podemos 1

Een jonge partij van progressieve activisten maakt in Spanje furore. Volgens peilingen is Podemos momenteel opgeklommen tot de derde partij van het land.

     door Hector Reban

Tijdens de Europese Parlementsverkiezingen in mei 2014 behaalde de kersverse partij 5 van de 54 voor Spanje beschikbare zetels in het Europees Parlement. Podemos (letterlijk: ‘wij kunnen’), opgericht in maart van dit jaar, heeft de gevestigde orde in Spanje dan ook behoorlijk aan het schrikken gebracht. De partij komt voort uit de Indignados (‘de furieuzen’), de Spaanse pedant van Occupy, een wereldwijde protestbeweging die zich in 2011-2012 in het kader van de bankencrisis richtte tegen de economische en sociale ongelijkheid.

Podemos zet zich af tegen de bezuinigingsmaatregelen die de Spaanse regering in opdracht van de Europese Centrale Bank (ECB) uitvoert. Men hamert op de hypocrisie van de twee grote partijen Partido Popular (PP, conservatieven, de Spaanse VVD/CDA) en PSOE (Partido Socialista Obrero de España, de Spaanse PvdA) en levert in scherpe taal kritiek op de corruptie die de politiek in haar greep houdt. De politiek zou gericht moeten zijn op het oplossen van de problemen van de crisis voor gewone mensen, met name huisuitzettingen en jeugdwerkloosheid, in plaats van zelfverrijking.

De nieuwe partij spreekt daarbij een duidelijke voorkeur uit voor een ‘basismethode waarin de bevolking zelf kan kiezen’. Dat klinkt als een simpele weergave van het oude idee van de participatieve democratie, waarin de bevolking niet alleen maar wordt gezien als passieve toeschouwers die al hun zaken maar moeten overlaten aan de politieke experts. Het spreekt de moe bezuinigde bevolking kennelijk aan. Zij zien in wiens belang de ‘experts’ momenteel opereren en dat maakt hongerig naar een manier om de zaken in eigen hand te nemen.

  Polarisatie

Spanje kent een broeierig politieke historie vol gepolariseerde strijd. Vanuit een onverwerkt verleden – de dictatuur onder leiding van de fascistische generaal Franco (nog gewoon geëerd in straatnamen en monumenten) – sluimert al geruime tijd een gevoel dat er eindelijk eens korte metten gemaakt moet worden met de onderdrukking van kennis over de wreedheden van dat regime. Doop dat sentiment in de reeks van crises die Spanje momenteel treft, en wellicht wordt het duidelijker waarom radicaal-links haar aantrekkingskracht begint te verzilveren.

Spanje staat er ook niet best voor. Territoriaal staat het land onder grote druk zijn geforceerde, uit Madrid geleide eenheid te bewaren. Baskenland en Catalonië opteren voor afscheiding, pogingen die realistische vormen beginnen aan te nemen. De politiek lijdt aan een baantjescarrousel van políticos (politici, ex-politici en andere partijbonzen) welke het land in een ijzeren wurggreep houdt. Politiek, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld; zij zijn allen doordrenkt met politieke benoemingen.

Het geloof in de politieke orde verpulvert in rap tempo nu voorvallen van corruptie binnen de politieke sfeer uit alle kieren en gaten van het bestel sijpelen. De Partido Popular en PSOE regeren om de beurt, maar eigenlijk maakt het weinig uit welke partij aan de macht is. Als betrouwbare technische operators van een staat die in een neoliberaal EU-web geweven zit, voeren zij zonder mededogen het ECB-beleid uit ten faveure van de positie van het investeringskapitaal.

Natuurlijk is daar ook de economische crisis, een behoorlijk diep ingrijpende faux-pas van het kapitalistische systeem die maar niet te overwinnen lijkt. Spanje is als land in de ‘periferie’ van de Europese economie hierdoor hard getroffen. De huizenmarkt is finaal ingestort en de werkloosheid, zeker onder jongeren, heeft recordhoogten bereikt. De staatsschulden lieten Spanje bijna in de afgrond tuimelen. Het land was gedwongen de hand op te houden bij het noodfonds van de ECB, met alle gevolgen voor de binnenlandse politiek van dien.

De mensen in de straat lijden. Tegelijkertijd ziet men door een reeks van corruptieschandalen dat de elite druk bezig is geweest haar vermogen naar belastingparadijzen weg te sluizen. Wie daar geen woede van ondervindt, heeft het nog steeds niet begrepen of is op één of andere manier traditioneel gebonden aan de status quo.

  Ja, wij kunnen!

Gezien het voorgaande is het niet zo vreemd dat mensen zich wensen te organiseren rondom veranderingen die eenvoudig uitvoerbaar zijn en tot verlichting van de dagelijkse ellende leiden. De Indignados voerden op 15 mei 2011 (‘15-M‘) en de weken erna al grote demonstraties in het hele land, van Plaza de España in Barcelona tot de straten van het kleinste gehucht. Ook zelfhulpgroepen als de PAH (Platforma de Affectados por la Hipoteca), die strijdt tegen huisuitzettingen, hebben hun stem laten horen en hun actiebereidheid aangetoond. Podemos zou misschien een volgende stap kunnen zijn om de aanstichters van de crisis uit hun ivoren torens te verjagen.

podemos 2
Pablo Iglesias Turrión

Een groep intellectuelen begon in de eerste winterdagen van 2014 de kar te trekken in de richting van een politieke partij. Blikvanger en voorman vanaf het eerste uur is Pablo Iglesias Turrión, als professor in de politicologie verbonden aan de Universiteit van Madrid en presentator van de talkshow La Tuerka. Iglesias onderscheidt zich als een scherp debater, die met heldere taal en eigenzinnigheid de misstanden bloot legt welke door de politieke mastodonten in de Spaanse samenleving veroorzaakt worden. Hij ontmaskert hun dubbelhartige retoriek en schoont de betekenis op van politieke begrippen die zij met hun gekonkel hebben gemanipuleerd en aangetast.

De partij heeft de pragmatische, van orthodox marxisme afgepelde visie op klassenstrijd van Indignados/Occupy overgenomen, het verhaal van de 1 procent tegen de rest (‘Wij zijn de 99 procent!’). Hoewel als analytisch begrip vloeibaar, kan het haast niet duidelijker en rechter voor zijn raap. Het zet de grootste winnaars van de financialisering en neoliberalisering van de politieke economie in een eenvoudige handbeweging tegenover een bevolking die te lijden heeft onder de economische crisis. Dat sluit aan bij de breed gevoelde weerzin onder de massa tegen de corrupte politieke elite, door de aanhangers van Indignados en Podemos la casta genoemd, een kaste die feitelijk beleid bedrijft voor en door de 1 procent.

  Een basismethode

¡Es la hora de la gente! (‘Het is het uur van het volk!’) roept de burger op om haar bestolen volkssoevereiniteit terug te eisen. Door participatie in het politieke proces te verkiezen boven representatie, kan de partij zich als nieuwe politiek presenteren. Grote verhalen ontbreken, theoretische bespiegelingen en bijbehorende karakteristieke linkse symboliek worden bewust gemeden. De vorm is ontdaan van traditionele marxistische terminologie, oud-links jargon en andere prietpraat waar een burger in nood niet op zit te wachten.

Daar is over nagedacht, of beter, daar had de Indignados/Occupy beweging al over nagedacht, om het platform een brede basis te kunnen geven. De beweging, en Podemos in haar slipstream, verspreidt verstandige ideeën en waarden die voor iedereen logisch klinken en eigenlijk als vanzelfsprekend aanvoelen: democratische controle over banken, het terugdraaien van privatiseringen in de belangrijkste sociaal-economische sectoren, einde aan het Europees opgelegde bezuinigingsbeleid en het opstarten van een sociaal huisvestingsprogramma. Democratie, soevereiniteit en gelijkheid zijn waarden die bij de Spanjaard al meer dan honderd jaar diep in de politieke genen zit.

Podemos noemt zichzelf een *methode*, waarbij zij zichzelf voorstelt als een faciliterend vehikel voor burgerparticipatie. Niemand weet immers beter wat er nodig is, wat burgers nodig hebben, dan de burgers zelf. De partij kent drie openingen voor invloed op het programma: men kan op individuele titel deelnemen aan online debat, men kan zich bemoeien met Podemos ‘cirkels’ (geen partij-afdelingen met leden, maar lokale of onderwerp gerichte affiniteitsgroepen die voor iedereen open staan) en men kan via online-referenda over voorstellen stemmen.

Vier maanden na conceptie van het idee de beweging tegen de traditionele politiek om te zetten in politieke actie, scoorde de partij een onverwacht grote overwinning bij de Europese verkiezingen. Vijf van de 54 zetels die voor Spanje open staan in het Europees parlement worden ingenomen door het paars van Podemos. In opiniepeilingen zijn zij momenteel opgeklommen naar de positie van de op twee na grootste partij van het land. Het succes is even snel als bedreigend voor de gevestigde partijen opgekomen.

