Het wetsvoorstel dat ervoor zorgt dat het Europees onderzoeksbevel in de Nederlandse wet wordt opgenomen, biedt onvoldoende waarborgen voor de rechtsbescherming van verdachten en mensen en organisaties die niets met een verdenking te maken hebben.
Dat staat in het wetgevingsadvies van de Raad voor de rechtspraak, een overkoepelend orgaan voor rechtbanken en gerechtshoven, dat naar minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie is gestuurd. Aanleiding is het wetsvoorstel dat regelt dat het Europees onderzoeksbevel (EOB), een zogenoemde richtlijn van de Europese Unie, in het Nederlands Wetboek van Strafvordering wordt opgenomen.
Nederland krijgt jaarlijks 30.000 verzoeken om rechtshulp uit een EU-land. Dan wordt gevraagd om gegevens van burgers of organisaties om een verdenking van een strafbaar feit te kunnen onderzoeken. De Raad voor de rechtspraak onderkent het belang van het EOB, omdat een eenduidige manier van uitwisseling van gegevens helpt bij de bestrijding van strafbare feiten.
De Raad is echter tegelijkertijd van mening dat de EU-richtlijn met dit wetsvoorstel niet zorgvuldig genoeg in de Nederlandse wet wordt opgenomen. De Raad merkt in zijn advies een paar keer op dat de Europese richtlijn wel de ruimte biedt om het EOB in overeenstemming te brengen met de in Nederland geldende praktijk.
In het wetsvoorstel wordt volgens de Raad onvoldoende aandacht besteed aan het proportionaliteitsbeginsel: staat het verzoek om informatie in verhouding tot de verdenking? De Raad wijst erop dat tegenwoordig op servers enorme hoeveelheden data staan. Als gegevens worden verschaft, betreffen die een verdachte maar ook zeer veel anderen hetgeen indruist tegen de Nederlandse privacy- en regelgeving.
Tevens plaatst de Raad kanttekeningen bij de toetsende rol van de rechter(-commissaris) in geval van een EOB. ‘Uit het wetsvoorstel zoals dat er nu ligt, volgt dat in sommige gevallen gegevens zonder enige rechterlijke controle of toetsing aan andere landen kunnen worden overgedragen. Terwijl de richtlijn rechterlijke toetsing wel mogelijk maakt’, zegt Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak.
Ook op andere onderdelen lijkt de rechter straks minder controle te kunnen uitoefenen dan in de huidige praktijk. Zo wordt aan een verdachte niet gemeld dat bepaalde gegevens over hem worden verstrekt aan een ander land, als dat land gemotiveerd heeft verzocht dit geheim te houden. Hierdoor staat de rechter vrijwel buitenspel.
Europees onderzoeksbevel ?.
“Waar komen die bevelen toch vandaan, vraag je je af.”