De Wet openbare manifestaties moet meer duidelijkheid geven over de bevoegdheid om een betoging te verbieden en te beëindigen. Dat stelt minister Plasterk van Binnenlandse Zaken in een brief aan de Tweede Kamer.
De Wet openbare manifestaties (Wom) dateert van 1988. In 27 jaar tijd is er veel veranderd, zo blijkt uit het evaluatierapport dat Plasterk oktober 2015 naar de Tweede Kamer zond. Zo werd er in 2007 in Den Haag nog 305 keer gedemonstreerd, in 2015 was het aantal toegenomen tot 1500. Volgens de minister functioneert de Wom nog altijd goed en geven gemeenten ook in grote lijnen aan prima met de wet uit de voeten te kunnen.
Maar dat neemt niet weg dat er praktische knelpunten zijn waar de Wom geen oplossing voor biedt, meldt Binnenlands Bestuur. Denk bijvoorbeeld aan demonstraties waarbij in de nacht wordt gekampeerd, zoals Occupy. Dat soort demonstraties veroorzaken volgens Plasterk veel overlast, maar op zich is dat geen grond om een manifestatie te verbieden.
Ook bij eenmansprotesten geeft de wet geen ondubbelzinnig antwoord hoe daarmee om kan worden gegaan. Daarnaast veranderde de vorm van demonstreren. Klassieke betogingen in de vorm van een optocht waarin borden worden meegedragen en leuzen worden gescandeerd, maakten steeds vaker plaats voor alternatieve vormen, zoals een demonstratieve fietstour, een stille optocht, concert, kampeerprotest of een massaal tomatengevecht.
Omdat de Wom nog altijd goed functioneert wil het kabinet de wet niet wijzigen noch aanpassen, maar wel verduidelijken maken. Een landelijke handleiding moet bij gemeentelijke bestuurders helderheid scheppen in welke situatie er al dan niet opgetreden moet worden en op welke manier. De gemeente Amsterdam is in samenwerking met de Nationale Politie al bezig zo’n handleiding op te stellen.
Als ‘het volk” fakkeltochten wil om de ondergang van de arbeidersverraders van pvda te vieren dan zal dat gebeuren.
En zo zal het geschieden!