Tjibbe Joustra’s opmerking dat uit het OVV-verslag met betrekking tot vliegramp MH17 blijkt dat het hier om ‘sluitend’ bewijs gaat, dient resoluut te worden afgewezen. Dat blijkt onder meer na bestudering van de bevindingen van de Russische BUK-fabrikant Almaz-Antei.
door Hector Reban
De crash van vlucht MH17 in juli 2014 was van cruciaal belang in de reeks van gebeurtenissen die de spanningen tussen het Westen en Rusland nog verder opjoegen, leidend tot Koude Oorlog versie 2.0. Op 13 oktober bracht de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), de organisatie belast met de opdracht om de oorzaak van dit ongeval te onderzoeken, hun eindverslag uit. In de uiterst gevoelige internationale politieke ontstane situatie blijkt politieke sturing niet te ontbreken.
Op dezelfde dag toonde de Russische BUK-fabrikant Almaz-Antei concurrerende bevindingen. Wie, naast een kritische blik van deze resultaten, gebruik maakt om het OVV-rapport te beoordelen, merkt op dat de resultaten van de officiële onderzoekers niet zo overtuigend zijn als wel beweerd wordt. Maar de OVV was niet de enige partij die in gebreke bleef.
De slachtoffers
Het meest verontrustende deel van het OVV-rapport zal zeker appendix N zijn, het deel dat zich bekommerd heeft om de ‘Achtergrond blootstelling inzittenden’, een tamelijk botte juridische uitdrukking voor de lijdensweg die een heleboel passagiers waarschijnlijk hebben meegemaakt. Zoals is vastgesteld waren alleen de drie bemanningsleden die in de cockpit aanwezig waren op het moment dat een raket ontplofte in de buurt van het linkervenster op slag dood omdat hun lichamen ernstige fragmentatie-verwondingen opliepen.
De rest van de passagiers, niet rechtstreeks getroffen door fragmenten, moet het afbreken van de cockpit vijf seconden na impact hebben ervaren, gevolgd door druk als gevolg van scherpe vertraging en versnelling, decompressie en een gebrek aan zuurstof. Verder gierde een wind met een sterkte van vier keer een orkaan bij een temperatuur van 50-60 graden Celsius minus door de resten van het vliegtuig, ontstond een zeer dichte mist van vocht en stonden de passagiers bloot aan harde geluiden en vliegende objecten.
Sommige magen zullen zich omdraaien wanneer bedacht wordt dat een aantal mensen dit alles voor tenminste seconden kunnen hebben ervaren, want het enige dat de OVV stelt dat zeker is, is dat niemand de impact op de grond overleefd heeft. Het lezen van dit hoofdstuk zal ongetwijfeld leiden tot diepe gevoelens van pijn bij veel nabestaanden. Voor sommigen van ons zullen deze bevindingen een aansporing zijn om verder te onderzoeken wie er achter deze gruwelijke daad zit.
Het spektakelstuk
Ondanks deze verschrikkelijke conclusies verliep de presentatie van het rapport op 13 oktober vol optimisme en politiek gemanoeuvreer. Een soort reliek dat dit symboliseerde was de reconstructie van delen van het getroffen vliegtuig dat diende als decor op de achtergrond. Deze reconstructie zou zijn gemaakt ten behoeve van onderzoek, maar in feite werd met de bouw pas in juli 2015 begonnen, zoals in het rapport zelf wordt beweerd (Onderzoeksverantwoording , p. 58), weken nadat het eerste ontwerp van het eindrapport naar alle deelnemende naties was opgestuurd. Er werd ogenschijnlijk een drama van christelijke allure opgevoerd, waarbij de restanten van de dood werden tentoongesteld om een indringend beeld bij het publiek achter te laten.
Aan de voorzijde van het spektakelstuk hoofd-inquisiteur, OVV-voorzitter Tjibbe Joustra. Joustra, gekleed in een mantel van neutrale juridische integriteit, nam na de perspresentatie de leiding over de politieke boodschap op zich, door zorgvuldig vertrouwde nieuwsproducenten uit te kiezen. Hij gaf een paar interviews waarin hij zich buiten de juridische kaders van zijn opdracht begaf door te beweren dat het berekende lanceergebied waar de dodelijke raket vandaan zou zijn gekomen, door separatisten werd gecontroleerd. Zijn opmerkingen bevatten zo een welgemikt politiek salvo in de richting van de rebellen en hun Russische helpers.
