Met zijn tweede speelfilm Blue Ruin heeft Jeremy Saulnier een opmerkelijk rauwe en ongewone thriller gemaakt. Een koortsachtige wraakfilm met onthutsend realistisch geweld.
Hoofdpersoon Dwight (Macon Blair) ziet eruit als een zwerver met baard, woont in zijn auto en eet uit vuilnisbakken. In het eerst deel van Blue Ruin neemt Dwight wraak op iemand die familieleden van hem vermoord zou hebben, hetgeen ontaardt in een bloederige oorlog tussen beide families. De wraaktocht van Dwight oogt onzeker en stuntelig. Het is ongewoon om een thriller te zien waarin geworsteld wordt met vuurwapens. Echt makkelijk is het niet om iemand te doden, en het is nog moeilijker om ermee te stoppen.
In essentie is Dwight een beschaafde en vriendelijke man, maar hij maakt doorlopend de verkeerde keuzes. Hij zit gevangen in een spiraal van wraak en geweld waarvan de uitkomst alleen maar slecht kan zijn. De film bevat een sterk commentaar op de Amerikaanse geweldcultuur: geweld als vorm van gerechtigheid kan juist tot meer geweld leiden. Deze typisch Amerikaanse obsessie voor geweld heeft al heel wat ellende veroorzaakt.
Het geweld leidt in Blue Ruin niet tot catharsis, hetgeen opmerkelijk genoemd mag worden voor een Amerikaanse geweldfilm. Hoofdrolspeler Macon Blair zet Dwight, met al zijn onzekerheden en twijfels, formidabel neer. De bijkomende complicaties van het nemen van wraak zijn tergend realistisch verbeeld. Alle onhandigheid van Dwight levert een grote dosis zwarte humor op, die de vertoonde gruwelijkheid verlicht. De regisseur is niet vergeten om er een onderhoudende film van te maken.
Regisseur Jeremy Saulnier had weinig middelen om zijn film te maken. Hoofdzakelijk gefinancierd met eigen geld heeft hij tijdens de productie veel zelf moeten doen, zelfs het camerawerk. Die beperkte middelen hebben de regisseur gedwongen om inventief te werk te gaan. Dat blijkt al uit de eerste twintig minuten waar op economische wijze met weinig woorden en toelichting een maximum aan spanning gecreëerd wordt.
Blue Ruin roept herinneringen op aan de briljante debuutfilm Blood Simple (1984) van Ethan en Joel Coen. Toen was snel duidelijk dat er twee uitzonderlijke filmtalenten op het toneel verschenen. Saulnier wekt dezelfde gevoelens op. Om met zulke beperkte middelen een dergelijk indrukwekkende film te maken, is een grote prestatie.
Ulrik van Tongeren
Blue Ruin (Filmfreak Distributie, 2013), nu in de bioscopen.