shutterstock_157504430

Aanbestedingen van gemeenten gaan naar ondernemers met de laagste prijs, en niet naar ondernemers die al mensen met een handicap of bijstandsgerechtigden in dienst hebben. Met verslechtering van arbeidsvoorwaarden, lage lonen en extreme flexibiliteit tot gevolg.

Je zou de term social return, ‘de toverformule van de gemeenten’ om bijstandsgerechtigden en arbeidsgehandicapten verplicht aan het werk te zetten, de draaideur van de Participatiewet kunnen noemen. Een afgesloten draaideur welteverstaan, men loopt eindeloos rondjes zonder enig doel te bereiken. Oftewel een normaal betaalde baan waar men zelf voor kiest, zit er voor deze kwetsbare groep niet in. (Normaal betaalde banen zaten er overigens al jaren niet meer in voor de onderkant van de arbeidsmarkt.) De Participatiewet, die 1 januari ingaat, zal weinig veranderen. Integendeel, het traditioneel rondpompen van mensen zal eerder verhevigen. Filip de Jong, hoogleraar Economie van de Sociale Zekerheid, beweert zelfs dat het gehele concept Participatiesamenleving één groot experiment is, waarvan niemand weet of die gaat werken.

Dat kan ook niet anders, de visie van een gemiddelde politicus gaat niet verder dan vier jaar, vertelt de ervaring. Als een plan maar in grote lijnen op papier staat, de rest komt vanzelf wel. De minister-president lichtte eerder een tipje van de sluier op toen hij trots verkondigde niet te geloven in visies. Je kan beweren wat je wil, Mark Rutte, geassisteerd door zijn secondanten Jetta Klijnsma en Martin van Rijn, kwam zijn belofte na. Niemand weet dan ook waar die aan toe is. De gemeenten maken ondertussen van de gelegenheid gebruik om listig hun begroting kloppend te krijgen. Men verdoezelt met marketingpraatjes de oorspronkelijke reden van de Participatie-ideologie: het betreft in de eerste plaats een rigoureuze bezuinigingsoperatie die met name de lagere inkomens en de onderkant van de arbeidsmarkt onevenredig hard zullen treffen.

Social return versus bezuinigingsbeleid

En wat voor rol speelt de term social return in dit alles? In het boek De kwetsbaren, van de in oktober onverwacht overleden Will Tinnemans (55 jr.), kan men er alles over te weten komen. Van social return is sprake wanneer een ondernemer na aanbesteding een opdracht van de gemeente binnenhaalt en daarbij verplicht wordt om uit het gemeentelijke uitkeringsbestand een bepaald percentage mensen een baan aan te bieden. Wanneer de ondernemer mensen in dienst heeft die al eerder uit de kaartenbak van een sociale dienst kwamen, dan tellen die niet mee in de nieuwe aanbesteding. Om de opdracht te kunnen krijgen, zouden deze werknemers eerst ontslagen moeten worden om plaats te maken voor de nieuwe. Wat dan ook gebeurt.

Dat heeft gevolgen voor mensen die al langer bij een bedrijf werken waar men makkelijk over heen stapt. Maar Klijnsma denkt dat het niet erg is dat langdurig werklozen, al dan niet met een beperking, een kans krijgen om arbeidservaring op te doen ten koste van mensen die vaak al vele jaren werkervaring hebben. Zij vindt dat je degene die al heel lang buitenspel staat ook een baan moet gunnen. Klinkt natuurlijk redelijk, schrijft Tinnemans, maar het resultaat is dat de ontslagen werknemers de plaats in de kaartenbakken innemen van de nieuwe werknemers, die over niet al te lange tijd weer geruisloos zullen verdwijnen in dezelfde kaartenbak.

Sociale_aanbesteding_Manon

En waar let men op bij de aanbestedingen? De gemeenten en provincies zijn gehouden aan Europese wetgeving, de bodembedragen liggen immers vast, maar omzeilen deze door de opdracht in kleinere eenheden op te knippen zodat ze hun eigen criteria kunnen stellen. Het gevolg? De opdrachten gaan naar ondernemers met de laagste prijs, en meestal niet naar de ondernemers die mensen met een handicap of bijstandsgerechtigden in dienst hebben. Omdat sociale ondernemers eisen stellen aan een duurzaam personeelsbeleid zijn ze meestal ook wat duurder. Door aandringen van de gemeenten op de laagste prijs is een race to the bottom ontstaan: ‘met verslechtering van de arbeidsvoorwaarden, lage lonen, en extreme flexibiliteit tot gevolg’. Wat tot faillissementen heeft geleid: ‘kleine ondernemers worden door de grote doodgedrukt, omdat gemeenten en provincies voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten.’ Openbaar vervoer, thuiszorg, catering, beveiliging, schoonmaak, groenvoorziening, taxibranche, allemaal hebben ze er mee te maken.