Boven: kaart in OVV-rapport dat waarschijnlijk gebied moet voorstellen dat door rebellen zou worden gecontroleerd. In werkelijkheid bevat het gearceerde gedeelte grote stukken gebied dat werd gecontroleerd door de antiterreureenheden van het Oekraïense leger of waarop heftige strijd werd geleverd.
Onder: kaart van gebied waaruit volgens de OVV de raket zou zijn afgevoerd. De rode lijn stelt de frontlinie op 17 juli 2014 voor, gebaseerd op verslagen over oorlogshandelingen. Hierbij moet worden aangemerkt dat op een aantal plaatsen op die lijn vijandigheden plaatsvonden die deze linie kilometers overschreden (d.w.z. meer een frontgebied vormden dan een lijn).
Op deze manier voldeed het spektakel aan de Oekraïense/westerse strategie van ‘zich opstapelend bewijs’. In deze strategie wordt in de eerste fase van een informatie-oorlog onmiddellijk een sterk gevoel van duidelijke schuld geïnitieerd, bijvoorbeeld gebaseerd op vertrouwen in uitspraken gedaan door officiële woordvoerders van de staat. Vervolgens wordt op gedoseerde wijze (gemanipuleerde) informatie vrijgegeven om die aanklacht te herhalen, tot bij vrijwel elke nieuwsconsument de indruk bestaat dat de zaak allang in kannen en kruiken is.
Dus vanaf de late uren van 2014/07/17 was al bekend wie MH17 zou hebben neergeschoten en waarom dat zou zijn gebeurd – de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Jim Kerry zei dat, Oekraïense functionarissen zeiden het en listig gefabriceerd bewijs stond al snel klaar om hun uitspraken te steunen (bijv. hier en hier besproken).
Vervolgens werd deze eerste indruk stelselmatig bevestigd, met name via zwaar gepromote propagandakanalen zoals het pro-NAVO onderzoeksteam Bellingcat dat onbeperkt toegang kregen tot de nieuwsvoorziening. Dit leverde bij het merendeel van het (pro-)westerse publiek een versterkt gevoel op van bewezen schuld die eigenlijk alleen nog diende te worden bewezen voor een rechtbank, wat louter nog een technische kwestie zou zijn.
Uiteraard liet deze strategie geen ruimte voor een ander verhaal of tegenbewijs. Het Joint Investigation Team (JIT), de internationale organisatie die de opdracht kreeg om een mogelijke strafzaak te onderzoeken, liet dit bijvoorbeeld zien door na 9 maanden onderzoek nog steeds klakkeloos de aanwijzingen van de Oekraïense geheime dienst op te volgen. Het verhaal van de Russische BUK die een parcours door rebellen gecontroleerd gebied naar een gedefinieerde lanceerplaats zou hebben afgelegd op die 17de juli, bleek het ‘belangrijkste scenario’ van onderzoek (zie video getuigenoproep), ook al had dit verhaal alle kenmerken van manipulatie en fraude (zie bijvoorbeeld hier).
Na het OVV-rapport was duidelijk dat het JIT alleen maar hoefde door te gaan op het pad dat door de VS en Oekraïne al was gebaand vanaf het eerste begin. Joustra en zijn team voorzagen hen nu van volledige back-up. Het verleidde Westerbeke direct al tot het doen van de uitspraak dat men inmiddels met moord te maken zou hebben.
De concurrentie
Gealarmeerd door het eerste ontwerp eindrapport van de OVV, overgedragen in juni, begonnen de Russen – in feite BUK-fabrikant Almaz-Antey – met het opzetten van een eigen rapport dat concurrerende resultaten bevatte. Hoewel als onbruikbaar van de hand gewezen door de OVV, bleek bij nadere inspectie dat de resultaten van het Russische onderzoek veel zouden kunnen vertellen over de kwaliteit van het officiële OVV-onderzoek.