  Kritiek en verdachtmakingen

Met dat succes zijn ook de pogingen gestart om Podemos een kopje kleiner te maken. De methoden om de geloofwaardigheid van de partij en haar voorman te vernietigen, komen voor ons niet onbekend voor. De bevolking moet vooral angst worden aangejaagd, waarbij de partij ondertussen beschoten wordt met verdachtmakingen zodat men meer tijd bezig is met haar onschuld te bewijzen dan met het assertief programmapunten naar voren brengen.

De PP staat als rechts-conservatieve partij met haar wortels in het Franquistische verleden uiteraard zeer vijandig ten opzichte van de linkse nieuwkomer, en begon direct vanuit eigen linies de partij te bestoken. Podemos wordt neergezet als een club extreemlinkse subversieven voor wie God noch wet betekenis hebben. Het zijn ‘antidemocraten’ die zich verlaten op het plegen van rellen en dreigen ‘het parlement met geweld over te nemen‘. Ze moeten beoordeeld worden als vijanden van de staat, als landverraders, communisten die van Spanje een dictatuur zoals Cuba of Venezuela wensen te maken.

Of als nazi’s, die vergelijkbaar snel en dreigend opkwamen en als enige doel hebben de PP’ers in het gevang te smijten of zelfs te vermoorden. Er is kennelijk geen vergelijking die niet passend is. Duidelijk is wel dat met name de ultra-rechtse vleugel van de PP erin lijkt te slagen de gematigdere facties bij de anticommunistische angstbezwering te laten aansluiten, en zo de cohesie van de zieltogende partij te versterken.

De PSOE is over het algemeen iets gematigder en heeft een factie in de gelederen die samenwerking wel ziet zitten (de oude marxistische tak, verenigd in Izquierda Socialista, ofwel ‘socialistisch links’). Maar ook vanuit de monden der sociaal democratische partijtijgers vertrekken zo nu en dan aanklachten waarin misbruik van het verleden niet geschuwd wordt. Volgens partijbons Ximo Puig is Iglesias bijvoorbeeld weinig minder dan Gaetano Mosca, de ideoloog van Mussolini’s zwarthemden, die geen serieus te nemen nieuwe ideeën voortbrengt, maar alleen onbehagen oproept en op de representatieve democratie schiet. Wel neemt Ximo Puig diens stemmers serieus. Die zouden uiteraard via een ‘open debat’ de weg naar de PSOE weer moeten terugvinden.

De nieuwe, jonge en frisse partijvoorzitter van de PSOE, Pedro Sánchez, heeft al laten weten onder geen beding te gaan samenwerken met Podemos. Met demagogen en populisten valt niets te beginnen, vindt Sánchez. Bovendien is Podemos een verzameling ‘lege verhalen waar de begrotingen niet mee rond komen’ en een partij die ‘een pad verleggen wil in de richting van chavistisch Venezuela’. Voor de opmerkzame analist past de enorme negatieve aandacht voor de nieuwkomer in de wens van het nieuwe kader de koers van de partij te verleggen naar het centrum, indachtig de manoeuvres van Wim Kok en Tony Blair in de jaren ’90.

podemos 3

  Aanvallen vanuit de gevestigde media

Ook de massamedia laten zich niet onbetuigd. El País, van oorsprong gelieerd aan de PSOE, brak de ban. De krant beschuldigde Podemos ervan zich te hebben laten financieren door de Venezolaanse staat voor een bedrag van 3,7 miljoen euro. Podemos beklaagde zich in een verklaring over dergelijke ‘verraderlijke informatie’, ontkende de beschuldiging en leverde bewijs voor het tegendeel. De partij besloot vanaf dat moment haar hele financiële hebben en houwen te openbaren door de lopende rekening te publiceren op haar website onder de naam ‘Heldere Rekeningen’ (Cuentas claras) Een grote overwinning voor El País: niet de corrupte partijen, maar Podemos werd gedwongen tot transparantie.

El Mundo deed het niet voor minder. Deze landelijke krant, met haar statige conservatieve historie, maakte zich hard voor de verdachtmaking, al opgedoken in kringen van de PP, dat Iglesias het goed voor zouden hebben met de Baskische afscheidingsbeweging ETA. Dat is dé ultieme zonde in de Spaanse politiek. Podemos reageerde met een openlijke verklaring dat zulk een perfide stroom van insinuaties, verdachtmakingen en beledigingen een teken was dat la casta zich nu echt serieus zorgen begon te maken. Wel werd Iglesias gedwongen in het openbaar afstand te nemen van de ETA.

