In de Stentor van 2 december maakt Shirin Milani – persrechter van de rechtbank Overijssel – duidelijk dat het strafrecht geen duizenddingendoekje is, waar al het onrecht mee opgeveegd kan worden. Een uitspraak die de vraag oproept wat het strafrecht dan wel is. Wat het antwoord daarop betreft, merkt Milani op dat een van de belangrijkste aspecten van strafzaken de vaststelling van iemands schuld is. En de mate van schuld bepaalt de hoogte van de straf.
De redelijkheid daarvan is duidelijk, maar werd onlangs rigoureus onderuitgehaald door de taakstraf die de Roermondse rechtbank oplegde voor een ongeval met drie dodelijke slachtoffers. Als reactie op de massale onvrede daarover denken Milani en haar collega’s aan betere publieksinformatie over de regels die een rechter moet volgen.
Goede bedoelingen die echter voorbij gaan aan de kern van de zaak, te weten: In het strafrecht draait het niet primair om de toepassing van regels, maar om het dienen van het algemeen belang. Weliswaar heeft niemand daar grip op, maar met elkaar hebben wij daar intuïtief wel weet van. Iedereen heeft immers een geweten en beschikt daardoor over een aangeboren rechtvaardigheidsgevoel.
Om dit alom aanwezige gevoel tot zijn recht te laten komen, wordt het tijd het strafrecht zodanig om te smeden dat het in de pas loopt met het algemeen belang dat plaats- en tijdgebonden regels overstijgt. Voor onze minister van justitie en zijn staatssecretaris ligt hier een baanbrekende taak weggelegd die zij hopelijk weten op te pikken. Uiteraard op verzoek van de Kamer, hoezeer dat ook de orde van de dag op het Binnenhof zal verstoren.
Het is te hopen dat de impact van die Haagse (orde)verstoring zich niet tot onze landsgrenzen beperkt zal blijven. Integendeel, juist het streven naar een rechtvaardige samenleving zal dat wereldwijd nieuw leven inblazen, met alle positief maatschappelijke consequenties van dien. Om maar aan te geven waarin een klein land op mondiale vlak richtinggevend zal kunnen zijn.
Wouter ter Heide