Het bedrijf voerde onder meer twee veld-experimenten uit, waarin men onder andere een BUK-raket bij een Ilyushin IL-86 cockpit tot ontploffing bracht vanaf een detonatiepunt dat was gerelateerd aan een lanceerplaats vanuit de Snizhne regio. In een diavoorstelling presenteerden zij hun resultaten:
– De romp van de cockpit bleek veel vlindervormige (bow-tie of I-beam) intrede gaten te vertonen (niet te zien op MH17), waarvan een aanzienlijk deel in de buurt van de zetel van de gezagvoerder (slechts één herkenbare bow-tie werd in zijn lichaam aangetroffen);
– De rechterkant van de buitenste cockpit baldakijn toonde verschillende penetraties door fragmenten van hoge energie (niet te zien op MH17);
– De mainframe was niet geraakt op een wijze die de cockpit zou doen afbreken op de manier waarop MH17 dat deed.
De visuele evaluaties van de schade aan MH17 die het bedrijf uitvoerde, verschilden in drie belangrijke opzichten van het schadeonderzoek dat door de OVV was uitgevoerd:
– Men ondervond dat de linkervleugel, stabilisatoren en motor zwaar getroffen waren door voorgevormde fragmenten van de buitenste kant van de BUK-gevechtslading, wat in strijd zou zijn met een Snizhne lanceerplaats;
– Men onderzocht belangrijke delen van het dak van de cockpit die tekenen van perforaties, grazing (schuine inslagen) en schamping vertoonden en niet waren beoordeeld door de OVV;
– Men onderzocht ook de binnenste delen van de cockpit, niet beoordeeld door de OVV, en vond daarbij diverse perforaties langs de lengteas van het vliegtuig, onverenigbaar met een Snizhne lanceerplaats.
Vraagtekens die de Russische BUK-fabrikant stelt naar aanleiding van schade-analyse (zie bovenstaand plaatje). De situatie dat een raket vanuit de omgeving van Snizhne zou zijn afgevuurd vertoont vier belangrijke inconsistenties met de daadwerkelijk aangetroffen schade:
1. De gevonden schade door voorgevormde fragmenten aan linkervleugel, stabilisatoren en motor is niet te zien na een Snizhne lancering;
2. De afwezigheid van schade aan de rechterkant van de cockpitvensters kan met een Snizhne lancering niet worden verklaard;
3. Dat geldt ook voor de afwezigheid van uittrede schade van voorgevormde fragmenten aan de rechterkant van de cockpit;
4. En eveneens voor de afwezigheid van schade door fragmenten aan de rechtervleugel (niet volledig geborgen).
De simulatie modellen van de OVV waarmee de uiteindelijke afkomst van de raket zou worden vastgesteld, werden duidelijk ontworpen op basis van (te) beperkte evaluaties van de schade aan MH17. Verder leek het dat de schade aan de linkerkant van het vliegtuig, in het bijzonder aan de linkervleugel, stabilisatoren en motor, verkeerd werd geïnterpreteerd.
Maar er waren meer vragen. Het ontwerp van simulatie-modellen, bijvoorbeeld om wapenprestaties te modelleren, kon niet worden ondersteund met BUK-hardware van de Oekraïners of van de andere landen. Verder werden naast waarschijnlijk foutieve (bijv. m.b.t. fragmentatiedispersie en rakettraject) ook onbekende, geheime NAVO-parameters gebruikt en leken de modellen te zijn geoptimaliseerd voor een lanceerpositie ten zuiden van Snizhne. Daarmee lijken politieke motieven onderdeel te zijn geweest van het technisch onderzoek.
De leveranciers
Niet duidelijk was het belang van het onderzoeksresultaat dat slechts vier van de bijna 2000 bow-tie elementen grotendeels herkenbaar zijn teruggevonden (waarvan drie in de lichamen van de cockpitbemanning), hoewel Almaz-Antei stelde dat er veel meer zouden moeten zijn gevonden. RTL4-journalist Jeroen Akkermans kwam eind vorig jaar na onderzoek ter plaatse met twee soorten fragmenten op de proppen, waarvan de vlindervormige (zie foto) werd teruggevonden aan de achterzijde van het vliegtuig. Er zou eigenlijk geen redelijke manier te beschrijven zijn hoe het daar terecht zou zijn gekomen, omdat deze onderdelen in geen enkel scenario zouden kunnen zijn geraakt door voorgevormde elementen van de gevechtslading.
