met een glimlach
liet ze de emmer met
kleurrijke bloemen zien
op de tuin geplukt vanmiddag
alles was kleur
het groen
het blad
de bloemenpracht
zelfs haar hel blonde haar
haar lach
de vrolijke ogen die dansend
keken naar de verworven schat
haar ranke handen niet bang
voor modder en aarde
de rug gebogen om de
geknakte stelen te vergaren
met ogen van glas
een gezicht van porselein
zittend in het gras zou ik de
stille getuige van haar blijspel zijn