Talrijk zijn de films dit jaar op het Internationaal Filmfestival Rotterdam (IFFR) over jonge mensen die doelloos rond lijken te dolen. Alleen al Europa kent een immense groep jongeren die zich buitengesloten voelt. Ze hebben geen perspectief op een betaalde baan en een eigen woning. Het programma-onderdeel ‘Bande A Part’ bevat films over werkloze jongeren die in verzet komen.
Nocturama van de Franse regisseur Bertrand Bonello handelt over een tiental jongeren dat in actie komt. De regisseur begon in 2011 te werken aan het scenario in een tijd waarin de spanning te snijden was en het gevaar van terrorisme op de loer lag. Voor zijn personages koos hij jongeren uit alle lagen van de bevolking. Wat ze gemeen hebben is hun onvrede over de huidige maatschappelijke situatie in Frankrijk.
In het eerste deel van de actiefilm zien we hoe de activisten her en de bommen plaatsen in Parijs waarvan Bonello een complexe choreografie heeft gemaakt. De acties zijn ingenieus georkestreerd. De regisseur bouwt de spanning geleidelijk op en gebruikt de door hemzelf geschreven muziek ten volle. Dan volgt de ontlading. Allereerst gaat het gouden beeld van Jeanne d’Arc in het centrum van Parijs in vlammen op, waarna gebouwen van multinationals in het financiële hart van Parijs worden opgeblazen en een ministerie in de hens vliegt.
De regisseur weigert om Nocturama politiek te noemen. De opstandige jongeren die in de film worden getoond, zijn hoe dan ook politiek gedreven. Slechts flarden van hun exacte motieven worden voor het voetlicht gebracht. Het verzet vormt in ieder geval een aanslag op het kapitalistische systeem. Het ‘apolitieke’ gat in de film is de afgrond waar de personages in staren met een gevoel van verwondering en ontzetting.
Het tweede deel van de film neemt een intrigerende wending wanneer de jongeren zich verschansen in het luxe en fictieve warenhuis La Samaritaine. Bonello toont hoe de jongeren zich wentelen in de peperdure luxe, in dit geval voorname merkartikelen uit de hele wereld. Dat dezelfde jongeren, die eerder symbolen van het kapitalisme tot ontploffing hebben gebracht, zich nu laten meeslepen door hun grenzeloze consumentisme, getuigt van een fraaie dubbelzinnigheid.
Het is geen toeval dat de films van horrormeester George Romero inspiratie leverden voor Bonello. In Romero’s Dawn of the Dead (1978) verschansen de laatst overgebleven mensen zich na de apocalyps in een luxe warenhuis. Om daar, evenals de jongeren in Nocturama, kortstondig te genieten van de vruchten van het ongebreidelde kapitalisme. Wat opvallend in het tweede deel van de film is dat de jongeren passief hun lot afwachten en geen poging doen om te ontsnappen.
Het is tamelijk verrassend dat Bonello, die tot nu toe uitsluitend bekend is vanwege decadente erotisch geladen drama’s als Le Pornographe en L’Apollonide, met een dergelijk politiek relevante en urgente film komt. De filmopnamen begonnen vlak na de de aanslag op de redactieburelen van Charlie Hebo in 2015 waarna november 2015 een nieuwe reeks aanslagen plaatsvond in Parijs. Tijdens het nagesprek met de regisseur op het IFFR ontkende hij dat zijn film profetisch zou zijn.
Behalve pakkend politiek drama zijn er ook films op het IFFR te zien waarbij je lekker achteruit kan leunen en iets van optimisme proeft. 66 Kinos van regisseur Philipp Hartmann is een hartverwarmende rondgang langs Duitse bioscopen in allerlei uithoeken van het land. Het betreft hier voornamelijk kleine zaaltjes en filmhuizen die financieel met moeite overeind weten te blijven. Zonder de verkoop van popcorn en frisdrank kunnen ze niet overleven.
Een paar jaar geleden sneuvelde menig bioscoop bij de overgang van 35 mm naar digitale projectie. In sommige delen van Duitsland werd die overgang zelfs gesubsidieerd. De overgebleven uitbaters van de sympathieke theaters worstelen met de vraag of er over tien jaar nog wel kleine onafhankelijke bioscopen zullen zijn. De kans is reëel dat de multiplex-bioscopen alleen over blijven, en zelfs die moeten met vrees de toekomst tegemoet zien. Betaal-tv en vergelijkbare diensten groeien explosief.
Toch is 66 Kinos geen pessimistische film geworden. Op de een of andere manier gloort er hoop dat deze vaak excentrieke en in ieder geval inventieve bioscoopondernemers zullen weten te overleven. Onder de aftiteling van de film zijn beelden van mensen te zien die de betreffende zalen bezoeken. Een ode aan de trouwe klassieke bioscoopbezoeker.
Ulrik van Tongeren