De OVV antwoordde in vage, ontwijkende termen (p. 21, Onderzoeksverantwoording), een methode die vaker terug kon worden gezien bij bestudering van het technische bewijs:
‘Eén van de onderzoeken van derden waarvan de Onderzoeksraad kennis heeft genomen, betreft een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van RTL4. Eén van hun journalisten had fragmenten – die mogelijk afkomstig waren van een wapen – op de rampplek gevonden en laten onderzoeken.
De fragmenten zijn op 20 maart 2015 ter beschikking gesteld aan de Onderzoeksraad. De Onderzoeksraad heeft het NLR de deeltjes laten onderzoeken. De resultaten weken niet af van wat reeds bij de Onderzoeksraad bekend was uit onder zoek naar de andere deeltjes waarvan de Onderzoeksraad zeker weet dat ze uit het wrak of uit de lichamen van de slachtoffers afkomstig zijn’
Oekraïne leverde als kennelijk vijandige getuige geen BUK-hardware aan om de OVV behulpzaam te zijn met het modelleren van hun simulaties. Belangrijker, en zelfs verdacht, was dat men ook geen primaire radarbeelden van de 17de juli aan kon leveren, naar eigen zeggen omdat op die dag onderhoud zou zijn uitgevoerd aan de radarfaciliteiten, die daardoor buiten werking zouden zijn gezet. Een merkwaardige gang van zaken op een zeer belangrijk moment in de oorlog, de slag om de ‘zuidelijke ketel’ (gebied tussen Rusland en rebellengebied in).
Ook andere partijen – Bellingcat, de VS – leken volledig te falen in het overhandigen van materiaal dat kon worden gebruikt voor het onderzoek. Het definiëren van een heel gebied verwierp de beweringen van Bellingcat dat een duidelijke lanceerplek gedefinieerd zou zijn, ondersteund door foto’s van een BUK-lanceerspoor (@WowihaY), brandende velden (Roland Oliphant van de Daily Telegraph), BUK-rupssporen (weer Oliphant) en geslepen inspanningen de zaak te ‘geolokaliseren’ (blogger Ukraine-at-war).
Joustra verrichtte ook ultieme inspanning om de belangen van de VS te beschermen, bijvoorbeeld in een uitgebreid interview dat met de Nederlandse staatstelevisie had. Kijk vanaf minuut 13:00:
Quoots van Biden en Kerry:
Vice-president Joe Biden: ‘Shot down. Not an accident. Blown out of the sky.’
Secretary of State Jim Kerry: ‘We picked up the imagery of this launch. We know the trajectory. We know where it came from. We know the timing. And it was exactly at the time that this aircraft disappeared from the radar.’
Interviewer Sven Kokkelman: Hebt u deze satellietbeelden gezien? [refererend aan VS beelden en quoots van Kerry; HR]
Tjibbe Joustra: We hebben diverse beelden gezien die staatsgeheimen bevatten.
SK: Ook deze? [nogmaals refererend aan VS beelden en quoots van Kerry; HR]
TJ. Eh, eh… de beelden die wij hebben gezien die staatsgeheim zijn, daar ben ik ook aan gebonden, en daar ga ik ook niet van zeggen welke het precies zijn en wat er precies op te zien was.
SK: De baas, althans de leider, van het Openbaar Ministerie in dit onderzoek, eind vorig jaar meen ik uit mijn hoofd, heeft gezegd dat het een fabeltje, een misverstand zou zijn dat die beelden er zijn.
TJ: Wij hebben, eh, qua beelden gezien wat wij nodig hadden. Dat hebben we gedaan, eh, eh, via de inlichtingendiensten; daarbij is de afspraak geweest dat ikzelf en een ander lid van de Raad die beelden zagen, dat we de resultaten daarvan kunnen verwerken in onze rapporten, maar dat wij niet ingaan, eh, op wat wij precies hebben gezien.
SK: Maar u heeft het materiaal gezien?
TJ: Wij hebben materiaal gezien wat voor ons voldoende bevestigde wat er aan de hand was.
SK: Was dat ook over de plaats van de lancering?
TJ: Het was toch staatsgeheime informatie, dus ik ga ook niet op de inhoud van die informatie in.
