Bij een cyberinbraak in de systemen van het Amerikaanse bureau voor rijksambtenaren blijken 5,6 miljoen vingerafdrukken te zijn gestolen, alsmede hun burgerservicenummers en adressen.

In juni drongen de hackers binnen bij het Office of Personnel Management (OPM) waar de persoonlijke gegevens van 21 miljoen huidige en voormalige ambtenaren van de federale overheid worden bewaard. Het OPM valt onder het Department of Homeland Security, het ministerie van Binnenlandse Veiligheid dat verantwoordelijk is voor terrorismebestrijding. Nadat de hack afgelopen zomer bekend werd gemaakt, ging de Amerikaanse overheid uit van 1,1 miljoen ontvreemde vingerafdrukken en andere persoonlijke gegevens.

Drie maanden later maken het OPM en het ministerie van Defensie openbaar dat het om privégegevens van 5,6 miljoen mensen gaat. De overheidsinstantie OPM, die verantwoordelijk is voor het screenen van ambtenaren, werd twee keer gehackt. Bij de eerste inbraak bleken de gegevens van 1,1 miljoen ambtenaren te zijn buitgemaakt. Tijdens het onderzoek naar deze inbraak werd de tweede inbraak ontdekt, waarbij veel meer privégegevens blijken te zijn buitgemaakt.

Daarnaast betreft het zeer gevoelige gegevens die ambtenaren op de screeningsformulieren moesten invullen, zoals psychische problemen, drugs- en alcoholgebruik, aanhoudingen door politie, faillissementen en gebruikersnamen, wachtwoorden en in bepaalde gevallen ook vingerafdrukken. Veiligheidsexperts zijn vooral bezorgd over de vingerafdrukken, omdat die niet veranderen. Gestolen nummers kunnen worden vervangen, maar vingerafdrukken niet.

Vingerafdrukken worden steeds vaker gebruikt in plaats van wachtwoorden, bijvoorbeeld om een telefoon of zelfs een woning te ontgrendelen. Veiligheidsexperts geloven dat hackers nu nog niet zoveel kwaad kunnen met de gestolen afdrukken, maar dat kan in de toekomst veranderen als de technologie zich verder ontwikkelt, meldt de Britse krant The Independent.