
Tonislav Hristov heeft een superieure documentaire gemaakt over het hete hangijzer immigratie in een kleine plattelandsgemeenschap in Bulgarije. The Good Postman handelt over een burgemeestersverkiezing in het gehucht Great Dervent waar slechts veertig mensen woonachtig zijn. Voornamelijk hoogbejaard, de jongeren zijn vertrokken naar Oekraïne om daar als immigrant aan het werk te gaan. Het dorpje is zodoende tot uitsterven gedoemd.
Omdat het aan de Turkse grens ligt, proberen dagelijks plukjes vluchtelingen Bulgarije binnen te komen. Meestal slaagt de grenspolitie erin om ze tegen te houden. Bij postbode Ivan heeft het lumineuze idee postgevat om vluchtelingen op te nemen in het dorp. Ze kunnen zo de vervallen huisjes bewonen. Misschien kan deze groep immigranten zelfs het dorpje nieuw leven inblazen, denkt de idealistische Ivan.
Maar de meeste oude mensen zijn eigenlijk een beetje bang voor de vreemdelingen. Op hun antieke tv’s zien ze namelijk dagelijks paniekerige nieuwsitems over stromen vluchtelingen die Europa binnen willen komen, en de problemen waar dit mee gepaard gaat. Bulgarije is voor de Bulgaren is het devies dat vaak in deze nieuwsprogramma’s valt. In The Good Postman gaat het om de verkiezing van Ivan tot burgemeester. Hij hoopt daarmee zijn vluchtelingenplan ten uitvoer te kunnen brengen.
Ivan treedt in het strijdperk tegen de zittende burgemeester die ongeïnteresseerd haar werk doet. De andere kandidaat is een maat van Ivan die oogt als een bejaarde hippie en hunkert naar de terugkeer van het communisme. Het zou zonde zijn om de uitslag van deze burgemeestersverkiezing te verklappen. Regisseur Tonislav Hristov heeft knap en stijlvol belicht wat het thema immigratie betekent voor de kleine Bulgaarse plattelandsgemeenschap.
Het dorp valt grofweg gezien uiteen in twee kampen: mensen die fel gekant zijn tegen de vreemdelingen, en mensen die ruimhartig over ze denken. Dat tweede kamp bestaat uit mensen die vluchtelingen eten en drinken geven zodra ze bij hen aankloppen. The Good Postman is niet alleen een meeslepend relaas over een kleine plattelandsgemeenschap, maar ook een fascinerend politiek drama.

De keuze om de documentaire Stranger in Paradise als openingsfilm van het IDFA te presenteren, was gewaagd. De Nederlandse regisseur Guido Hendrikx heeft met zijn eerste lange film een provocerend betoog over de vluchtelingenproblematiek gemaakt. Hij bezocht daarvoor de opvanglocatie Siculiana op het Italiaanse eiland Sicilië. Hendrikx wou de machtsverhouding tussen vluchtelingen en Europeanen belichten. De film is opgedeeld in verschillende hoofdstukken en beweegt zich op de grens tussen documentaire en fictie.
Acteur Valentijn Dhaenens speelt een leraar die elf recent gearriveerde asielzoekers uit West- en Oost-Afrika vertelt wat hen zoal te wachten staat in Europa. De vluchtelingen waren er overigens op voorbereid dat er een acteur voor de klas zou staan. In het eerste deel van de film gaat de leraar de illusies van de asielzoekers te lijf. Hij vertelt ze dat Europa niet op immigranten zit te wachten. Vlug wordt de rekensom gemaakt dat 1,5 miljoen vluchtelingen in 2016 het eerste jaar 26.000 euro per persoon zullen kosten, opgeteld 39 miljard euro.
Sommige asielzoekers uiten de illusie dat ze welkom zullen zijn. We gaan toch aan het werk en zorgen voor welvaart? De leraar slaat die hoop meedogenloos de grond in. ,,De meesten van jullie zullen nooit aan het werk komen”, zegt hij gedecideerd. Zo wordt keer op keer de harde realiteit voor immigranten in Europa voor het voetlicht gebracht. Dat politiek incorrecte werkt uiteindelijk verfrissend voor een documentaire over vluchtelingen. In het tweede deel komt de idealistische visie op immigratie aan bod. ,,We hebben jullie nodig!”, juicht de voordien strenge docent.
In het derde deel wordt een ‘selectiespel’ gespeeld om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning. Dit spel is volgens de richtlijnen van de IND opgesteld. De vraag van de docent aan iemand uit Senegal of hij homoseksueel is, wordt ontkennend beantwoord. ,,Dan kom jij niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning”, is de vaststelling van de leraar. Drie van de elf kandidaten voor een verblijfsvergunning blijven uiteindelijk over. Zij zijn de ‘echte’ vluchtelingen die een kans maken om in Europa opgenomen te worden.
Stranger in Paradise mag dan als geheel bot en hard overkomen, de film van Hendrikx is wel degelijk bedoeld als discussiebijdrage om vastgeroeste standpunten over asielzoekers tegen het licht te houden. De talrijke documentaires over de vluchtelingenproblematiek op het IDFA zijn gemaakt vanuit het gezichtspunt van de vluchteling. In deze film gaat de documentairemaker confronterend te werk. Het zal idealisten waarschijnlijk slapeloze nachten bezorgen.
Ulrik van Tongeren