Minister van Buitenlandse Zaken Koenders gaf ondertussen de Russen nog een keer een veeg uit de pan door nog maar eens de geëigende soundbite te herhalen dat zij alleen maar twijfel en verwarring zouden willen zaaien. In werkelijkheid was er alle reden voor de Russen om met tegenbewijzen te komen, bewijzen die bij nadere inspectie ook nog aardig sterke aanwijzingen bleken te bevatten dat de lancering niet in westers gewenst gebied zou moeten worden gevonden.
Dergelijke politiek gekonkel, dat enkel bedoeld leek te zijn om de Russen in diskrediet te brengen zonder zich te bekommeren om realistische waarheidsvinding, vormde onderdeel van een rode draad die al vanaf het prille begin na de ramp in de Nederlandse politiek zichtbaar was. Geopolitieke belangen stonden altijd boven belangen van slachtoffers en hun nabestaanden (zie ons MH17-dossier onderaan deze tekst).
De verliezers
Misschien daarom vonden een aantal verontrustende dingen plaats met betrekking tot de openheid en transparantie van het onderzoek. Tijdens de perspresentatie mochten geen vragen worden gesteld en Joustra zocht, zoals gezegd, alleen enkele betrouwbare partners uit om zijn verhaal te doen. Kritische ondervraging werd in de kiem gesmoord met formele uitspraken als: ‘Wanneer het niet in het rapport staat, dan zal het ook niet publiek worden gemaakt.’ (zie dit artikel van John Helmer).
Maleisiërs kregen slechts beperkte toegang tot de onderzoeken en de Australische autopsieverslagen werden staatsgeheim verklaard, waarschijnlijk omdat de resultaten ervan (geen fragmenten gevonden in de lichamen) niet pasten bij het verhaal van steeds meer opstapelend bewijs. Geheime NAVO-bronnen werden gebruikt om de werking van een Russische raket te simuleren, terwijl de open testresultaten van de fabrikanten van de raket zonder meer terzijde werden geschoven. Aan de andere kant leverde de nieuwe vriend van het NAVO-blok, Oekraïne, hardware noch radarbeelden om het onderzoek vooruit te helpen en bleef ook de VS ernstig in gebreke boter bij de vis te leveren.
Uit de hele gang van zaken rees het beeld op van een operatie die sterke politieke vervuiling vertoonde. Daarom zal het strafrechtelijk onderzoek ongeremd de weg volgen die binnen enkele uren na de ramp op die noodlottige dag in juli 2014 al werd vastgesteld op instigatie van diezelfde landen (Oekraïne, VS en ook de Nederlandse regering) die zich er alleen om hebben bekommerd de situatie politiek uit te buiten. Het is niet ingewikkeld voorstelbaar dat de Russen na het zien van het voorlopige eindrapport in juni ervoor kozen aan een internationaal tribunaal geen medewerking te verlenen.
Hoewel zij daarmee ook tot de verliezers in de informatie-oorlog behoren, zijn het uiteraard de slachtoffers en hun nabestaanden die de wrangste vruchten plukken van dit schaamteloze propagandaspektakel. Joustra’s opmerking dat uit het verslag zou blijken dat het hier om ‘sluitend’ bewijs gaat, dient resoluut te worden afgewezen. Niettemin, de schade aan het collectieve bewustzijn van de (pro-)westerse publiek, is allang gedaan. Het OVV-rapport zal worden vergeten, maar haar boodschap zal voortleven in de schijnrechtbanken die het westen bezig is op te zetten.
Dit artikel is een vertaalde bewerking van een uitvoerige Engelstalige analyse gepubliceerd op de blogsite van Hector Reban, hier te lezen.
DOSSIER MH17:
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de inhoud van de gevonden zwarte dozen en de communicatie met de toren (de welke in beslag is genomen) en het feit dat een verdachte (Oekraïne) deel uit kan maken van het onderzoeksteam !
Het was voor mij vanaf dag 1 al duidelijk dat dit rapport één grote leugen is.
@Hector,
Misschien een domme vraag maar als Tjibbe Joustra zegt inzage te hebben gehad in ‘staats geheime’ satellietbeelden, dan moeten er op die beelden toch ook de juiste coördinaten hebben gestaan en geen gebied van 320 vierkante kilometer?
Inderdaad, zie https://hectorreban.wordpress.com/2015/10/28/the-mh17-13-october-verdict-dsb-versus-almaz-antei/