Deze maand besteedde elk zichzelf respecterend massamedium aandacht aan het bloedige neerslaan van de protesten in China in 1989. Tankman is inmiddels een monument, maar hoe word je zoiets?
door Hector Reban
Het plein van de Hemelse Vrede, Peking, juni 1989. Een eenzame man in wit overhemd en zwarte broek, een paar plastic tassen in de hand, loopt een brede avenue op waar een lange rij tanks van Chinese makelij komt aan rollen. De voorste tank stopt, op enkele meters van de man. De tank probeert te passeren, maar de man beweegt mee. Hij klimt op de tank, er ontspint zich een discussie. De tank probeert gas te geven, maar de man blokkeert opnieuw. Plotseling duiken er mannen in burgerkleding op die de man wegvoeren…
Fysiek en virtueel gewicht
In de oude wereld, de fysieke realiteit gebaseerd op massa, op soortelijk gewicht, kregen monumenten, als letterlijk rotsvaste fysieke beelden, een rol belangrijk geachte gebeurtenissen vast te houden voor herinnering. Steen, brons, of zelfs glas boetseerden een verhaal waarin betekenis werd gegeven aan gevallen slachtoffers, maar impliciet nog meer aan de goedheid van instituties van het nationale gezag en de slechtheid van de vijand.
We herdenken op 4 en 5 mei de doden en de vrijheid bij het monument op de Dam, maar eigenlijk is zo’n georganiseerde herinnering een ode geworden aan natie, koningshuis en leger. Hoedt u voor uw vrijheid, is de boodschap. Communisten of moslimterroristen staan te popelen in de voetsporen van de nazi’s te treden en de nieuwe tirannen te worden.
De nieuwe wereld, de virtuele realiteit van netwerken, massamedia, public relations en advertising, maakt het mogelijk ook buiten die stoffelijke ijkpunten van eenheid monumentale vormen te scheppen. Met beelden, ingebed in een context van betekenisverlening, worden als het ware virtuele monumenten gecreëerd die volgens de belangrijkste wet van reclame, herhaling, ingeprent worden in de herinnering van de ontvangers.
Met andere woorden, ook wij kunnen niet om Tankman heen, één van de belangrijkste virtuele monumenten in de huidige tijd. Elk jaar komt hij weer langs in juni, om te worden herdacht in een persbreed georganiseerde herdenking.
Beeld met richtlijnen
Toch schuren er een paar dingetjes. Als je naar de beelden alleen zou kijken, zou je ook iets anders kunnen zien. Bijvoorbeeld een Chinese tank met een commandant die blijk geeft van enige humane gaven, door niet pontificaal over de man heen te walsen. Zoiets verwacht je eigenlijk niet van een straf en rechtlijnig totalitair bewind.
Dat het ook anders kan, bewezen bijvoorbeeld Israëlische bulldozers door tijdens een protest de hersenpan van de Amerikaans joodse activiste Rachel Corrie onder hun gewicht te kraken. Kennelijk is toch bij de avonturen van Tankman een duidelijke betekenisrichting geleverd om het beeld te vervolmaken tot een goedlopend virtueel monument. Men wordt geacht, zogezegd, het beeld wel van de juiste kant te bekijken.
Een andere gedachte die opkomt, is de vraag waarom nu juist déze gebeurtenis de status van virtueel monument heeft behaald. In 1989 zijn namelijk zaken van gelijke omvang gebeurd, interventies door staten tegen burgers die vergelijkbare aantallen mensen het leven kostten.
Eind februari vonden in dat jaar bijvoorbeeld in Venezuela protesten plaats tegen de neoliberale regering van Carlos Andrés Peréz, die een schokprogramma had ingevoerd in het kader van een Structural Adjustment Program van het IMF. Volgens officiële cijfers kwamen rond de 300 mensen om, volgens andere bronnen liepen het aantal op tot in de 3000.
Een ander behoorlijk gewelddadige interventie werd uitgevoerd door de VS die in december 1989 Panama binnentrok, een spoor van burgerslachtoffers achterlatend (enkele duizenden doden, zie bronnen in Noam Chomsky – Deterring Democracy, p. 164). Voor de slachtoffers van de ‘Caracazo’ en ‘Operation Just Cause’ geen virtueel monument.
