee en Indische Oceaan. Hij plant bases op een kaartje. De defensie-uitgaven mogen niet minder dan 2 procent bedragen en wapenfabrikanten moeten samenwerken daar waar Europa gezamenlijk gaat aanbesteden. Je hoort de defensielobby aan alle kanten opklinken.
De eeuw van Azië
De bewering dat de 21e eeuw de eeuw van Azië zal zijn, wordt vaak onderbouwd met het feit dat de VS zijn militaire aanwezigheid in Europa afbouwt en zich meer en meer richt op Azië. Die tendens is zeker zichtbaar, maar dat neemt niet weg dat de Atlantische banden nog steeds zeer sterk zijn.
Bovendien speelt Europa nog immer een belangrijke rol binnen de Amerikaanse politiek. Bijvoorbeeld bij het ondersteunen van operaties in het Midden-Oosten, Afrika (het Amerikaanse Afrika Commando bevindt zich in het Duitse Wiesbaden) en het hoge Noorden, aldus generaal Frank Gorenc, de commandant van de Amerikaanse luchtstrijdkrachten in Europa en Afrika. ‘Deze samenwerking [binnen de NAVO] geeft de mogelijkheid om daar te zijn waar we moeten zijn, niet alleen voor NAVO-belangen, maar voor Amerikaanse.’ (Defense News 17/3/14) Die visie past misschien niet zo goed in het met grove kwast schetsen van de wereld, maar wat nu een nuance lijkt kan evengoed hoofdzaak worden.
Verrassend is het dat Holslag ook de relatie met Washington tegen het licht houdt. De VS heeft misschien wel dezelfde tradities als Europa, maar ook zijn eigen belangen, zo onderstreept hij: ‘Uit angst het af te leggen tegen China startte de Europese Commissie onderhandelingen over een vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten. Maar wat men daarbij leek te vergeten, was bijvoorbeeld dat Amerika ondanks de handelsbesprekingen een beleid voerde dat schadelijk was voor Europese producenten’, zo schrijft hij over het omstreden TRIP-verdrag.
Verderop: ‘Onze geopolitieke belangen vallen dus niet noodzakelijk samen, en het is zelfs onvermijdelijk dat een macht die is ingebed in het onrustige Euraziatische continent een veel fijnmaziger en verstandiger veiligheidsstrategie vereist dan een eilandmacht die kan denken in wij tegen zij logica en zich naar eigen goeddunken met een conflict kan bemoeien.’ Samenwerking dient uit te gaan van geopolitieke oriëntaties en niet van routinepolitiek.
Speeltuin
De Europese economie is nog steeds sterk, maar staat onder druk. Daar moeten nieuwe duurzame een innovatieve impulsen aan gegeven worden (met name in kwaliteitshuisvesting, openbare – infrastructuur zoals gezamenlijke energievoorziening – de watervoorziening, transport en vervoer, onderwijs, gezondheidszorg, en de industrie).
Europa moet een geloofwaardige militaire en machtspolitieke speler worden door een gezamenlijk veiligheidsbeleid te ontwikkelen gericht op de omliggende landen. Het dient ook een beleid te hebben voor de ‘wig van ontbering’, omdat dit anders een ‘gigantisch zwart gat’ wordt dat ook bij ons voor instabiliteit zal zorgen. Bovendien is het rijk aan grondstoffen en wingebied voor grootmachten.
Door de crisis was er minder ruimte voor eenheid. Staten gaan steeds meer voor eigen belangen, om de sociale onvrede te dempen. ‘Nu de wereld één gigantische arena is waarin graaiende staten bikkelen om invloed, gaat behendigheid boven behoedzaamheid’, schrijft Holslag in het begin van zijn boek. ‘Voor het eerst sinds eeuwen zal Europa de rest van de wereld niet als speeltuin tot zijn beschikking hebben om interne conflicten op te lossen, maar heeft de rest van de wereld Europa als speeltuin voor een nieuwe episode van economische twisten, strategische rivaliteit en radicalisering.’
Bij DWDD was Holslag een begenadigd spreker, in zijn boek een levendig schrijver met een alarmistische boodschap. Met veel ben ik het niet eens. Europa is niet zo zwak, kernwapens moeten verdwijnen, Saoedi-Arabië is eerder teveel te weinig partner. Grootmacht-politiek bedrijven leidt tot ongelukken en laat mij maar in een zachtmoedige grootmacht wonen. Maar het boek motiveert ook om nét iets verder te denken.
Martin Broek
<>
Zo moeten we waarschijnlijk ook de verstevigde rol bezien die de Fransen de laatste paar jaar op militair vlak spelen in de periferie van Europa. Libië, Syrië, Mali, het waren en zijn de Fransen die een voortrekkersrol vervullen als het om interventie gaat. Waar Duitsland de economische machtsprojectie op zich neemt, speelt Frankrijk de aanjager van de militaire variant.