DEN HAAG – De actievoerders van Greenpeace die in 2012 ruim 70 tankstations van Shell in Nederland onbruikbaar hadden gemaakt, krijgen daarvoor geen straf. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag besloten.
Het hof vindt tegelijkertijd dat de achttien milieuactivisten wél schuldig zijn. Ze hadden namelijk ook andere middelen kunnen gebruiken om hun doel te bereiken. Omdat ze het protest goed hadden voorbereid en daarbij de (brand)veiligheid goed in acht namen, hebben ze van het hof een rechterlijk pardon gekregen. Eerder deed de rechtbank dat ook al.
De actievoerders legden op 14 september 2012 ruim 70 tankstations stil door de vulpistolen van de brandstofslangen met beugelsloten en tie-wraps aan elkaar vast te binden. Het ging om stations in onder meer Den Haag, Leiden, Amsterdam, Eindhoven, Best en Groningen. Greenpeace legde enkel de verkoop van benzine en diesel stil. Hiermee protesteerden ze tegen de olieboringen van Shell op de Noordpool.
Het Openbaar Ministerie eiste in hoger beroep een boete van 1000 euro, waarvan de helft voorwaardelijk. Het OM vindt dat door de protestactie een gevaarlijke situatie is ontstaan of kon ontstaan. Het hof vindt echter dat het gevaar niet aannemelijk is gemaakt. Ook woog het mee dat Greenpeace de geclaimde schade heeft vergoed.