Drie wetten
Uiteraard geldt voor monumenten de wet van de spaarzaamheid: je kunt er niet te veel van hebben, anders krijg je monumenteninflatie. Het moet dus wel om ‘nieuwswaardige’ gebeurtenissen gaan in belangrijke landen, regio’s of ideologische systemen. China is natuurlijk een belangrijk land, Panama of Venezuela veel minder.
Maar het is misschien ook wel veilig om te suggereren dat onze virtuele monumenten wel ‘waardevolle’ slachtoffers moeten herdenken om nieuwswaardig te zijn. Dat wil zeggen, mensen die vallen in het kader van ons westerse belang kunnen in principe rekenen op eeuwige roem in de galerij van virtuele monumenten.
Het verhaal rond Tankman is dan ook hét symbool van het dappere individu dat opkomt tegen tirannie, en natuurlijk vóór mensenrechten, de ultieme gift van de westerse cultuur aan de wereldbevolking. De slechtheid van de Chinese staat wordt bekrachtigd, de slachtoffers die, volgens de beeldvorming, zo hun best hadden gedaan net zo liberaal en democratisch te worden als wij zelf, worden berouwd.
Slachtoffers die vallen dankzij geweld van bevriende staten of door ons zelf, zijn daarentegen waardeloze slachtoffers, onwaardig om lang bij stil te staan, laat staan een virtueel monument voor op te richten. De mensen in Panama en Venezuela vallen dus sowieso buiten de boot. Onbruikbaar in de beeldenoorlog.
Naast de wetten der spaarzaamheid en de waardevolle slachtoffers, is er nog een derde wet die het kader voor vervolmaking van een virtueel monument neer zet: de wet van de langdurige nuttigheid. Herhalen en herinneren is natuurlijk voornamelijk handig als de waardevolle slachtoffers zijn gevallen in een belangrijk land, regio of systeem dat voor de lange termijn een stevige rivaal voor het westen is. Misdaden van de grote economische, geostrategische en ideologische rivaal uit China zijn het in die zin toch altijd wel erg waard herinnerd en herdacht te worden. Dat was in 1989, en dat is nu nog steeds zo.
De Muur en Nieuw Rusland
Ook de opstand van de FMLN tegen het neonazistische regime van El Salvador vond plaats in 1989. Er vielen meer dan 1300 doden bij het neerslaan van de opstand, maar kennelijk zaten daar geen waardevolle slachtoffers tussen. Op 28 maart vielen tussen de 21 (officieel) en 130 (officieus) Kosovaarse slachtoffers bij betogingen tegen de Joegoslavische republiek en eind december kostte de Roemeense machtsstrijd tussen leger en de machtige Securitate (Veiligheidsdienst) enkele duizenden mensen het leven.
De gebeurtenis in Kosovo valt, hoewel het om ‘waardevolle slachtoffers’ gaat, wellicht uit het pulletje dankzij de wet van de spaarzaamheid. Kosovo was nog niet zo belangrijk, Joegoslavië was op dat moment ook nog geen echt serieuze rivaal (dat werd anders toen de Muur was gevallen en het land nog de enige min of meer communistische sta-in-de-weg in Europa bleek). Voor Roemenië bestaat wel een bescheiden virtueel monument, een monument van overwinning op het communisme, vormgegeven rond beelden van de executie van het echtpaar Ceaucescu en mensenmassa’s die wapperen met Roemeense vlaggen waar het communistische symbool is uitgeknipt.
Natuurlijk vallen de neergang van de Roemeense dictatuur en de Joegoslavische republiek vooral binnen het grote verhaal van de ‘val van de Muur en het communisme’, monumentaal doorgegeven en herdacht in jaarlijkse beelden over pikhouwelen in de Berlijnse Muur, mensenmassa’s aan de grens en de eenzame dappere opstandeling die zich met een paraplu op de muur tegen een tiranniek waterkanon beschermt.
Nu Poetin’s Rusland zich weer op het wereldtoneel manifesteert als uitdager van het westen, en dus als voortzetter van het ‘Evil Empire’ wordt gezien, zijn dit monumenten die volledig passen binnen de wet van de langdurige nuttigheid. U kunt zich ongetwijfeld aan het einde van dit jaar, en elk jaar hierna, laven aan een diepe belangstelling in de media voor de val van Rusland’s voorganger. Totdat wellicht een anti-Russische Tankman-achtige martelaar is opgestaan, zullen ook die oude beelden uit 1989, net als die van Tankman zelf, nog dienst blijven doen in de virtuele monumenten oorlog tegen onze vijanden.