Ondanks de veelvuldige aanvallen is Podemos erin geslaagd een politiek programma af te leveren. Opvallend hierbij is dat het inderdaad geen expliciet theoretisch kader of vergezicht aanhaalt, zoals je dat wel vaker ziet in partijprogramma’s. Het programma legt veel nadruk op democratisering (referenda, maar ook burger participatie in bestuur van overheidssectoren), anti-fraude maatregelen en intra-Europese samenwerking op fiscaal gebied en corruptiebestrijding.

Zorgen over precaire arbeid worden behandeld, men is voor een 35-urige werkweek en promotie van sociale burgerrechten (recht op gezondheidszorg, huisvesting, transport, educatie, water, gezond voedsel). Belangrijke punten zijn uiteraard dat de partij wil strijden voor het basisinkomen en een sociaal huisvestigingsprogramma, concrete voorstellen voor concrete problemen die onder de getroffen bevolking leven. Zeer interessant is ook het idee voor een democratisch bestuurde Volksbank die vanuit een fonds dat wordt gevuld door de overheid projecten zou moeten financieren voor en door burgers. Wanneer de financiële markten falen, corrupt zijn en alleen grote bedrijven bedienen, dan kun je beter Volksbanken oprichten.

Eigenlijk kan Podemos worden gezien als een radicale democratische beweging die is gegrondvest op de oude waarden uit de Franse revolutie, waarden die door corrupte neoliberale partijen van hun betekenis zijn ontdaan. Op zichzelf is dat niet heel erg vernieuwend, maar het is wel wat de Spaanse bevolking momenteel goed kan gebruiken. De ‘Methode’, de direct democratische wijze waarop de bevolking inbreng heeft in het programma, is overigens wel degelijk vernieuwend. En gold niet dat the medium is the message?

  Het belang van de cirkel

De politiek is eigenlijk dood, zeker in landen onder strenge curatele van de ECB. Podemos heeft er in Spanje weer nieuw leven in geblazen. Of dat een goede zet is geweest, moet nog blijken. Misschien verdient de partijpolitiek het wel volledig te gronde te gaan. In ieder geval geeft de partij de burger weer moed en kracht (Claro que podemos, ‘Natuurlijk kunnen we het!’).

De aanklacht tegen de corrupte kaste van rijken en políticos, de op praktische problemen gerichte politiek en de gedepolitiseerde taal maakt de partij aantrekkelijk onder brede lagen van de bevolking. Dat de partij zou bestaan uit lege populistische kretologie, geen concrete ideeën heeft voor concrete problemen of te vaag is (zoals de kritiek vanuit de gevestigde orde op Occupy en aanverwanten ook altijd luidt), is onterecht.

Mogelijk kan de partij, als brandpunt van organisatie, een belangrijke rol spelen in de buitenparlementaire ruimte. Zo zouden burgerplatforms, onder omstandigheden van toenemende crisis, veel kunnen hebben aan de infrastructuur die de partij op dit moment faciliteert. De cirkels bieden een gelegenheid om naast de gebieden waarin men actief of werkzaam is, samen te komen en met elkaar van gedachten te wisselen over allerlei zaken die de burger treffen. Op die manier kunnen talrijke dwarsverbanden worden gecreëerd, niet per se alleen met linkse organisaties. Er kan ook een coördinatiepunt worden ingericht, voor verzet, alternatieve organisatiemodellen en internationale samenwerking.

Iets dergelijks hebben we inderdaad al eerder gezien. Het is belangrijk dat er geen hiërarchische structuur ontstaat van mantelorganisaties die ondergeschikt zijn aan het partijbelang. Maar de creatie van horizontale samenwerkingsverbanden voor collectieve actie die praktische problemen van burgers aanpakt, lijkt – hoewel vol met kuilen en hobbels – vooralsnog de enige realistische weg naar verbetering.

Dit artikel is een bewerking van de oorspronkelijke versie, eerder gepubliceerd op de website Globalinfo.nl.

 

Abonneer
Laat het weten als er

*

2 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Hector Reban
9 jaren geleden

Volgens de laatste peilingen van El País zou Podemos zelfs de grootste partij van Spanje zijn:

http://elpais.com/hemeroteca/elpais/portadas/2014/11/02/

Hector Reban
9 jaren geleden

Verdeling van stemmen voor de 3 grootste partijen (PP, PSOE, Podemos) over verschillende maatschappelijke groepen (Spaans):

http://www.elmundo.es/grafico/espana/2014/11/07/545c0faf268e3e40478b4587.html?cid=SMBOSO25301&s_kw=facebookCM

Opmerkelijk is met name dat ongeschoolde arbeiders en 65+ ´ers traditioneel nog steeds in overgrote meerderheid voor de PSOE blijven stemmen. Daar is voor Podemos nog een wereld te winnen.