Voor een filmfestival als het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) worden thema programma’s bedacht. Tegelijkertijd dienen zich spontaan thema’s aan in de kronkels van het festival. Toevallig zijn er een paar interessante portretten van steden te zien. Het mysterie van een stad ontrafelen is niet simpel.
Rio 50° van de Britse regisseur Julien Temple is een fascinerend portret van Rio de Janeiro. Het Braziliaanse metropool herbergt ongeveer 13 miljoen mensen. De stad en de mensen wordt vooral vanaf de jaren zeventig getekend, historische beelden van de tijd daarvoor zitten er wel degelijk in. Want zangeres en actrice Carmen Miranda mag natuurlijk niet ontbreken in een documentaire over Rio de Janeiro.
De naam van de stad roept toeristische associaties op met strand, muziek en voetbal, de documentaire toont de dagelijkse realiteit van de Cariocas, dat is de naam van de bewoners van Rio. Het is een stad waar de sociale contrasten groot zijn, en toch zitten rijk en arm dicht op elkaar. Villawijken grenzen aan de favela’s. De enige verbindende factor tussen die groepen is de muziek. De opzwepende muziek levert de meest sprankelende momenten van de film op, Samba!
De tergende armoede in de favela’s is een gegeven, hier maken de drugsbendes de dienst uit. In deze wijken wagen de politie en ander hulpdiensten zich niet. De politie startte met het proces van pacificatie in de favela’s, dit in verband met het WK Voetbal van de afgelopen zomer. De corruptie in verband met het WK wordt aangekaart door 2 miljoen demonstranten.
Met de Olympische Spelen in Rio in 2016 zal het proces van pacificatie voortgezet worden, daarmee verdwijnt het geweld overigens niet. Kidnappings en gewelddadige afrekeningen in het drugsmilieu zijn aan de orde van de dag. Regisseur Temple huurde een man met een groot geweer in om de filmcrew te beschermen.
Julien Temple is vooral bekend door zijn muziekfilms zoalsThe Great Rock’n Roll Swindle. Met Requiem for Detroit (2010) en London – The Modern Babylon (2012) maakte hij al documentaires over steden. Hij heeft duidelijk gevoel voor dit onderwerp. Zijn stedenportretten hebben een politieke lading. Het sociale onrecht in een stad als Rio de Janeiro heeft hij scherp neergezet. Corruptie, armoede, geweld en de machteloze politiek tekenen deze stad, dat moet zeker ervaren worden naast de betoverende charme van Rio.
Italiaanse documentairemaakster Maria Tarantino woont en werkt acht jaar in Brussel. Our City, haar caleidoscopische portret van de Belgische en Europese hoofdstad heeft de regisseuse met een frisse blik gemaakt. Bij haar geen beelden van de historische binnenstad, het mooiste plein van de wereld, want de Grote Markt zit niet in de film. Tarentino heeft haar vizier gericht op het financiële en politiek hart van de stad. Gebouwen van de Europese gemeenschap en andere centra van macht worden in al hun afstandelijke glorie getoond.
De grandeur van de macht heeft Tarantino fraai in beeld gebracht. De ambassadeur van de VS debiteert nog enige clichés over Brussel. Het andere grote thema in haar documentaire is de immigratie. Dat thema zit dicht bij haar hart. Ze toont een schoolklas met allochtone jongeren die diepgaand discussiëren over het immigrant zijn. Wanneer ben je een Belg? Ook al ben je geboren in dit land, toch wordt je onverminderd als vreemdeling behandelt, verzuchten de jongeren.
Voor immigranten is het niet eenvoudig om te overleven te Brussel. Andere bewoners hebben het evenzeer moeilijk, het is vrijwel onmogelijk om betaalbare woonruimte in Brussel te vinden. De burgers worden de stad uitgedreven. Er is trouwens wel plaats voor nieuwe hoge kantoorgebouwen, nog steeds verrijzen ze aan de lopende band. Brussel groeit als centrum van macht, met daarbij gevoegd het historische centrum voor de toeristen. Zodoende dreigt Brussel een zielloze stad te worden, die ontnuchterende realiteit heeft Tarantino vaardig getekend.
Merkwaardig trouwens dat de enige taal in de documentaire het Frans is, er is geen enkel woord Nederlands is te horen. Terwijl 10 procent van de Brusselse bevolking Vlaams is, en er massa’s Vlamingen in Brussel werken. De francofonie van de regisseuse is een doordachte keuze. Our City is geen veelomvattende blik op de stad, de historie van Brussel komt niet aan de orde. Met die beperkingen is het niettemin een intrigerende portret van Brussel geworden.
In 1979 maakte de Zwitserse regisseur Clemens Klopfenstein Story of Night (Geschichte der Nacht). Maar liefst 150 steden worden in de documentaire getoond. Het is een poëtische en experimentele ode aan de stad in de nacht. Zonder vertelstem worden beelden van het nachtelijk straatleven in Europa getoond. De film begint met beelden van een morsige Engelse stad om te eindigen in een nog smeriger Turkse stad.
De film is in zwart-wit, dat geeft het geheel een merkwaardig nostalgisch gevoel. Beelden van een typisch feest uit die tijd hebben een surrealistische lading, het is hedonisme in een vertelling vol stemmingsvolle somberheid. Het spel van licht en donker is een constante in de reeks korte stedenmomenten die getoond worden. Het dansende licht van de straatlantarens is een baken in de duisternis.
Klopfenstein is een vergeten filmmaker, eind jaren zeventig begin jaren tachtig was hij een graag geziene gast op het IFFR. Zijn documentaires over het leven in de nacht maakten toen grote indruk. Mooi dat Story of Night op het IDFA te zien is, een grote documentairemaker is voor een kort moment uit de vergetelheid getrokken.
Ulrik van Tongeren
IDFA 19 t/m 30 november Amsterdam