Spannende en onderhoudende sciencefiction film waarin relevante vragen worden gesteld over onze groeiende afhankelijkheid van technologie, en wat het betekent om mens te zijn.
Transcendence opent nostalgisch met het tonen van een wereld zonder stroom en computers. Wetenschapper Max (Paul Bettamy) herinnert zich zijn vrienden Evelyn en Will Caster (Rebecca Hall en Johnny Depp). De twee waren briljante wetenschappers met hun onderzoek naar kunstmatige intelligentie. Hun doel was een computer te creëren met menselijke eigenschappen. Daarna schakelt de film vijf jaar terug toen we nog stroom en internet hadden.
Kunstmatige intelligentie, kortweg AI genoemd, en singularity zijn termen die aangeven dat computers het menselijke intelligentieniveau zullen ontstijgen. Dat zou tot een samensmelting van mens en machine moeten leiden. Wanneer Will door antitechnologie-activisten beschoten wordt met een radioactieve kogel, besluit zijn echtgenote Evelyn om z’n bewustzijn te uploaden naar PINN, het kunstmatige intelligentiesysteem waar beiden aan werken.
Het uploaden van de geest van een mens naar een gigantische computer… Is hier nog sprake van een mens, zo luidt de essentiële vraag die de film ons stelt. Een dergelijke creatie van superieure intelligentie wordt in de film als het creëren van God verwoord. Dat leidt onvermijdelijk tot religieuze verwijzingen. De film stelt relevante vragen over onze groeiende afhankelijkheid van technologie, en wat het betekent om mens te zijn.
Dit is een ambitieuze Hollywoodfilm met provocerende ideeën en soms belachelijke momenten. De dramatische opbouw van Transcendence is sterk. Wanneer de film dicht bij de huidige realiteit blijft, is ‘ie op zijn best. Helaas verslikt de filmmaker zich tegen het eind in teveel onwaarschijnlijke wendingen en cliché actiewerk.
Cameraman Wally Pfister, vooral bekend door zijn werk voor Christopher Nolan, maakt met deze spannende en onderhoudende film zijn debuut als regisseur. De filosofische onderbouw is vreemd genoeg behoorlijk realistisch. De technologische ontwikkelingen gaan snel, en het moment dat de computer menselijke intelligentie weet te simuleren, lijkt griezelig dichtbij. Hoe het bewustzijn van wetenschapper Will samensmelt met de computer wordt verrassend slim verbeeld. Huiveringwekkend is het zeker wanneer hij via het internet de wereld dreigt over te nemen.
Op een of andere manier is Transcendence ambivalent over de zegeningen van de technologie. Tegenover de aanstaande overname van de wereld door een superieure kunstmatige intelligentie, krijgen we ook te zien hoe het wonderbaarlijke medische genezingen tot stand brengt. Hier komen de religieuze verwijzingen om de hoek kijken. Desondanks heeft de film een apocalyptische ondertoon en waarschuwt ons voor een toekomst waarin AI de wereld zal gaan regeren. Daarom is het begin van de film zo treffend. De filmmakers laten daarin hun nostalgische verlangen naar een verleden zonder digitale technologie de vrije loop.
Eveneens sterk is de liefdesrelatie tussen Will en Evelyn, hetgeen vooral op het conto van Rebecca Hall geschreven kan worden. Johnny Depp komt nogal houterig over, wat zijn plek als man in de machine wel griezelig overtuigend maakt. Rebecca Hall als Evelyn speelt een ijzersterke rol, maar het is soms moeilijk om het verhaal te geloven. De liefde voor haar echtgenoot tot in de dood, en verder, worden tastbaar en aangrijpend geacteerd.
Ulrik van Tongeren
Transcendence (Independent Films, 2014), vanaf 19 juni in de bioscopen.