neoliberalisme

In het land vonden deze maand in korte tijd drie bijeenkomsten plaats waarop afstand werd genomen van het op hebzucht en korte termijnwinst gerichte neoliberalisme.

      door Hans Beerends

Wat is de rol van religie in het Zuiden, religie als inspiratiebron voor ontwikkelingsorganisaties en hun medewerkers, en het belang van een duidelijke (religieuze) identiteit? Onder meer deze vragen kwamen aan bod op een bijeenkomst in het nieuwe kantoor van LokaalMondiaal in Utrecht. Daar werd de Bijbelspecial van het blad Vice Versa aangeboden aan CDA-dissident Kathleen Ferrier. Vertegenwoordigers van christelijke ontwikkelingsorganisaties vertelden over hun drijfveren.

Cover-BijbelspecialMarc Broere, hoofdredacteur van Vice Versa en leider van de discussie, gaf aan dat hij al lezende een groot verschil bemerkte tussen de protestantse/christelijke invalshoek en de katholieke. Door de forumdeelnemers werd dit verschil enigszins lachend weggewuifd, maar in het blad zelf zijn die verschillen duidelijk zichtbaar. De drijfveer van reformatorische christenen is letterlijk gegrondvest op Gods Bijbelwoord, terwijl katholieken hun praktische handelwijze meer baseren op de in de 19e eeuw ontwikkelde katholieke sociale leer.

  Struikelblokken

Dat verschil werd nog eens extra kenbaar gemaakt nadat een jonge katholieke vrouw aan Jan Lock van het reformatorische Woord en Daad had gevraagd waarom een hechte samenwerking met katholieken zo moeilijk lag. Een gesprek was volgens Lock best mogelijk, graag zelfs, maar hij zag problemen als het ging over thema’s als zonde, de gebrokenheid van de mens, de leer der verzoening en andere theologische struikelblokken.

Het accentverschil kwam tevens naar voren in het slotwoord van Henk Jochemsen, directeur van de christelijke koepelorganisatie Prisma en tevens hoogleraar ethiek aan de Universiteit van Wageningen. Hij benoemde het verschil tussen een immanente drijfveer bij het werken aan armoedeproblemen – met andere woorden: de spontane menselijke drijfveer van binnenuit – en de transcendente drijfveer waarbij het geloof in God een oriëntatiepunt is.

Tijdens de naborrel vroeg ik Jochemsen in hoeverre het sterke geloof in humanitaire vooruitgang ook een transcendent oriëntatiepunt kon zijn en in hoeverre de immanente drijfveer vanaf zijn ontstaan niet als goddelijk beschouwd kan worden. Het werd een boeiend gesprek waarbij overeenkomsten en verschillen duidelijk werden.

Kathleen Ferrier tenslotte die het eerste exemplaar van de Bijbelspecial in ontvangst nam, hield een gedreven betoog over de christelijke inspiratie die zij constateerde in de strijd tegen dictaturen in Latijns-Amerika in de jaren ’70. De verschillende accenten van christelijke inspiratie maakten het geheel tot een kleurrijke bijeenkomst waarbij tegelijkertijd duidelijk werd dat het op hebzucht gebaseerde neoliberale denken door allen afgewezen werd.

  Geld, geluk en economie

deliefdeDiezelfde avond werd in Amsterdam in De Nieuwe Liefde, thuisbasis van priester/dichter en oud Chili-activist Huub Oosterhuis, een avond gehouden in de themareeks Geld en Geluk over de relatie tussen geld, geluk en economie. Na beelden van de film Wallstreet, Money never sleeps, waarin een durfkapitalist onder gejuich van zijn collega speculanten oreert dat hebzucht een deugd is, kwamen er sprekers aan bod die het tegendeel beweerde.

Marianne Thieme stelde dat hebzucht en economische groei niet de oplossing is bij het bestrijden van de crisis maar het probleem. Thieme hield een goed betoog waarin zij aangaf dat economische groei, gelet op de beperkte hoeveelheden grondstoffen en de toenemende klimaatproblemen, per definitie eindig is. Dat ondernemingen, gesteund door regeringen, hier toch mee doorgaan en als vijgenblad termen lanceren als groene groei en geleide groei, achtte zij kortzichtig.

