kermis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

het stadse bokje had in zijn glorietijd
al vele steden aangedaan
zijn zitje diende als groot vertier
voor kinderen uit de arme wijk
de allerkleinsten hingen aan moeders rokken
terwijl muzikaal getierelier de carrousel begeleidde

kermisexploitanten vroegen niet meer
dan een paar cent voor afleiding en plezier
al vroor het ‘s winters min tien
of was het zomers rond de dertig graden
de carrousel moest draaien
om het hulpje met de pet in zijn loon te voorzien

voor het bokje zitten de dienstjaren er inmiddels op
tegenwoordig is hij het pronkstuk van de zitkamer
op zijn oude dag ietwat versleten
en zijn houten rug deels gespleten
dient hij nog steeds als een genoegen
voor ons en ieder ander hier

 

 

Door ravage