AMSTERDAM – Privacy First heeft de gemeente Amsterdam voor de rechter gedaagd vanwege het kentekenparkeren dat in strijd zou zijn met het recht op privacy.
Aanleiding voor de rechtszaak is een parkeerboete die de voorzitter van Privacy First, Bas Filippini, ontving wegens het niet invoeren van zijn kenteken in een parkeerautomaat. Hij weigert dit omdat verplichte invoering van kentekens bij parkeren in strijd is met het recht op privacy. “Iedere burger heeft immers het recht op privacy in de zin van anonimiteit in de openbare ruimte, ook als men ergens de auto parkeert”, aldus Filippini.
Dit recht wordt beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtszaak van komende dinsdag draait in de kern om twee aspecten bij kentekenparkeren die Stichting Privacy First onrechtmatig acht: de verplichte registratie van kentekens en het gebrek aan anonieme betalingsmogelijkheden. Beide aspecten zijn in strijd met het recht op privacy wegens gebrek aan noodzaak en proportionaliteit. Bovendien ontbreekt een privacyvriendelijk alternatief.
Steeds meer Nederlandse gemeenten gaan over tot invoering van het kentekenparkeren. Het kenteken wordt opgenomen in een database nadat deze is ingevoerd bij een parkeerautomaat, een parkeeractie is gestart met 06-parkeren of gebruik wordt gemaakt van het digitaal bezoekers- of mantelzorgparkeren. De stadswacht kan zo controleren of betaald is voor het parkeren. De gegevens worden volgens richtlijnen van de Algemene Wet inzake Rijksbelasting (AWR) zeven jaar bewaard voor controles door de Belastingdienst.
Eerder deze week maakte het stadsbestuur van Rotterdam bekend aan de staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, te vragen om de privacy tijdens het kentekenparkeren te waarborgen. Rotterdam wil de bewaartermijn van zeven jaar terugdraaien naar drie maanden. Door een overeenkomst met de Belastingdienst kan deze periode echter alleen worden veranderd via het kabinet. In Amsterdam worden de kentekengegevens al na drie maanden verwijderd uit de database.