Niet enkel kortzichtig, misleidend zelfs, om niet te spreken van misdadig. Thieme, bevlogen partijleidster van de PvdD die ik altijd beschouwd heb als iemand voor wie kapitalisme, socialisme en anarchisme worst is zolang we maar aardig zijn voor dieren, bleek een welomschreven en goed doordacht sociaaleconomische visie te koesteren waar plaats is voor mens, dier en plant.

Vervolgens kwam de bekende dominee van de Zuidas, Ruben van Zwieten, aan het woord. De Zuidas in Amsterdam is Neerlands Wall Street en binnen deze samenscholing van accountants, speculanten, vastgoedhandelaren, juridische specialisten en bankiers probeert Van Zwieten de boodschap van de Bijbel over te brengen. Hij begon zijn betoog dan ook met het Onze Vader: ‘Onze Vader die in de hemelen zijt […] Geef ons heden onze dagelijkse aandelen, leidt ons niet in bekoring riskante contracten te sluiten, vergeef ons dat wij schulden moeten maken en verlos ons van de economische crisis.’

In deze hoedanigheid maakte hij het Zuidas-gebed af en voegde daar aan toe dat hij deze persiflage gebruikte om de bijeengekomen financiers en bankiers bewust te maken van het feit dat zij alleen nog maar in staat waren in economische termen te praten en te denken. Denken en praten buiten dit economisch kader ligt voor hen steeds verder weg waardoor ook de communicatie met mensen die denken vanuit een sociaal, ecologisch of moreel kader steeds moeilijker wordt.

Van Zwieten probeert de communicatie tussen het denken in winst en verliescijfers en het denken over betekenis en zin van het gewone leven te herstellen. Uiteindelijk, zo besloot hij zijn betoog, blijven het ook mensen met een vader en een moeder, zussen, broers en kinderen en het is dan zonde om je leven eenzijdig te baseren op winst- en verliescijfers.

  Noodzaak van economische groei

pakhuisTot slot vond een dag later in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger een bijeenkomst plaats waarop werd nagepraat over een tv-uitzending van Tegenlicht. In dat programma komen de Franse econoom Piketty en de Canadese journaliste en klimaatactiviste Naomi Klein aan het woord.

Robert Went, samensteller van de bundel Waarom Piketty lezen en co-auteur van het WRR-rapport over ontwikkelingshulp Minder pretentie, meer ambitie, gaf in de geest van Piketty aan waarom een te grote ongelijkheid slecht is voor economische groei. De laconieke en grappen makende wijze waarop hij verder het een en ander vertelde over zijn werk als econoom en adviseur van de regering, werd onderbroken door reeksen lachsalvo’s waardoor de inhoud van zijn verhaal verloren ging.

Mijn boze buurman in de zaal, die zich schielijk zat te verbijten, liep als eerste naar de microfoon en stelde zich voor als kleine ondernemer en anarchist. Hij zei tegen Went dat het allemaal wel leuk en aardig was wat de econoom te vertellen had, maar dat de huidige obsessie voor economische groei eindig en uiteindelijk destructief is.

Went was het niet met de man eens. “Alleen al voor het scheppen van werk voor de vele jeugdige werkelozen is economische groei, mits verstandig begeleid, noodzakelijk.” Hee, dacht ik, hier spreekt de oud-activist die tot in de jaren ’90 lid was van de marxistische splinterpartij SAP (Socialistische Arbeiders Partij). Er volgden meerdere insprekers die het dogma van economische groei afwezen, maar Went bleef, al glimlachend en grappen makend, op zijn standpunt staan.

Jesse Klaver, Kamerlid voor GL, gaf aan dat te veel politici (ook hijzelf) zich te lang hadden laten meeslepen door het neoliberale succesverhaal van oneindige economische groei. Medeoorzaak van de verstarring in de Europese politiek was volgens hem te wijten aan het feit dat de drie grote politieke families, de christendemocraten, sociaaldemocraten en de liberalen, sinds jaar en dag het Europees parlement beheersen.

Een tweede oorzaak was de obsessie voor het ‘economisme’. We laten ons, volgens Klaver, te veel leiden door de vraag naar economisch nut. Of het nu gaat over de zorg, het onderwijs of het milieu, altijd wordt de discussie geblokkeerd en vertraagd door economische dogma’s. Maar het tij keert, eindigde hij optimistisch. Steeds meer economen, politici en niet te vergeten ondernemers worden zich bewust van de negatieve kanten van het huidige systeem.