Klanten als alibi

Door de jaren heen is de ‘werklozenindustrie’ een lucratieve miljardenbusiness voor de hoger opgeleiden geworden, schrijft Tinnemans. ‘Vele tienduizenden Nederlanders (zoals artsen, wetenschappers, docenten, maatschappelijk werkers, talloze administratieve afdelingen etc.) verdienen een goedbelegde boterham met het bezig houden, inschatten en herkeuren van werklozen en arbeidsgehandicapten’. Een wondere wereld waar ik uit eigen ervaring over kan meepraten. Als werkloze werd ik in het kader van reïntegratie verplicht een opleiding van een half jaar te volgen in een Amsterdams praktijkcentrum met als einddoel een diploma zonder enige waarde, en ongeloofwaardig omdat ik al meer dan genoeg opleiding heb genoten. In deze wereld tellen geldige diploma’s blijkbaar niet.

Dan de opleiding, als je die zo kon noemen. Vanaf het begin werd duidelijk gemaakt dat het onze eigen schuld was dat we daar aanwezig waren. Een onheilspellende constatering die me aan het denken zette. In ons gebouw bevonden zich administratieve afdelingen, waar omheen wat mensen ronddoolden met een volstrekt onduidelijke rol. Speciaal voor ons geselecteerd. Bij elkaar telde ik bijna evenveel personeel als werklozen – pardon klanten. Tot ik besefte dat wij het alibi waren om dit werkgelegenheidscircus in stand te houden. Een praktijk waarover hoogleraar Algemene Economie, Bas van der Klaauw, aan Tinnemans vertelt dat er de afgelopen decennia weinig tot geen interesse is geweest om de effecten van de activerende arbeidsmarkt te meten. Terwijl de afgelopen jaren een leger sociaalwetenschappers op dit beleidsgebied van alles en nog wat heeft gemeten. Het was en is dan ook een publiek geheim dat het geen enkel effect had.

Er is ook geen oplossing voor, merkt Tinnemans op: ‘Het echte probleem is een tekort aan banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt’. Dat komt omdat een belangrijk deel van de maakindustrie, waar laagopgeleiden traditioneel werk vonden, is verdwenen uit Nederland. Zoals gezegd zal de strenge Participatiewet deze toestand eerder verslechteren. Wie volgens mij wel baat kunnen hebben bij de Participatie-ideologie? De SP en de PVV.

Ron Kretzschmar

9200000026878197

titel De kwetsbaren – Verdringing en concurrentie aan de onderkant van de arbeidsmarkt
auteur Will Tinnemans
uitgave Paperback, 144 pagina’s
uitgever Nieuw Amsterdam
prijs 16,95 euro
isbn 978 90 468 1660 8

 

 

 

 

 

 

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

3 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Cor H
9 jaren geleden

Ik denk dat jij ook niet bij die ‘maakindustrie’ hoorde, je had toch genoeg opleiding genoten? Het verhaal is duidelijk. Men heeft van de nood een deugd gemaakt en een bak kanslozen gecreëerd waaruit tuig onuitputtelijk kan graaien.

‘Op 13 november opende de Primark op Zuidplein onder grote belangstelling haar deuren. Bij deze enorme kledingzaak gingen maar liefst 120 mensen met een WWB – of WW-uitkering aan de slag’, aldus het gemeentelijke arbeidspropagandafoldertje 010werkt, bijgevoegd bij de uitkeringsspecificatie te alhier.

Het gaat hier om 20-uur contracten verrekend met bijstand. Financieel blijft men op bijstandsniveau.

Johan Amsterdam
9 jaren geleden

Wat valt hierop nog te zeggen. Aangegeven wordt dat de politici niet willen zien wat er speelt. Ondertussen willen ze wel wat doen. Ze zijn niet voor niets gekozen. Ze volgen de waanzin van de dag en treden steeds harder op tegen mensen die zich niet kunnen verweren.
De slachtoffers worden tot daders gemaakt. Zij moeten het probleem oplossen waaruit ze zijn voortgekomen zonder enige beslissings- of handelingsmacht. Het systeem is dolgedraaid en bedient zich van inhoudsloze argumenten die, sociaal en psychisch, gevaarlijk zijn voor de betroffenen.
Wat kun je zeggen tegen de doodlopende weg? Keer terug, voor het te laat is!

[…] De Kwetsbaren (2014): Marjo Gruisen, sociaal ondernemer en directeur van Inclusief, verklaart dat “list en […]