Het Spaanse filmdrama Truman, over de laatste dagen van een terminale kankerpatiënt, is indrukwekkend ingetogen. De Argentijnse steracteur Ricardo Darin zet wederom een imponerende hoofdrol neer.
Leraar Tomás (Javier Cámara) reist van Canada naar Madrid om met zijn vriend, acteur Julián (Ricardo Darin), een soort reünie te vieren. Julián is terminaal longkankerpatiënt en wil zijn chemokuur beëindigen, een daad waar hij het absoluut niet met zijn vriend over wil hebben. Zijn belangrijkste doel is om afscheid te nemen en tevens een nieuw baasje voor zijn geliefde hond, een bulmastiff genaamd Truman, te vinden.
Films over kankerpatiënten leveren meestal larmoyante melodrama’s op. De Spaanse regisseur Cesc Gay heeft hier juist voor gewaakt. Zijn Truman is een ingetogen drama, met melancholische momenten en verrassend veel zwarte humor. Er wordt in de film heel wat afgereisd voordat Julián aan zijn allerlaatste trip begint. Tijdens een uitstapje naar Amsterdam neemt hij afscheid van zijn zoon.
Al dat gereis heeft natuurlijk een metaforische lading. Reizen houdt tevens afscheid nemen van dierbaren in. Daarbij komen onvermijdelijk tranen om de hoek kijken. Maar in Truman vloeien weinig tranen, de personages doen er alles aan om hun emoties in bedwang te houden. Een dergelijke terughoudenheid heeft een sterk dramatisch effect. Dit is een film zonder grote gebaren en om die reden dramaturgisch sterk.
De getoonde beelden van de hemelse wolkenpracht, van bovenaf gezien vanuit het vliegtuig, kunnen al gauw een kitscherig effect opleveren. Het knappe van Truman is dat het nooit leeg effectbejag genereert, daar is de film te nuchter en evenwichtig voor. Dat Julián dingen wil goed maken tegenover personen die hij in het verleden slecht behandeld heeft, levert droogkomische scènes op. Ten overvloede blijkt dat het aan elkaar vast breien van losse eindjes door een stervende nogal futiel is.
Het aanschouwen van de acteerprestaties van de Argentijnse acteur Ricardo Darin is een waar genoegen. De man heeft nog nooit een slechte rol gespeeld. Hij zet het personage van de doodzieke Julián op bijna laconieke wijze neer, de te verwachten dramatische uithalen laat hij achterwege. Zijn ingetogen acteerwerk maakt zijn personage behoorlijk aangrijpend. Met Javier Cámara als zijn oude vriend Tomás heeft hij een ideale tegenspeler. Hun samenspel is een genot om te aanschouwen, het kloppende hart van de film.
De overige rollen worden vertolkt door een sterk ensemble van Spaanse acteurs. Subliem hoogtepunt van de film is de scène waarin Julián en Tomás een doodskist gaan uitzoeken. De zogenaamd meelevende begrafenisondernemer wordt fantastisch neergezet door Javier Gutiérrez. De scène is doorspekt met zwarte humor in het kwadraat en onverwacht scherp. Dergelijke scènes maken van Truman een bijzondere en unieke kijkervaring.
Ulrik van Tongeren