Cristopher Nolan maakt graag grootse films. Met Interstellar kan het bijna niet overweldigender. In deze sciencefiction film, zich afspelend in de nabije toekomst, gaat het over de uitstervende mensheid op een uitgeputte planeet. Nolan heeft met zijn spektakelstuk een combinatie van familiedrama en ruimteavontuur gemaakt.
De film begint op het platteland waar de laatst overgeblevenen proberen te overleven. Cooper (Matthew McCounaughey) is een weduwnaar en boer die vroeger testpiloot was voor de NASA. Hij verbouwt maïs, het laatste gewas dat weet te overleven in de zandstormen die de aarde teisteren. Wanneer de NASA, die ondergronds is gegaan, hem wil charteren voor een missie ver weg, doet Cooper dat met tegenzin. Hij moet zijn gezin met twee kinderen en een grootvader verlaten. De vraag is of hij ooit nog terug zal keren.
Want de missie voert hem onder meer door een wormgat ergens bij Saturnus. De doorgang moet het vinden van bewoonbare planeten opleveren waar de mensheid naartoe kan verkassen. Met een stel astronauten gaat Cooper op weg. Het eerste uur van Interstellar, dat eigenlijk de meeste indruk maakt, speelt zich af op aarde. De grauwheid van een stervende planeet is plastisch verbeeld met het idee dat alles onder een dikke laag stof verdwijnt en wat leeft langzaam sterft.
Het emotionele hart van het verhaal zit eveneens in het eerste deel verwerkt. Hier wordt de innige band tussen Cooper en zijn dochtertje Murph (Mackenzie Foy) getekend. Nolan is een regisseur die nogal afstandelijk te werk gaat. Met deze vader-dochter relatie echter trekt hij de registers wijd open. Deze emotionele lading is door de drie uur durende film heen geweven. Dat familieaspect werkt gek genoeg, daar waar het spektakel als geheel nogal hol overkomt.
Vader Cooper veroudert in de ruimte minder snel dan zijn familie op aarde, bij terugkomst zou zijn dochter een oude vrouw kunnen zijn. Daar komt de wetenschap op de proppen. Interstellar staat stijf van wetenschappelijke feiten, andere dimensies, wormgaten en de relativiteitstheorie. De kijker raakt al gauw de kluts kwijt met al deze wetenschap. Wat beklijft zijn de imponerende beelden van het heelal. Kosten noch moeite zijn gespaard om het ruimteavontuur zo realistisch mogelijk te verbeelden.
Het grootse spektakel in het heelal kan niet verhullen dat er nogal houterig geacteerd wordt en dat de dialogen soms tenenkrommend zijn. Samen met broer Jonathan schreef Nolan het scenario van de film, hetgeen eigenlijk de zwakste bouwsteen vormt. De broers citeren naar hartelust uit het meesterwerk 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick. Vooral het laatste halfuur bevat het filosofische gewicht, waardoor de film behoorlijk onsamenhangend wordt. Nolan kan hoe dan ook niet tippen aan grootmeester Kubrick.
Toch weet de film soms het hart te raken, vooral op het moment als Cooper in de ruimte de videoboodschap vanaf aarde van zijn dochter, inmiddels een jonge vrouw gespeeld door Jessica Chastain, aanschouwt. Chastain krijgt helaas weinig te doen in de film, maar dit moment wordt briljant en hartstochtelijk door haar gespeeld. Interstellar is een ambitieuze productie waarin niet alle elementen evengoed samenvallen waardoor de film een uitputtende ervaring is om te ondergaan. De grote vraag of de mensheid het wel waard is om gered te worden van de ondergang, komt helaas niet aan bod.
Ulrik van Tongeren
Interstellar (Warner, 2014), nu in de bioscopen.