Jean-Pierre Dardenne en Luc Dardenne hebben met Deux jours, une nuit wederom een sociaal-realistische film gemaakt die pijn doet. Sandra (Marion Cottillard), moeder van twee jonge kinderen, is werkzaam in een fabriek waar zonnepanelen worden geproduceerd. Over de telefoon verneemt ze aan het eind van de werkweek dat haar baan wellicht in gevaar is. Haar baas wil haar collega’s namelijk een bonus uitbetalen, en dat kan alleen wanneer hij bespaart op haar salaris.
Eigenlijk is de film die daarop volgt als een race tegen de klok. Sandra heeft slechts één weekend om haar collega’s ervan te overtuigen af te zien van hun bonussen waardoor ze haar baan kan behouden. Maandagochtend volgt er een nieuwe stemming over de bonus. Ondertussen is haar ploegbaas, die van Sandra af wil, bezig om haar collega’s te beïnvloeden. Waarop Sandra op haar beurt in het weekeinde de huizen van haar collega’s langsgaat, een ware helletocht.
Wat op papier had kunnen leiden tot een monotone gang langs haar collega’s, zijn de gebroeders Dardenne erin geslaagd hiervan een spannende en aangrijpende intermenselijke confrontatie te maken. Rond elke hoek schuilt een verrassing; sommigen tonen begrip en medeleven, anderen zeggen dat ze de door hun chef in het vooruitzicht gestelde bonus zelf hard nodig hebben.
Sandra heeft last van een sluimerende depressie. Tijdens haar rondgang slikt ze pillen om op de been te blijven, maar die kunnen haar droefheid en wurgende onzekerheid niet stelpen. Marion Cotillard zet hier een formidabele hoofdrol neer. Zonder zweem van glamour weet zij de rauwe en aangrijpende machteloosheid van Sandra weer te geven. Deze Europese filmster past als geen ander binnen het Dardenne-universum.
Deux jours, une nuit roept herinneringen op aan het rauwe meesterwerk Rosetta (1999) van de Dardennes. Het verschil is dat ze in hun nieuwste film hoop laten doorschemeren, waar de strijd van Rosetta juist getuigt van een verpletterende hopeloosheid. Sandra vindt op de een of andere manier de kracht om voor haar bestaan te vechten, dat is haar overwinning. En ze heeft een echtgenoot en collega’s die haar daarin steunen. Het einde van de film heeft zo toch onverwacht een hoopvolle glans gekregen.
Bestaat er nog zoiets als solidariteit tussen mensen? Dat is de prangende vraag die de makers van Deux jours, une nuit ons voorleggen. Werknemers, al snel verliesposten, worden al gauw tegenover elkaar uitgespeeld. Ze vervolgens ontslaan is de gewoonste zaak van de wereld geworden. De film suggereert dat er meer aan de hand is dan de economische crisis. De dreigende onderlinge kloof tussen werkende mensen vormt wellicht de grootste bedreiging van de verzorgingsstaat. Het gevecht tegen depressie en onmacht is een alledaagse realiteit. Dergelijke kwesties worden concreet en op mensenmaat gepresenteerd in deze film.
Deux jours, une nuit getuigt van het onnavolgbare meesterschap van de Dardenne broers die als geen ander sociale kwesties op indringende wijze weten te verbeelden. De film is subliem opgebouwd en bevat geen loze momenten. De telefonische mededeling aan Sandra over haar baan die op de tocht staat, zet de toeschouwer meteen al op het puntje van de stoel. Zelfs de scène waarin zij met een bus onderweg is naar een van haar collega’s, levert spanning op. Want staat haar niet opnieuw een teleurstelling te wachten?
Het verwijt dat de Belgische regisseurs zichzelf steeds herhalen, wordt gelogenstraft door de wijze waarop de Dardennes te werk gaan. Met weinig middelen weten ze een optimale spanning te creëren. Het hectische camerawerk in Rosetta heeft in hun nieuwe film plaats gemaakt voor een stabiel en eenvoudig gebruik van de camera, hetgeen heeft geleid tot een vergelijkbare emotionele kracht. Er zit wel degelijk een ontwikkeling in hun werk, de Dardennes blijven verrassen.
Ulrik van Tongeren
Deux jours, une nuit (Cinéarte, 2014), vanaf 19 juni in de bioscopen.