01

MADRID – Spanjaarden zijn zaterdag massaal de straat opgegaan met de roep om verandering. Het is verkiezingsjaar en protestpartij Podemos kraait alvast victorie.

In Spanje is het voorjaar al uitgebroken. Politiek voorjaar wel te verstaan, want op 24 mei vinden er gemeenteraadsverkiezingen plaats, in november gevolgd door nationale verkiezingen. Het moet wel heel erg raar lopen indien de nieuwe partij Podemos (‘wij kunnen’), in navolging van het inmiddels grote broertje Syriza in Griekenland, daarbij geen klinkende overwinning behaalt. Podemos zag maart 2014 het levenslicht, won twee maanden later vijf zetels in het Europees Parlement en gaat momenteel aan kop in de peilingen.

Vooruitlopend op de aanstaande eclatante verkiezingswinst nam de partij, eigenlijk is het een sociale autonome beweging, het initiatief voor een protestmars op de laatste dag van januari. Voor deze ‘Marcha del Cambio’ (‘mars voor de verandering’) kwamen zaterdag naar schatting 200.000 Spanjaarden op de been. Al sprak de organisatie van 300.000 en de politie van 100.000 betogers, de waarheid zal wel ergens in het midden liggen.

Demonstranten uit heel Spanje verzamelden zich rond de Cibeles-fontein en liepen in optocht naar het Puerta del Sol-plein. Daar, waar in 2011 langdurig door Occupy werd geprotesteerd tegen de politieke en financiële corruptie en het wanbestuur, ligt de bakermat van de jonge partij. Yells als het wat oubollige ‘Yes we can’ en het inspirerende ‘tik tak tik tak’, waarmee de betogers wilden duidelijk maken dat het laatste uur heeft geslagen voor de politieke machthebbers, waren populair.

Aan de protestmars namen uiteraard de voornaamste gezichten van Podemos mee: Pablo Iglesias, Íñigo Errejón en Juan Carlos Monedero, de eigenlijke oprichter van de beweging. Zij lieten zich echter bewust niet aan de kop van de mars zien. Die moest namelijk ingevuld worden door het volk, de mensen waar het allemaal om gaat. “Het is tijd voor verandering, dat is democratie”, zo sprak Iglesias, het charismatische kopstuk van de partij, de menigte toe. “Podemos is geen merknaam maar een natie van burgers. Weg met het financieel totalitarisme.”

Podemos heeft niet alleen veel gemeen met het Griekse Syriza, maar flirt soms ook met linkse regeringen van onder meer Bolivia, Ecuador en Venezuela. De gevestigde Spaanse partijen Rajoys Partido Popular en PSOE die nu het land regeren zien dat met argusogen aan. Het establishment steunt het strikte bezuinigingsbeleid dat de Europese Unie van het voort sukkelende Spanje vraagt, maar Podemos neemt daar openlijk afstand van.

Dat het klamme angstzweet voor een naderende politieke nederlaag is uitgebroken onder de heren en dames van de regeringspartijen, blijkt wel uit de recente uitspraak van de minister van Financiën en Openbaar Bestuur, Cristobal Montoro. Vanuit het hoofdkwartier van de Partido Popular van Valencia (CPAP) deed hij aan de vooravond van de protestmars in niet mis te verstane woorden een klemmend beroep op het gezonde verstand van de Spanjaarden en riep op om niet mee te lopen.

“Podemos bestaat uit radicalen die niet weten wie ze zijn, niet links en niet rechts”, zei Montoro. “Het zijn cafeïnevrije mensen die schapenvachten dragen. Ze vormen, zoals we kunnen zien in andere landen, een bedreiging voor de politieke stabiliteit. Zonder dat is er geen sprake meer van economische groei, geen vertrouwen onder de bevolking en creëren we niet langer werkgelegenheid.” Een protserige kat in het nauw, zullen we maar denken.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties