In korte tijd zijn Berta Cáceres en Nelson García, mensenrechtenactivisten van de Raad van Inheemse Volken van Honduras (Copinh), vermoord. Honduras is voor activisten een van de gevaarlijkste landen in Latijns-Amerika.
Dinsdag werd Nelson García vermoord. De 38-jarige activist was lid van Copinh en zette zich in voor de rechten van inheemse volken. Hij werd door onbekende schutters in het gezicht geschoten nadat hij na een demonstratie terugkeerde naar zijn woonplaats Río Lindo in het noordwesten van Honduras. García bracht die ochtend door met de Río Chiquito gemeenschap die door een gewelddadige politie-actie van hun land zijn verdreven.
Begin deze maand werd Berta Cáceres, een vooraanstaande milieu- en mensenrechtenactiviste in Honduras, in haar woning in La Esperanza door twee mannen neergeschoten. Bij de aanslag op 2 maart raakte ook haar broer gewond. Cáceres werd bekend als oprichtster van de Raad van Inheemse Volken van Honduras. In april vorig jaar won ze nog de prestigieuze Goldman Environmental Prize, ook wel de groene Nobelprijs genoemd. Dit vanwege haar verzet tegen Agua Zarca, een van de grootste waterkrachtprojecten in Centraal-Amerika.
Volgens de lokale politie ging het om een mislukte woningoverval, maar haar familie twijfelt er niet aan dat de moord te maken heeft met het activisme van Cáceres. De vrouw had talrijke doodsbedreigingen aan haar adres gekregen en ontsnapte al diverse malen aan pogingen tot kidnapping. De Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten had daarom speciale beschermende maatregelen uitgevaardigd, maar die werden volgens Cáceres zelf niet geïmplementeerd door de Hondurese overheid.
Honduras heeft een bijzonder slechte reputatie wat geweld tegen activisten betreft. Tussen 2010 en 2014 kwamen in het land al 101 activisten om het leven. Een groot aantal onder hen behoorde toe tot inheemse gemeenschappen die zich verzetten tegen grote bouwprojecten op hun territorium. Als gevolg van beide moorden hebben de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO en het Finse FinnFund hun activiteiten in Honduras stopgezet. FMO was een van de financiers van de Agua Zarca-dam, een project waartegen Copinh zich verzet.