In talloze films op het Internationaal Documentaire Filmfestival Amsterdam (IDFA) worden de machtelozen vertrapt door regeringen, lokale overheden en elites. Democratie is absoluut een holle frase geworden en dient van onderop te komen. De burger moet zich organiseren om veranderingen te bewerkstelligen.
Mooi voorbeeld hiervan is Ukranian Sheriffs van regisseur Roman Bondarchuk. In een gehucht in Zuid-Oekraïne, niet ver van de Krim, tuffen twee mannen gemoedelijk rond in een aftandse Trabant. Ze vertegenwoordigen het lokale gezag. De afgelegen locatie zou niet langer door het centrale gezag te besturen zijn, te duur voor de overheid. De plaatselijke burgemeester heeft de sheriffs benoemd die niet zijn opgeleid voor politiewerk.
Toch doen ze belangrijk werk, eigenlijk functioneren ze als sociaal werkers. Ze zijn vooral bezig om allerlei binnenbrandjes te blussen. Zoals de man die met een bijl rondloopt, waarom? En de dronkenlap die zijn vrouw steeds slaat, moet tot de orde geroepen worden. Er zijn wel meer drinkebroers die een standje krijgen. De enige ‘misdaad’ is het stelen van een fiets. De dader belandt voor drie jaar in het gevang. Achteraf gezien hebben de sheriffs spijt dat ze dat niet zelf hebben opgelost.
Ukranian Sheriffs is een hartverwarmende documentaire vol humor over een dorpsgemeenschap waar de sociale cohesie door de bewoners zelf bevorderd wordt. Dit dorpje met achttienhonderd zielen is in feite een uniek sociaal experiment. Hier wordt de democratie gewaarborgd door een burgemeester die net voor de derde keer is herkozen. Dat er een oorlog gaande is op de Krim is dan nog de ontnuchterende realiteit in Oekraïne. TV-schermen in de huiskamers tonen de hoog oplopende spanning.
For Kibera! van de Finse regisseuse Kati Juurus handelt over een van de beroemdste sloppenwijken van de wereld. Kibera is gelegen middenin Nairobi in Kenia en telt honderdduizenden inwoners die in diepe armoede leven. Niettemin zijn er maar liefst tweehonderd ngo’s in de sloppenwijk gevestigd. Beroemdheden strijken hier graag neer om liefdadigheidswerk te verrichten. Waarom blijft dan alles bij het oude? Waarom verandert er nooit iets? Er is veel corruptie, geeft de Finse ambassadrice toe, er verdwijnt vier miljard dollar per jaar.
Aan de hand van radiojournalist Boy Dallas worden we rond geleid. Met zijn videocamera in de hand probeert hij erachter te komen waar dat geld blijft en wat er aan gedaan wordt om de problemen op te lossen. Er is een groot sanitair probleem in de wijk. Wanneer er een openbaar toilet gebouwd wordt, kan dat niet worden afgemaakt omdat er geen riool blijkt te zijn. Dallas ontdekt meer zinloze projecten. Actrice Connie Nielsen opent een soort buurtcentrum, maar de lokale bewoners kunnen de wasmachines niet betalen. Er is een gigantische kloof tussen de straatarme buurtbewoners en de naïeve weldoeners uit het rijke Westen.
De interviews die Dallas maakt met deze weldoeners zijn zowel pijnlijk als hilarisch. Vooral een bijeenkomst van de Verenigde Naties in een luxe hotel levert een tergende satire op. De VN’ers zijn totaal onwetend over hetgeen zich daadwerkelijk afspeelt in de wijk waar een mensenleven niets waard is, waar dagelijks lijken langs de weg liggen en een gang naar het enige gratis openbare toilet levensgevaarlijk is. Daarom doen de buurtbewoners hun behoefte dan maar in het zwaar vervuilde riviertje.
Dan verschijnt uit het niets president Kenyatta die de wijkbewoners grote veranderingen in het vooruitzicht stelt. Voor één keer verdwijnt het geld niet in de zakken van de lokale elite, maar worden er waterleidingen, riolen en wegen aangelegd en huizen gebouwd. Buurtbewoners worden ingehuurd om de immense hoeveelheid vuilnis op straat op te ruimen. Het laatste nieuws is dat de betrokken buurtbewoners intussen ontslagen zijn, en de vervuiling weer is als voorheen.
Desondanks geeft deze grappige en indringende documentaire een gevoel van hoop. Het feit dat radiojournalist Boy Dallas met zijn reportages en radioprogramma toch iets in beweging heeft gezet, is ronduit positief. De man is zonder twijfel een lokale held. En het laat zien dat het mogelijk is dat de sloppenbewoners zelf uit hun lethargische situatie kunnen breken. Verandering moet inderdaad van onderop komen.
Ulrik van Tongeren