  Activisme

Vervolgens kwam Faiza Oulahsen aan het woord, de activiste van Greenpeace die na een actie in de Noordpool gearresteerd werd door de Russische politie en maandenlang in de gevangenis doorbracht. Zij kon zich helemaal vinden in No Time, het nieuwste boek van Naomi Klein. Willen we iets veranderen, zo zei zij, dan kunnen we dat niet over laten aan politici. Activisme is noodzakelijk om politici tot sneller handelen te dwingen. Zoals het nu gaat laten politici het stijgen van de zeespiegel en de opwarming van de aarde toe, teneinde het systeem van economische groei te redden, aldus Oulahsen.

Als laatste spreker poneerde jurist Roger Cox een verrassend voorstel. Hij bereidt een aanklacht voor tegen de Nederlandse staat omdat deze in gebreke blijft bij het beschermen van de bevolking. Alle klimaatwetenschappers, zo betoogde hij, achten de opwarming van de aarde met 2 graden het uiterste nog leefbare maximum. Gaan we echter door op de huidige weg dan stijgt de opwarming tot 4 à 6 graden. De Nederlandse staat heeft, juridisch gesproken, de plicht haar bevolking te beschermen tegen rampen, vindt Cox. Doet zij dat niet dan handelt zij onrechtmatig en kan zij strafrechtelijk worden vervolgd.

Het hoopgevende aspect aan dit soort bijeenkomsten is dat het inzicht over de onmogelijkheid van het neoliberale groeimodel fors toeneemt. Een nieuwe leefstijl, een andere mentaliteit kondigt zich aan, het kantelpunt is bereikt. Echter, op de drempel van het nieuwe denken en beleid proberen conservatieve krachten de ommezwaai zo lang mogelijk te blokkeren of te vertragen. Kortom de druk opvoeren middels acties, lobby’s en overleg blijft meer dan ooit noodzakelijk.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

1 Reactie
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Wouter ter Heide.
9 jaren geleden

Van parti- naar mediacratie.
Terecht merkte Faiza Oulahsen op dat we niet bij de politiek moeten aankloppen, als we iets willen veranderen. Vraag is waar(?) dan wel. Volgens mij bij de media, als exponent van ons (media-)tijdperk dat dat van het partijpolitieke voorbij is gestreefd. Door gezamenlijk de weg van het vrije woord (zowel het gesproken als het geschreven) te bewandelen, moet het mogelijk zijn tot een gemeenschappelijk beleid te komen dat ons voor rampen behoed.
Voor het gezamenlijk bewandelen van de-vrije-woord-weg, zal het ons wel eerst duidelijk moeten worden dat vrijheid – als alomvattend samenlevingsdoel – om meer vraagt dan de gelauwerde vrijheid van meningsuiting. Door die vorm van vrijheid tot onaantastbaar democratisch recht te verklaren spannen we het paard achter de democratische wagen, ofwel komt het democratiseringsproces geen stap verder. Daardoor zal de broodnodige eenheid, als noodzaak voor de vruchtbare aanpak van de problemen, nooit van de grond komen. Met als gevolg dat de problemen structureel en daarmee onoplosbaar worden. De onoplosbaarheid die in ons verdeeldheid zaaiende partijpolitieke bestel, als politiek eindproduct van de vrijheid van meningsuiting, zit ingebakken.
Vandaar dat voor het adequaat aanpakken van de problemen, toch het ultieme algemeen belang(!), de stembus geen uitkomst biedt. Daarvoor zal ons partijpolitieke bestel in alle openheid breed maatschappelijk ter discussie gesteld moeten worden. Voor de media, zowel die van linkse als van rechtse signatuur, zie ik hier een gezamenlijke taak weggelegd. Het oppikken daarvan zal zonneklaar bewijzen dat we niet langer in een parti- maar in een mediacratie leven, waarin geen plaats is voor oncontroleerbaar achterkamertjesgedoe. De gangbare politiek waarmee het kind (het algemeen belang) dagelijks met het verontreinigde Haagsche badwater (de uitzichtloze dagelijkse strijd om de partijpolitieke macht) wordt weggespoeld, ter meerder eer en glorie van …………